DATA - De twee bekendste Nederlandse onderwijzers zijn zonder twijfel Jan Ligthart en Theo Thijssen. Tijdens hun leven waren ze al beroemd, Jan Ligthart vanwege zijn pedagogische opvattingen en Theo Thijssen door zijn romans. Ze zijn allebei geboren in Amsterdam en daarom presenteert het Theo Thijssen Museum dit voorjaar een tentoonstelling onder de titel: ‘Jan Ligthart en Theo Thijssen, twee bevlogen schoolmeesters uit de Jordaan’. De expositie is tot stand gekomen door samenwerking met het Nationaal Onderwijs Museum en het Jan Ligthart Genootschap.
Op de tentoonstelling is onder meer aandacht voor de jeugdjaren van Ligthart en Thijssen, hun opleiding tot onderwijzer, de pedagogische opvattingen en hun literaire werkzaamheden. De teksten worden verlevendigd door mooie foto’s en er is een diatentoonstelling van de schoolplaten waaraan Ligthart meewerkte. Het meest bijzondere in de vitrine is een aflevering van Onder één Dak, het tijdschrift dat door Ligthart en zijn collega’s met de hand werd geschreven en geïllustreerd; van elke aflevering werd slechts 1 exemplaar gemaakt.
Zelf mocht ik een bijdrage aan de tentoonstelling leveren door een inventarisatie te maken van de postume roem die de twee schrijvende onderwijzers ten deel viel. Hiervoor heb ik uigezocht hoeveel scholen en straten er naar Jan Ligthart en Theo Thijssen zijn genoemd. Het is lastig om vast te stellen hoeveel Jan Ligthartscholen en Theo Thijssenscholen er ooit zijn geweest. Ik heb de scholen opgespoord via de reüniesite Schoolbank en via de Historische Kranten van de Koninklijke Bibliotheek. Er kan worden vastgesteld dat er in de loop der jaren er minstens 62 Jan Ligthartscholen en minstens 34 Theo Thijssenscholen zijn geweest.
Het was gemakkelijker om de straten, lanen en pleinen die naar Ligthart en Thijssen zijn genoemd te vinden. Via Google Maps en postcode.nl vond ik 22 straten, pleinen enz. die naar Jan Ligthart zijn genoemd en 10 straten die naar Theo Thijssen zijn genoemd. Er is zelfs een Jan Ligthartplein buiten onze landsgrenzen, te weten in Antwerpen (zie afbeelding).
Alle gevonden scholen en straten zijn letterlijk in kaart gebracht. Op de tentoonstelling hangt een kaart van Nederland waarop is aangegeven waar de scholen en straten zich bevinden of bevonden.
Wie waren Jan Ligthart en Theo Thijssen?
Jan Ligthart (1859-1916) is bij het grote publiek bekend geworden als één van de schrijvers van de boekjes over Ot en Sien. Hij schreef ze samen met H. Scheepstra en C. Jetses (illustrator). Ligthart begon zijn onderwijsloopbaan op twaalfjarige leeftijd als kwekeling op een armenschool in Amsterdam. Zijn onderwijsaktes haalde hij op de normaalschool. In 1885 werd hij hoofd van een school in de schilderswijk van Den Haag. Zijn ideeën over onderwijs weken sterk af van de hoofdonderwijzers op andere scholen. In die tijd zagen veel pedagogen de kinderen als lege vaten die gevuld moesten worden. Ligthart ontwikkelde een onderwijsmethode die beter aansloot bij de leefwereld van zijn leerlingen. Die methode heette Het Volle Leven, hiermee was hij zijn tijd ver vooruit. Hij bedacht, samen met Scheepstra en Jetses, het aap-noot-mies-leesplankje. In het Zuiderpark van Den Haag staat ter ere van Jan Ligthart het Ot en Sien monument. Barbara de Jong verdedigde in 1996 een proefschrift over het leven en werk van Jan Ligthart. Het Jan Ligthartgenootschap probeert middels publicaties de herinnering aan deze belangrijke pedagoog levend te houden.
Theo Thijssen (1879-1943) is vooral bekend als romanschrijver. Hij verwerkte zijn eigen jeugd in ‘Kees, de jongen’. Zijn ervaringen als onderwijzer werden geromantiseerd in ‘De gelukkige klas’ en ‘Het grijze kind’. Theo Thijssen kon net als Jan Ligthart zeer goed leren. Hij kreeg een beurs voor de Rijkskweekschool in Haarlem. Na zijn studie werd hij onderwijzer in Amsterdam. Hij had veel aandacht voor het individuele kind, maar hij was ook gericht op de sociale dynamiek in de klas. Thijssen was ook politiek actief. Hij zat voor de SDAP in gemeenteraad van Amsterdam en hij was ook Tweede Kamerlid. Theo Thijssen kreeg een standbeeld op de Lindengracht, er is een Theo Thijssenprijs voor jeugdliteratuur. Het buurtmuseum in de Jordaan draagt de naam Theo Thijssen Museum.
Schoolnamen
Tot 1920 was het vrij gebruikelijk om gemeentescholen een nummer of een code te geven. Zo kende Waddinxveen bijvoorbeeld twee openbare scholen: school A en school B. Na verloop van tijd
kregen de twee scholen echte namen. School A werd omgedoopt tot Jan Ligthartschool en school B heette vanaf 1950 Theo Thijssenschool. Daarnaast werd het aantal lagere scholen vanaf de jaren vijftig flink uitgebreid. Door de babyboom was er behoefte aan meer onderwijscapaciteit. De namen voor de nieuwe openbare lagere scholen werden door de gemeenteraad vastgesteld. Vanaf die tijd werd in de gemeenteraad vaak het voorstel gedaan om een school naar Jan Ligthart of Theo Thijssen te noemen. Daarbij was er veel concurrentie vanuit het Koninklijk huis: Juliana, Beatrix, en vanaf de jaren zestig ook Willem-Alexander werden ook vaak vernoemd. Een mooi voorbeeld van deze concurrentie deed zich voor in 1955 in de gemeente Idaarderadeel. Daar werd een nieuwe school gebouwd en er werd het voorstel gedaan om een nieuwe school naar Theo Thijssen te noemen. Een ander lid van de gemeenteraad voelde er meer voor om de school naar Beatrix te noemen, omdat de school op de verjaardag van de prinses in gebruik was genomen. Overigens lijkt het erop dat beide namen het niet hebben gehaald, waarschijnlijk is het in dit geval uitgedraaid op een compromis.
scholen en straten in de loop der jaren (proefversie); kleine groene stip = Jan Ligthartschool, kleine rode stip = TheoThijssenschool, grote groene stip = Jan Ligthartstraat, -plein, enz., grote rode stip = Theo Thijssenstraat, -plein, enz.
Op de kaart is te zien dat Jan Ligthartscholen en Theo Thijssenscholen in het hele land te vinden waren, maar ze zijn vooral geconcentreerd in Holland, Gelderland, Twente, Noord-Drenthe en Oost-Groningen. In Friesland, op Harlingen na, waren Ligthart en Thijssen niet populair voor vernoeming. Mogelijk is dat te wijten aan de voorliefde voor Friese schoolnamen. In het zuiden van het land zijn de Ligthart en Thijssenscholen ook dun gezaaid. Dit komt doordat het openbaar onderwijs in deze regio veel later ingang vond. Verder is het interessant om te zien dat sommige delen van het land –de Veluwe, Salland en ook Noord-Brabant- voornamelijk groene stippen laat zien; hier zijn veel scholen, en ook enkele straten naar Jan Ligthart genoemd. Mogelijk heeft dit te maken met zijn christelijke achtergrond; van huis uit was hij gereformeerd, later werd hij vrijzinnig protestant. Ligthart was overigens, net als Thijssen, wel voorstander van openbaar onderwijs.
De eerste school die Jan Ligthartschool werd genoemd staat in Den Haag. Ligthart was decennia lang hoofdonderwijzer op de school in de Tullinghstraat geweest en na zijn dood in 1916 werden direct plannen gemaakt om de naam van Ligthart aan de school te verbinden. Vanaf 1925 heette de school formeel Jan Ligthartschool. Vanaf 1926 was er een protestantse Ligthartschool in Amsterdam-Oost. Amsterdam-Noord had rond 1929 ook een Jan Ligthartschool, maar deze werd in 1934 al weer opgeheven; in dat jaar sloot de gemeente Amsterdam tientallen scholen. Dit had te maken met het besluit om de klassen groter te maken. Een klas mocht uit maximaal 48 leerlingen bestaan. Door deze maatregel konden er verschillende scholen opgeheven worden. Vanaf 1928 komen er Jan Ligthartscholen in Nederlands Indië. Laag-Soeren, de plaats waar de pedagoog overleed, had een Jan Ligthartschool en heeft nog steeds een Jan Ligthartlaan.
De eerste Theo Thijssenschool stond in Heerlen. Thijssen heeft deze school zelf opgericht, omdat hij van mening was dat ouders de mogelijkheid moesten hebben om voor neutraal onderwijs te kiezen. In Amsterdam werd Westerstraatschool in 1947 omgedoopt in de Theo Thijssenschool. In 1948 was er nog een actie om de Westerstraat om te dopen tot Theo Thijssenlaan, maar tegen dit voorstel zeiden burgermeester en wethouders ‘Nee’.
Vanaf de jaren tachtig zijn door reorganisaties, fusies en afbraak veel Ligthart- en Thijssenscholen verdwenen. Soms is de school gewoon gesloten vanwege te weinig leerlingen of de school is opgegaan in een grotere onderwijsorganisatie. Het komt ook voor dat scholen, na bijvoorbeeld nieuwbouw, kiezen voor een nieuwe naam. Op dit moment zijn er nog 17 Jan Ligthartscholen en 7 Theo
Thijssenscholen over.
Schoolnamen zjn aan mode onderhevig, het is in deze tijd niet langer ‘in’ om een basisschool te noemen naar een persoon. Tegenwoordig moet de schoolnaam refereren aan de missie van de school of aan de beoogde doelgroep. Zo kan het gebeuren dat de naam Jan Ligthartschool moet plaatsmaken voor De Triangel, De Tandem, Het Palet, Het Veldboeket, De Gentiaan of Het Sterrenschip. Schoolbesturen verliezen zich in metaforen. De Theo Thijssenscholen zijn ook grotendeels verdwenen en zijn vervangen door scholen met namen als Jules Verne of Oase.
Een Jan Ligthartschool en een Theo Thijssenschool binnen één gemeente
Mijn eigen Jan Ligthartschool in Nieuwe Pekela werd in 1996 na nieuwbouw en samenvoeging met de kleuterschool Beudelhörn omgedoopt tot ‘De Linde’. Gelukkig is er in het dorp nog steeds de Theo Thijssenschool; die staat sinds 1948 in Boven Pekela. Lange tijd heb ik gedacht dat het bijzonder progressief zou zijn wanneer een gemeente zowel een Jan Ligthartschool als een Thijssenschool binnen de grenzen heeft, maar uit deze inventarisatie blijkt het verschijnsel vrij normaal te zijn: 25 dorpen en steden hebben of hadden ooit een Jan Ligthartschool én een Theo Thijssenschool. Nieuwe Pekela en Waddinxveen zijn dus geen uitzonderingen. Het verschijnsel deed zich bijvoorbeeld ook Groningen, Almelo, Apeldoorn, Almaar en Dordrecht.
Ik heb geen onderzoek gedaan naar de redenen van gemeenten en schoolbesturen om een school naar Jan Ligthart of Theo Thijssen te noemen, maar wellicht hielp het als de gemeenteraad een hoog PvdA gehalte had. Thijssen was jarenlang actief voor de SDAP, Jan Ligthart hield zich afzijdig van partijpolitiek, maar hij had wel sympathie voor de sociaaldemocratie. Dat er relatief veel Ligthartscholen zijn geweest kan te maken hebben met het feit dat op sommige kweekscholen de Jeugdherinneringen van Ligthart als verplichte of aanbevolen literatuur gold. Bovenal is het natuurlijk zo dat de boeken van Theo Thijssen nog steeds geliefd zijn en dat de boekjes over Ot en Sien van Jan Ligthart jarenlang gebruikt zijn om te leren lezen.
De toekomst van de postume roem
De hausse van de Jan Ligthartscholen en de Theo Thijssenscholen is voorbij. Toch verwacht ik dat enkele scholen zullen volharden in het behouden van hun naam. Zo is het onvoorstelbaar dat de Jan Ligthartschool in Den Haag zal verdwijnen. Na de dood van Jan Ligthart in 1916 werd al snel besloten om de school aan de Tullingstraat, waar Ligthart zelf jarenlang lesgaf, voortaan de Jan Ligthartschool te gaan noemen. In Bussum, Gouda en Goes staan nog steeds buurthuizen die genoemd zijn naar Jan Ligthart.
Het is ook ondenkbaar dat de Theo Thijssenschool in de Amsterdamse Jordaan vrijwillig zijn naam zal inruilen voor iets nieuws. Het is niet zo dat Jan Ligthart en Theo Thijssen helemaal uit de mode zijn. Twintig jaar geleden is er nog een straat in Den Haag naar Jan Ligthart genoemd. In die tijd ontstond ook de Theo Thijssenacademie, een Pabo in de stad Utrecht. En sinds kort heet een gebouw van de Hogeschool van Amsterdam het Theo Thijssen Huis. Gelukkig veranderen straten niet vaak van naam en daarmee lijkt de postume roem van de twee schrijvende onderwijzers voorlopig gewaarborgd. Het is niet ondenkbaar dat er in de toekomst nog hier en daar een Jan Ligtharthofje of en een Theo Thijssenpaadje bijkomt.
In het Theo Thijssen Museum is t/m 30 juni 2012 een tentoonstelling te zien onder de titel: ‘Jan Ligthart en Theo Thijssen, twee bevlogen schoolmeesters uit de Jordaan’
Foto Jan Ligthartplein: Alfons van Camp
Reacties (2)
Een heel lang stuk eigenlijk, maar interessant. Ik vond het de moeite van het lezen waard.
Een prachtig stuk wat heel wat studie heeft gekost. Dank daarvoor !