De Polder | Geen rechtlijnigheid
Sargasso duikt deze zomer de polder in. Per aflevering van de zomerserie vertelt een lezer over zijn of haar favoriete polder. Jan Bontje beschrijft in deze aflevering de historie van Putten.
Als ik naar buiten ga en linksaf sla, bevind ik me tussen twee rijen knotwilgen die zich buigen naar twee sloten. Daartussen slingert zich vermoeid het dijkje dat in de Middeleeuwen is aangelegd. Ik woon op het eiland Putten, een complex van eeuwenoude polders ten zuidwesten van Rotterdam. De vroegere Heerlijkheid Putten (destijds ook “den lande van Put” of “de vorsche van Put” genoemd) was in de Middeleeuwen een zelfstandige Heerlijkheid op en rondom het tegenwoordige eiland Putten (provincie Zuid-Holland) en omvatte ook delen van de tegenwoordige eilanden IJsselmonde en Hoeksche Waard. De Heer van Putten, Nicolaas III, en zijn eega, Vrouw Aleida van Strijden, liggen in het veertiende-eeuwse kerkje van Geervliet begraven. Hoewel Geervliet nog geen 1800 inwoners telt, is het al sinds 1381 een stad. Het veel grotere Spijkenisse (ruim 72.000 inwoners) kreeg nooit stadsrechten.
Al in de dertiende eeuw werden de eerste polders drooggemalen. ‘Putten binnen de Ring’ (het tegenwoordige Putten) bestond uit de polders Biervliet, Geervliet, Spijkenisse, Hekelingen, Brabant en Vriesland. Geervliet werd een stad terwijl de polders Spijkenisse, Brabant en Vriesland uiteindelijk tot de gemeente Spijkenisse gingen behoren. Biervliet werd Biert en bleef een buurtschap; het is tegenwoordig een deel van de gemeente Bernisse waar ook Geervliet, Heenvliet, Simonshaven en Zuidland toe behoren. Hekelingen, in de dertiende eeuw ontstaan als dijkdorp, werd in 1966 geannexeerd door Spijkenisse. Nu wordt het beschouwd als een dorp binnen die gemeente en is het gelukkig niet de zoveelste wijk geworden.