Maaltijdkoerier
Fietste er ooit al een maaltijdbezorger in een gedicht?
Daar fietst er een. Zo’n jonge jongen, mager, hoodie,
met een bult op zijn rug, schouderbanden, helm,
gebogen over het stuur. Ik zie hem nu, oortjes in,
blikje Red Bull in z’n hand, op de hoek bij het plein,
leunend op zijn stuur, wachtend op berichten, op routes.
Wat verdient hij, wat zal het zijn, vijf euro en tachtig cent,
of zeven euro en negentig cent? In de regen, wachtend,
kijkend naar de algoritmes op de app.
Fietsend in de schemering, en dan weer wachten
op de plaats tussen flexibiliteit en geen perspectief.
Laatst kwam er een aan de deur
met een kinderzitje achterop.