ACHTERGROND - Ik zag gisteravond een prachtige documentaire over de HEMA, waarin de VPRO een jaar lang de topman Ronald van Zetten volgde. Van Zetten is al meer dan tien jaar CEO: dat is op zich al bijzonder. De manier waarop men met elkaar omgaat, doet me sterk denken aan een familiebedrijf, waarbij ook de lange termijnrelaties met leveranciers onderdeel zijn van de cultuur. Tegelijkertijd is de HEMA in handen van een buitenlandse investeerder, die snelle winsten wil, en is er stevige concurrentie van winkels die veel kortere productieketens hebben. Dat dwingt de HEMA te expanderen en te vernieuwen.
We zien Van Zetten met slechts een paar medewerkers op avontuur in Frankrijk en China. De manier waarop dat dan gaat komt wat knullig over. Zo vraagt Van Zetten aan een handdoekenfabrikant of hij wil samenwerken om HEMA-winkels te openen. De beste man heeft vier grote handdoekfabrieken voor ieder werelddeel, en de HEMA is een kleine klant. Of dat nu de meest logische zakenpartner voor expansie is? In Frankrijk test men een nieuwe formule uit, zonder rookworsten, en met kleine winkels. Het gaat allemaal zeer voorzichtig, en op eigen kracht.
Dat is knap, maar met de grafiek van vandaag vroeg ik me twee zaken af:
- weten bedrijven als HEMA dat veel onderwijsinstellingen een veel groter buitenlands netwerk hebben dan zij zelf?
- waarom gebruiken bedrijven die netwerken niet veel beter?
De grafiek toont de netwerken van Europese universiteiten binnen Europa, in het kader van Erasmus. Het is een prachtige visualisatie, die weergeeft hoeveel studenten over en weer worden uitgewisseld, en wie de belangrijkste partner-instellingen zijn. Beperking van deze plaat is dat het alleen om Erasmus gaat; vaak zijn de contacten veel breder en intensiever als het gaat om onderzoeksprojecten.
Onderwijsinstellingen doen er verstandig aan om deze netwerken nog veel meer te promoten. Visualisaties als deze geven instellingen een mooie tool in handen om richting bedrijfsleven te laten zien welke meerwaarde samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven kan hebben.
Reacties (4)
Heb je ook een link naar de site waar die screengrab.png van dat erasmus-netwerk vandaan komt, zodat we er interactief mee aan de gang kunnen?
Ik denk dat veel bedrijven dit wel weten. Maar samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen verloopt niet zelden stroef. Andere cultuur, andere verwachtingen, ander tempo, etc. Dat maakt de meerwaarde van een samenwerking minder.
(Uitzonderingen daargelaten waar onderwijs en bedrijfsleven op een heel natuurlijke manier samenwerken).
@2: Wat heeft een bedrijf eigenlijk aan het netwerk van een hoger onderwijsinstelling? Dat netwerk bestaat immers voornamelijk uit andere hogere onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten, terwijl een bedrijf in contact wil komen met buitenlandse bedrijven, investeerders en afzetmarkten.
@3 dat hangt een beetje van de situatie af. Daar waar onderzoek dicht bij bedrijfsactiviteit ligt, kan het nuttig zijn, omdat netwerken van onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven overlappen. Denk aan high tech, life sciencies, etc.
Ikzelf heb profijt gehad van onderwijsnetwerken in Japan. Bedrijfsleven is extreem moeilijk om ‘binnen te komen’, en via onderwijs / onderzoek is dat makkelijker (niet makkelijk ;) ) dan zonder die kenissen. Maar…. Je moet dan in Nederland al goede kennissen hebben, die daar ook weer kenissen hebben, en je moet die langzame weg willen bewandelen.