Groeien vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar?

een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Er is in Nederland al twee jaar een discussie bezig over een nieuwe bestuurscultuur. Dat lijkt te gaan over de manier waarop Mark Rutte het land bestuurt. Echter, als je langer kijkt naar de elementen van die bestuurscultuur dan valt op dat deze verder teruggaan. Bovendien is verzet tegen de Nederlandse bestuurscultuur al eerder opgekomen. In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met bestuurskundige Caelesta Braun en student journalistiek Arend Viëtor. Het is de laatste in een reeks over de Nederlandse bestuurscultuur. Als we die langere lijnen volgen dat valt op dat het verschil tussen toen en nu is dat electorale positie van partijen die volgens de regels van het spel politiek bedrijven zwakker is dan in het verleden. Partijen die het primair als hun rol zien om onvrede te vertegenwoordigen sterker zijn geworden. De Regels van Lijphart De regels van het spel zijn eigenlijk opvallend constant in de afgelopen 70 jaar. De regels die politicoloog Arend Lijphart in 1968 formuleerde over de Nederlandse politiek in jaren ’50 zijn nog springlevend: als politici in Nederland een beslissing moeten nemen benaderen ze de materie zakelijk en niet ideologisch. Als ze er onderling niet uitkomen dan kijken ze naar experts en belangengroepen. De oplossingen komen van buiten de politieke arena. Als coalitiepartijen recht tegenover elkaar staan, dan stellen ze beslissingen uit. Moeten ze nu een oplossing vinden, proberen ze een compromis te formuleren waar iedereen zich in kan vinden. Zelfs een kleine coalitiegenoot kan dat vetoën. Zulke compromissen worden niet gesloten in de plenaire zaal van de Kamer maar achter dichte deuren. Deze normen die we nu aan de persoon van Rutte koppelen, gaan veel langer terug: geheimhouding, het depolitiseren van grote vraagstukken, coalitieoverleg, een gebrek aan ideologische standvastigheid zijn niet uitgevonden door Rutte. Het zijn veel oudere elementen van een bestuurscultuur waar Rutte als geen ander in gedijt. Voor het thema geheimhouding ploos ik dat eerder op dit blog uit. Links tussen polarisatie en smalle marges Weerstand tegen deze normen zien we ook door de tijd heen. In de jaren ’70 waren het de linkse partijen (PvdA, D66 en de PPR, een voorloper van GroenLinks) die zich hiertegen verzetten: politiek moest ideologischer worden. Polarisatie droeg bij aan een helder onderscheid komen tussen links en rechts zodat kiezers de koers konden bepalen. Maar bovendien moest politiek ook transparanter worden, het parlement actiever en moesten meer burgers bij de politiek betrokken worden. Als er een duidelijk electoraal mandaat voor een agenda was moest deze doorgezet worden. Den Uyl, de leider van het progressieve blok, gaf tegelijkertijd aan dat hij tot het zondige ras der reformisten behoorde. Hij opereerde binnen de smalle marges van de politiek. Hij streefde radicale verandering na, maar realiseerde zich dat die doelen alleen bereikt konden worden door kleine stappen te nemen: “De verlegging van het beleid met tien graden kan uiteindelijk het verschil zijn tussen oorlog en vrede.” Verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen Terugkijkend naar deze periode benadrukt de politicoloog Peter Mair dat partijen een balans weten te slaan tussen vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen. Hij noemt dit responsive politics en responsible politics. Aan de ene kant zijn partijen responsief richting de onvrede die burgers voelen. In de periode van Den Uyl was dit een onvrede met de bestuurscultuur, maar ook met verouderde wetten op het gebied van moraliteit, economische ongelijkheid en achteruitgang van het milieu. Aan de andere kant, waren partijen in staat om binnen de spelregels van de politiek tot besluiten te komen. Dat is binnen de bestaande normen, maar ook de beperkingen van economische realiteit, constitutionele grenzen en internationale verdragen. Alhoewel de progressieven in de jaren ’70 de luiken opengooide, keerde onder Lubbers de zakelijke politieke cultuur van de jaren ’50 terug. In het overleg met sociale partners in de polder, in de no-nonsense politiek en in het monisme zien een reflectie van de normen van Arend Lijphart. Politici toonde zich in deze periode bijzonder behendig om binnen de grenzen van het haalbare tot compromissen te komen. Het vertegenwoordigen van onvrede In de jaren ’00 kwam de polarisatie van rechts. Dat kwam in de eerste plaats in de persoon van Pim Fortuyn. Na zijn dood werd het vaandel over genomen door Wilders en Baudet. Politiek is in hun ogen een gevecht tussen goed en kwaad, waarbij er geen ruimte is voor compromissen. Er is een roep om transparantie, om een krachtig parlement en om inspraak van burgers. Radicaal rechts is een kampioen van op deze manier politiek bedrijven. Daarom koppelen we dit vaak het populisme dat het denken van deze partijen karakteriseert. Tegelijkertijd zien we de weerstand tegen het compromis ook aan de linkerkant. De Partij voor de Dieren heeft een heel andere agenda dan de PVV, maar verzet zich ook tegen het compromis. Voormalig partijleider Marianne Thieme en Ewald Engelen schreven een vlammend betoog tegen het compromisme: “politiek als eredienst aan het proces zonder aandacht voor het resultaat op lange termijn voor mens, dier en milieu.” Het is daarom misschien beter terug te vallen op het onderscheid dat Mair schetst: tussen verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen. Mair betoogde in 2009 dat vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar groeien. Er zijn partijen die het met name als hun rol zien om de onvrede in de maatschappij te vertolken: dat kan onvrede zijn met de komst van vluchtelingen (PVV), met de behandeling van dieren in de bio-industrie (PvdD), de tweedeling tussen rijk en arm (SP), de groeiende rol van de Europese Unie (FVD), onzekere pensioenen (50PLUS), met institutioneel racisme (BIJ1), maatregelen om stikstof uitstoot te beperken (BBB) maar ook een bredere onvrede met de politieke cultuur. De constructieve partijen Daartegenover staan partijen die het als hun rol zien om verantwoordelijkheid te nemen. Ze accepteren de smalle marges van de politiek, de Europese richtlijnen en internationale verdragen maar bovendien accepteren ze de spelregels van de politieke cultuur. Dit zijn in de eerste plaats de vijf partijen die in de afgelopen 20 jaar regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen: VVD, CDA, PvdA, D66 en CU. Politici als Sigrid Kaag benadrukken niet voor niets het belang van compromissen sluiten: “Wie het compromis verwerpt, blokkeert uiteindelijk de verandering.” Twee andere partijen staan daar dichtbij: ten eerste, GroenLinks die op allerlei niveaus bestuurt, regelmatig meewerkt aan akkoorden maar vier keer in de afgelopen twintig jaar nét niet in de landelijke coalitie kwam. Ten tweede, de SGP. Ondanks hun bijzonder radicale standpunten over de plek van vrouwen mogen de staatkundig-geformeerden vanwege hun gouvernementele oriëntatie regelmatig aanschuiven. We zien dus een onderscheid tussen bestuurlijke partijen die compromissen kunnen sluiten en uitdagerpartijen met schone handen aan de zijlijn staan. Tussen partijen die roepen om een nieuwe bestuurscultuur en partijen die gedijen in de bestaande bestuurscultuur. De electorale steun voor die bestuurspartijen wordt steeds kleiner. In 1989 wonnen de bestuurspartijen 149 van de 150 zetels. Dan moeten we wel GroenLinks, de SGP en de voorlopers van de CU daartoe rekenen. Nu kunnen deze partijen in de Kamer rekenen op net minder dan 100 zetels. Volgens de Peilingwijzer staan ze tussen de 66 en 76 zetels in de peilingen. De electorale marges voor verantwoordelijke politiek worden steeds kleiner. Als het CDA met pijn en moeite een compromis zoekt op het stikstofdossier staat de BBB met schone handen klaar om ontevreden kiezers te ontvangen. Aan de andere kant van het politieke spectrum staat de PvdD klaar voor ontevreden D66’ers. Poreuze grenzen van het de verantwoordelijke partijen De vraag is welke uitweg hiervoor is. Ik zie er twee: ten eerste, de scheidslijn tussen verantwoordelijke partijen en partijen die met name onvrede vertegenwoordigen is nooit absoluut geweest. Partijen kunnen daartussen wisselen. Tot 1939 werd de SDAP, een voorloper van de PvdA, als te radicaal en revolutionair gezien. Dat was een partij die primair stem gaf aan de onvrede van de arbeidersklasse over het kapitalisme. In 1939 kwam de SDAP in het kabinet De Geer II. Negen jaar later leverde ze met Willem Drees een premier die binnen de smalle internationale, economische en constitutionele marges politiek bedreef. De regels die Arend Lijphart omschreef waren de regels van de politiek onder Drees. Democraten 66 waren ooit hemelbestormers die het politieke systeem wilden doen exploderen en voor een andere politieke cultuur pleitten. 55 jaar later benadrukt de partijleider het belang van in harmonie tot een compromis besluiten. Brummer en ik zelf zagen een verschuiving van bestormen naar besturen, van springstof naar bindmiddel. GroenLinks is een andere partij die van het vertegenwoordigen van onvrede steeds meer een drager van verantwoordelijkheid is geworden. De fusie van communisten, pacifisten en radicalen werd lang als te extreem gezien. Nu worden ze gerekend tot de constructieve zes. Lucardie en Voerman omschreven het als een verschuiving van de straat naar de staat. De BBB heeft het potentieel om een verantwoordelijke of een vertegenwoordigende partij te zijn. Het is een partij van wethouders die weten wat smalle marges van de politiek zijn. Tegelijkertijd is het de partij die stem geeft aan de onvrede op het platteland. De vertegenwoordiger van de omgekeerde vlaggen. De onderhandelingen over de provinciale colleges zijn nu cruciaal. Zijn ze in staat om compromissen te sluiten over de stikstofproblematiek? Of kiezen ze voor een meer oppositionele stand? Het Nederlandse politieke systeem is dus relatief open: nieuwe partijen kunnen worden opgenomen in het parlement maar ook in de deelverzameling van bestuurspartijen. Zo kan de basis voor verantwoordelijke politiek groeien. Andere partijen zullen dan de toorts van de vertegenwoordigende politiek, van het stem geven aan onvrede, overnemen. Zo kan een systeem van permanente verandering stabiel blijven. Blokpolitiek Een andere oplossing vereist wel een verschuiving in de politieke cultuur. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat individuele partijen in staat zullen blijken om succesvol en langdurig de vertegenwoordigende en de verantwoordelijke rol over te nemen. De trend dat deze twee uit elkaar groeien zien we in heel Europa, in de hele westerse wereld. Het is misschien wel mogelijk om deze twee in een blok bij elkaar te brengen. In landen als Zweden en Noorwegen verenigen de partijen van links en de partijen van rechts zich achter een gemeenschappelijke premierskandidaat. Die regeert vervolgens met een minderheidskabinet bestaande uit de verantwoordelijke partijen van dat blok. Ze werken met steun van de vertegenwoordigende partijen daarvan. Dit systeem geeft kiezers meer grip op wie er regeert: als men ontevreden is met een linkse regering kan men op de partijen van het rechterblok stemmen, zo lieten Dieter Stiers en ik zien. De regeringsvorming is transparanter en directer. Je zou je zo’n links en rechts blok kunnen voorstellen in de Nederlandse politiek: BIJ1, PvdD, SP, 50PLUS, DENK, PvdA, GL en CU zouden Sigrid Kaag steunen als premierskandidaat. Als we deze partijen tot het linkerblok rekenen hadden die in 1998, 2006 en 2012 een meerderheid, nog zonder blokpolitiek. FVD, PVV, JA21, SGP, BBB, VVD en CDA zouden Mark Rutte kunnen steunen. Tegelijkertijd kunnen we zien meteen waar dit misloopt. Menig linkse lezer van dit stuk zal observeren dat D66 niet links is. De CU evenmin. DENK niet. 50PLUS niet. En eigenlijk de SP ook niet. De PvdA heeft ook rechts rotbeleid gesteund en GroenLinks het Kunduz-akkoord. Linkse machtsvorming zal lastig hand in hand gaan met de schoonheid van het eigen gelijk. Maar bovendien, Op tal van gevoelige morele onderwerpen liggen partijen als DENK en D66 of SGP en VVD mijlenver uit elkaar. Op rechts heeft Van de Plas Rutte uitgesloten als partner en Rutte Wilders. Maar belangrijker nog, partijen hebben er individueel geen belang bij om zich in blokken te verenigen. Dat verkleint hun politieke ruimte. Niets voor niets weigerde Sigrid Kaag voor de verkiezingen van 2021 bij Nieuwsuur aan te geven met welke partijen zij wilde regeren. Ze hield de verwarring en ondoorzichtigheid, de beperkte invloed van de kiezers op de kabinetsformatie die D66 ooit wilde bestrijden in stand. Zo hield ze haar opties open voor een lastige kabinetsformatie. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Jesterhat84, CC BY-SA 3.0. Departement van Justitie in Den Haag, via Wikimedia Commons.

Closing Time | Fragile

Sharon Kovacs lijkt soms een kruising tussen zwoele nachtclubzangeres, verwonderd kind en wild dier. En dit wereldtalent loopt gewoon in Nederland rond.

Misschien moeten ze haar maar eens naar het Eurovisiesongfestival sturen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Rembrandt en tijdgenoten Sfeerbeelden van Rembrandt's atelier © foto Wilma Lankhorst.

Kunst op Zondag ontmoet Rembrandt en zijn tijdgenoten

VERSLAG - Voor Kunst op Zondag ging ik terug in de tijd. Het Amerikaanse echtpaar en kunstverzamelaars Thomas & Daphne Kaplan leende naast hun Vermeer aan het Rijksmuseum tegelijkertijd 35 werken uit The Leiden Collection uit aan de Hermitage. Tot 27 augustus 2023 loop je in de Hermitage aan de Amstel door de 17e-eeuwse Nederlandse kunst. Aan de hand van 35 historiestukken herbeleef je het kunstleven in de grote bloeiperiode uit de Nederlandse schilderkunst.

Je moet een historieschilder zijn,
als je een grote meester wilt zijn.

Schilder Boeck (1604) Karel van Mander (Meulebeke 1548 – Amsterdam 1606)

Historiestuk (1626) © Rembrandt Collectie Museum De Lakenhal © foto Wilma_Lankhorst

Historiestuk (1626) © Rembrandt Collectie Museum De Lakenhal © foto Wilma Lankhorst.

Het historiestuk

In de tentoonstelling maak je kennis met het historiestuk, een omvangrijk genre in de schilderkunst. Op een historiestuk zie je belangrijke feiten vanuit de geschiedenis. Dat kunnen zowel historische, mythologische als Bijbelse gebeurtenissen zijn. In de 17e eeuw, toen ons land een Republiek was, waren historiestukken erg populair. Naast opdrachten voor de publieke ruimte, zoals paleizen, gemeentehuizen en gildes, kochten mensen privé historiestukken voor in hun eigen huis. Op 25 april jl. was op tv de Oranjezaal in Huis te Bosch te zien. In deze ruimte werden 100 bijzondere Nederlanders gefêteerd op een koninklijke lunch. De inrichting van deze Oranjezaal is op initiatief van Amalia van Solms, de weduwe van Frederik Hendrik in samenwerking met bouwmeester Van Campen tot stand gekomen. Met de door haar gekozen afbeeldingen steekt ze de loftrompet over het leven van haar man en zijn nalatenschap. In de tentoonstelling hangt een historiestuk van Rembrandt met een zelfportret van de schilder (1626) uit de collectie van Museum de Lakenhal. Rembrandt heeft zichzelf in de boog geschilderd. De scepter gaat diagonaal door zijn gezicht.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Meldpunt Internetdiscriminatie wordt bijna niet meer gevonden

ANALYSE - door Ewoud Butter, verscheen eerder bij Republiek Allochtonië.

Het aantal meldingen van internetdiscriminatie in Nederland was nimmer zo laag als in 2022. Het Meldpunt internetdiscriminatie (MiND) wordt haast niet meer gevonden. Dat blijkt uit de onlangs gepubliceerde rapportage Discriminatiecijfers 2022.
Bij andere registrerende instellingen als anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s), politie en het College voor de Rechten van de Mens is sinds 2015 wel sprake van een lichte stijging. Net als in voorgaande jaren het geval was, ging het bij verreweg de meeste meldingen om discriminatie op grond van herkomst of huidskleur.

Ter inleiding

‘Discriminatiecijfers in 2022’ is samengesteld door Art.1 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de politie, in samenwerking met Discriminatie.nl (de landelijke vereniging van antidiscriminatievoorzieningen). In de rapportage worden, net als in voorgaande jaren, de cijfers van de politie en de anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) samen gepresenteerd. Daarnaast worden ook de gegevens betrokken van andere organisaties die discriminatiemeldingen registreren, zoals het College voor de Rechten van de Mens, het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND), de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman.
De cijfers in het rapport geven het aantal meldingen van discriminatie in 2022 weer, maar zeggen niet veel over de mate waarin discriminatie wordt ervaren.

Ervaren discriminatie

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: bron: Livius.org

Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici.]

Ten tijde van Plato kwam een markante filosofische tegenstroming op: die van de cynici. Het woord ‘cynisch’, dat overigens ‘honds’ betekent, is wat misleidend. Het gaat hier om een groep filosofen zonder vaste leer, die in hun gedachten en gedragingen echter wel overeenkomsten hadden. Kort door de bocht zijn die samen te vatten als een oproep gevestigde waarden kritisch te bezien.

Antisthenes

Antisthenes wordt gezien als de eerste cynicus. Hij was net als Plato een volgeling van Sokrates en minstens zo trouw aan zijn leermeester. Antisthenes zag zichzelf zelfs als Sokrates’ ware opvolger.

In zijn jonge jaren leefde Antisthenes als bedelaar, slechts gehuld in een mantel. Naar het schijnt hield hij die stijl voor gezien toen de gescheurde mantel en het bedelen mode werd onder hippe jongeren. Meeloperij, daar had Antisthenes een grondige hekel aan.

Hij had een andere opvatting van Sokrates’ filosofie dan Plato. De werkelijke deugd, zo meende Plato uit de filosofie van zijn leermeester te kunnen concluderen, ligt in de rationele zoektocht naar de abstracte vormen achter de verschijnselen. Onzin, zegt Antisthenes. Paarden bestaan. Die kan je iedere dag zien. Maar een abstract begrip als ‘paardheid’ had hij nog nooit kunnen aanschouwen, dus leek het hem onzin dat de zoektocht naar iets dergelijks belangrijk zou zijn.

Foto: Jonathan Urch (cc)

Vertrouwen in werelddominantie daalt

ANALYSE - Al minstens sinds 1776 is een groep mensen bezig om volledige heerschappij over de wereld te krijgen.
Gestart als geheim genootschap de Illuminati nemen ze steeds een nieuwe vorm aan. Lang waren ze vooral de New World Order, maar snel gingen ze slingeren via onder andere de Bilderbergconferentie en nu het World Economic Forum. Tussendoor hebben ze ook nog de VN opgericht als dekmantel en allerlei geheime clubs neergezet zoals Skull and Bones.

Daar waar in het verleden het toch vooral over macht achter de schermen ging om uiteindelijk iedereen onder controle te krijgen, grepen ze de laatste decennia naar steeds extremere en ingewikkeldere middelen. Hypnotiserende symbolen op bankbiljetten. Chemtrails om iedereen van de juiste verzwakkende stofjes te voorzien. Tot nu recent het inzetten van een gemanipuleerd virus om uiteindelijk iedereen direct (door het virus) of indirect (door de chips het vaccin) dociel te maken, of gewoon dood te laten gaan.

En op twee punten begint het vertrouwen van De Mense in de kracht van deze samenzwering af te brokkelen.
Als eerste natuurlijk dat constante rebranding. Mensen zijn merkentrouw. Waarom niet gewoon bij Illuminati blijven en dat merk uitbouwen. Dat werkt minder verwarrend en vooral veel meer intimiderend. Want voor je het weet denkt iemand dat al die zaken als WEF en Bilderberg verschillende, elkaar bestrijdende groepen zijn.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Heinrich-Böll-Stiftung (cc)

Warmtepomp verdeelt Duitse coalitiepartners

Het onderling vertrouwen tussen de Groenen en de liberale FDP is deze week flink gedaald. Aanleiding is een voor de Groenen cruciale wet over de landelijke invoering van warmtesystemen. In het coalitieakkoord is afgesproken dat een dergelijke wet nog voor de zomer door het parlement wordt behandeld. De FDP ligt nu dwars over specifieke regels voor de invoering van de wet. Uitstel dreigt. De Groenen waarschuwen voor een regeringscrisis. Volgens de groene minister voor Economie en klimaatbeleid Robert Habeck, die de wet heeft ingediend, houdt de FDP zich niet aan haar belofte.  Zijn partijgenoot in de Bondsdag Irene Mihalic: ‘De FDP opereert als een oppositiepartij.’

De omstreden wet bepaalt dat nieuw geïnstalleerde verwarmingssystemen in gebouwen vanaf 2024 minstens voor tweederde klimaatneutraal moeten zijn. In de praktijk betekent dit de verplichte installatie van een (behoorlijk gesubsidieerde) warmtepomp voor iedereen van wie de verwarming aan vervanging toe is. De FDP valt behalve over de kosten ook over de uitvoerbaarheid van het plan. De Groenen hebben al aangeboden over compromissen te willen praten. Maar het is de zoveelste keer dat de verhouding tussen Groenen en FDP onder druk staat. Eerder waren er al conflicten over het sluiten van de kerncentrales en het Europese verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035. Daarbovenop kwam de weigering van Habeck om zijn staatssecretaris Graichen te ontslaan nadat die zijn vriend aan een overheidsbaan had geholpen. Graichen vertrok zelf. Maar de reputatie van de Groenen en in het bijzonder van de vorig jaar nog zo populaire minister Habeck liep een flinke deuk op.

Closing Time | Dood Spoor (Stop De Fossiele Industrie)

Deze weg is afgesloten

Dit spoor is dood, gaat nergens heen

Ik zit op straat, veroorzaak file

Stop de fossiele industrie

Morgen blokkeert Extinction Rebellion voor de zevende keer de A12 in protest tegen onze overheid die nog altijd 30 miljard aan overheidssubsidie investeert in de fossiele industrie. Dat enorme bedrag werd onlangs door Europarlementariër Alman Metten flink naar boven bijgesteld (was ruim 17 miljard), nadat hij over nieuwe en nauwkeuriger gegevens beschikte. Kunsttranen bracht in januari weer een actueel nummer uit, zoals hij eerder deed tijdens de woonprotesten.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende