Vanavond begint de Maand van de Geschiedenis. Het thema van dit jaar: Ik en wij. Op uiteenlopende manieren worden de verschillende aspecten van de Nederlandse identiteit in historisch perspectief geplaatst, door tentoonstellingen, theateruitvoeringen, symposia en nog vele andere activiteiten. Met veel aandacht voor integratie en de invloed die immigranten door de eeuwen heen op de Nederlandse cultuur, rituelen, gebruiken en wetgeving hebben gehad.
Het officiële startschot wordt over een paar uur in de Amsterdamse Stadsschouwburg gegeven met onder meer een debat over integratie en de presentatie van een boek dat de multiculturele samenleving in historisch perspectief plaatst: over vreemdelingen en vreemdelingenbeleid in het Romeinse Rijk. Hopelijk kan het reflecteren over 2000 jaar omgaan met vreemdelingen wat broodnodige relativering in het huidige integratie- en immigratiedebat geven.
In het boek vertelt Fik Meijer over de enerzijds soepele integratie van (met name) immigranten uit de oostelijke mediterrane wereld, die via de wagenrennen in contact kwamen met alle lagen van de lokale bevolking en zodoende een deel van de Romeinse cultuur leerden begrijpen en er deel van konden uitmaken. Maar hij haalt ook politici als Cicero en schrijvers als Lucanus aan, die in de komst van de andere volken vooral een bedreiging zagen omdat ze de deugden waarmee Rome groot was geworden zouden ondermijnen. In de woorden van Lucanus: de stad vult zich met uitwerpselen van de hele wereld.
Na alle recente verwijzingen naar islamitische hordes die voor de deur staan is het goed ook eens stil te staan bij het beleg van Leiden, niet door de Turken, maar door de voorvechters van het katholieke geloof, een aanval die vandaag precies 437 jaar geleden werd afgeslagen. En het is goed te bedenken dat de enorme immigratiegolven in het Amsterdam van de Gouden Eeuw de stad niet bepaald zwakker en minder welvarend hebben gemaakt.
Dat immigratie en contacten tussen verschillende culturen en godsdiensten tegelijkertijd problemen kunnen opleveren is eveneens van alle tijd. De geschiedenis laat dat onverbloemd zien. Maar meer dan jezelf te verliezen in doemdenken, is het, met duizenden jaren immigratieproblematiek achter ons, eerder zaak vooral die problemen te benoemen die er daadwerkelijk zijn en deze proberen op te lossen. En ons niet te verliezen in de apocalyptische scenario’s zoals Lucanus die zijn lezers voorspiegelde.
Als we met z’n allen iets meer lessen leren trekken uit het verleden, hoeven we niet meer zo onder de indruk te zijn van die Nederlander met Marokkaanse ouders die zijn ‘fokkin’ Gouden Kalf’ moet inzetten om een weerwoord te bieden aan politici die een angstklimaat creëren. De hoop, herkenning en ontroering worden dan simpelweg vervangen door vanzelfsprekendheid, omdat we tijdelijke hobbels in een breder, historisch perspectief plaatsen. Dat is ook de titel van het Boek van de Maand van de Geschiedenis. Lessen uit Rome. De vreemdeling in het Romeinse Rijk en de Europese Unie. Laten we hopen dat tenminste een paar van die lessen ter harte worden genomen.
Reacties (8)
Het begint inderdaad vandaag, maar het debat in de stadsschouwburg is morgenavond:
http://maandvandegeschiedenis.innl.nl/page/23930/nl
of is dat een foutje?
De link om kaarten te bestellen werk niet.
Rechtstreeks bestellen kan ook bij de stadsschouwburg
http://www.ssba.nl/page.ocl?pageid=2
Hier het hele programma:
http://www.ssba.nl/page.ocl?pageid=3&ev=45209
Wel leuk met Maarten van Rossem, maar €18,50 is natuurlijk niet een prijs die een gemiddelde immigrant zich kan veroorloven.
Je hebt helemaal gelijk, het artikel was eigenlijk bedoeld voor dinsdag en deze passage heb ik verzuimd aan te passen. Dank je voor het opmerken.
Mooi onderwerp. Ik blijf het een lastige oefening vinden. Immigratie in deze tijd (gedomineerd door (min of meer) sterke, invloedrijke natiestaten) vergelijken met pak hem beet het Romeinse rijk. (In hetzelfde rijtje: was Jacob van Deventer een collaborateur?)
Ik weet nooit welke lessen je werkelijk uit de geschiedenis kunt trekken. Ja, de geschiedenis herhaalt zich, maar telkens op een nieuwe manier. Pas achteraf kun je constateren dat er van herhaling sprake was.
Misschien kan geschiedenis zorgen voor de nodige contextualisering, bijvoorbeeld bij het schetsen van scenario´s.
Lessen leren van het verleden is inderdaad een stuk makkelijker gezegd dan gedaan. Althans, hele concrete lessen. Wat je, voor wat betreft integratiekwesties, hopelijk wel kunt bereiken door af en toe achterom te kijken naar het verleden is (op zijn minst) wat relativeringsvermogen en vertrouwen dat de wereld niet direct vergaat. En inderdaad, misschien zal dit achteraf ijdele hoop blijken, dat weet je nooit.
Ten aanzien van Van Deventer: je doelt op zijn cartografische activiteiten? Lastig punt. Op basis van het feit dat Spanje uiteindelijk capituleerde zou je kunnen zeggen van wel, maar aanvankelijk werkte hij natuurlijk voor de rechtmatige vorst. Dus per saldo: niet schuldig.
zekere zaken uit de geschiedenis herhalen zich,
de geschiedenis zelf herhaalt zich never nooit niet.
Problemen vragen om een oplossing of tenminste om een uitleg; wat eraan te doen,
wat ervan te denken? Westers is het ook de Annalen van de Geschiedenis = De Tijd erop na te slaan – te exploreren* – of daar in de vormen van parallellieën en directe causaliteit antwoorden te vinden zijn op vraagstukken die ons vandaag kwellen.
Neem de NMI.
1. Een publicatie naar aanleiding van het CPBureau Rapport van 2003 over ‘Immigration’ etcet. vertelt: ‘De afgelopen vijftien jaar heeft Nederland ruwweg evenveel immigranten geabsorbeerd als in de twee eeuwen vanaf de Slag bij Nieuwpoort tot de Franse tijd’.
2. Met de (oude) binnenkomende groepen zo-even grofweg door mij geïnventariseerd (Joden, Hugenoten) had en heeft Nederland banden van staatkundige -, religieuze – en verwantschappelijke aard. En het was op grond van deze ‘sprekende’ relaties** dat al die verschillende nationaliteiten toegang tot Nederland werd verleend. De compenserende belofte van culturele verrijking, een met huilerige galm verkondigde ‘Traditie (van immigratie) waar we trots op dienen te zijn’, en blinde humanitaire gronden, het speelde toen allemaal geen rol. Wat besliste waren de plichten door de relaties opgelegd. En ook de economie. Joden en Hugenoten, daar had je wat aan.
3. De kans in onze Geschiedenis bemoedigende factors te vinden die hoop bieden voor oplossing van onze huidige integratieproblematiek, is als nihil te beoordelen. Op wat rationalisaties* na. Omdat ons immigratoir verleden en heden wat de NMI aangaat, te verschillend zijn. Want vroeger:
(1) Was Nederland niet overbevolkt (oecologisch uitgewoond);
(2) bestond er geen centrale kas waaruit voor levensonderhoud van legio vreemdelingen zorgeloos quasi-eindeloos kon worden geput;
(3) had Nederland met de grootste importgroepen relaties van fundamentele aard gemeen; (zie 2.)
(4) kwamen de immigranten binnen druppelen of waren ze zich in grotere groepen meldend door grote tussenpozen in tijd van elkaar gescheiden.
4. Begripsmatig is de NMI nog het best te vergelijken met het binnenvallen bij ons van de Batavieren. Een volksverhuizing oftewel een invasie. Toch ook een stukje vaderlandse Geschiedenis. Heel leerzaam: de NMI geen immigratie, maar inval en occupatie. Cf. P. Lakemans ‘Binnen zonder Kloppen’
In dit perspectief zal het lonen er ook Buitenlandse Geschiedenis bij te halen. Ik neem 2 episodes
1] Ik denk aan buitenlanders, de anderen; of uitlanders zoals de ‘raiders’ van Dr. zonder grenzen Jameson (Transvaal 1895) onverbloemd werden genoemd. Sir L.S. Jameson (1853-1917) was geneesheer in Kimberly, Zuid-Afrika. Ook had de arts politie¬ke aspiraties. Hij streefde naar politiek stemrecht in de Republiek van Zuid-Afrika (RZA) ook voor ‘uitlanders’. Die waren door goudkoorts gedreven van overal uit de wereld naar RZA gekomen. Maar hij werd tegengewerkt door de regering van dat land en toen pleegde Dr. Jameson in 1895 met zo’n 500 pistoleros, desparados, outlaws of hoe ze te noemen een aanval op een deel van dat gebied, Transvaal.
Jameson persoonlijk, zijn entourage en zijn daden, lenen zich direct voor vergelijking met wat ons in deze tijd aan het overkomen is.
Je ziet democratie, goud (= sociale uitkeringen), ongewenste, tomeloze immigratie en avonturisme gemengd met misdaad heel spectaculair samenkomen, toen daar, nu hier. En heel in de verte zou je in Jameson met zijn ‘gang’ de ‘founding father’ van onze moderne Artsen zonder Grenzen kunnen ontwaren.
2] Vaak bepalen tijd en toestand hoe je buitenlanders noemt. Zo vraag ik mij af hoe Santa Anna (1794-1876) de Amerikanen betitelde, eerst toen hij ze als immigranten in Tejas toeliet, later, toen ze van dat land Texas begonnen te maken. En Sir Jameson had eerst pech en de Amerikanen op den duur geluk, wat erop zou kunnen wijzen dat namen niet zoveel zeggen. Of juist in ons geval weer wel en daarom ga ik er mee door.
Na dit exploratief historisch onderzoek lijkt de NMI een verschijnsel waarvan de complexiteit geen diachronisch-historische oplossing toelaat. De NMI is iets geheel nieuws. Zij is de samengesmolten som van: migratie + volksverhuizing + bezetting + roof.
* Dit is exploitatie van de Geschiedenis (vergelijk ‘exploreren’ uit 1e alinea). Zie PS onderaan.
**T. Parsons, Functie II: Integration. Mensen integreren in een gemeenschappelijk Verhaal, niet in een Economie.
PS Exploitatie van de Geschiedenis.
In 2002 kwam een aantal niet geringe Nederlanders ten huize van dominee van der Linden bijeen. In Den Haag. Om over ‘de’ immigratie = NMI te praten. Een van de samenstellers van dit Haagsche ensemble was de Prof. Entzinger, socioloog, migratie-deskundige en meen ik een van de architecten van de multiculturele samenleving. Dit Frankensteinachtig gedrocht annex gevaarlijke fantoom was uit de hand gelopen en goede raad duur gebleken. Er moest een dominee aan te pas komen
Tot welke Inzicht kwam dit Haagsche Gezelschap? Deze.
‘Naast het vluchtelingenvraagstuk is migratie een verschijnsel dat wij’ – wij?, wie is dat? – ‘zullen moeten aanvaarden als onvermijdelijke ontwikkeling van de geschiedenis.’ Ja, zo staat het er, ECHT. Bedenken we bij de waardering van deze Boodschap, die een Hoger Komaf niet uitsluit, dat er de kennis en wijsheid van een anthropoloog, socioloog etc. in zal zijn verwerkt. En niet die van een serieuze historicus. Uit wat het uitkraamt, laat zich van dat Haagsche ensemble opmerken dat het:
1. Er zelfs bij benadering geen blijk van geeft te weten (1) hoe de NMI in elkaar zit en (2) waarheen het met de gevolgen van dit superverschijnsel gaat. Het Edict van ’s-Gravenhage bewijst dit. Dít nota bene met NMI regeringsadviseur Entzinger erbij die er jaren op heeft moeten zitten broeden, als gehonoreerd Hoogleraar sociologie en anthropologie! Onvoorspelbaarheid ten top dus.
2. Voor de NMI de Geschiedenis niet benut voor wetenschappelijk verkenning, maar als dump. Omdat Geschiedenis als antistructuur de onvoorspelbaarheid alias onbegrip zelve is, mag dit Haagsche gebruik niet volstrekt onlogisch worden genoemd. Wat je verpest hebt, kun je daar het beste kwijt. Wie voor het verklaren van een gebeurtenis naar de geschiedenis verwijst, zegt: het gebeurde is gebeurd. Tautologisch onbegrip dus. Maar onbegrip kan van begrip getuigen. Per slot van rekening is absolute waarheid slechts in tautologieën te vinden.
3 Een aanvullende, minder verfijnde duiding van die Haagsche uitbuiting van de Geschiedenis gaat zo. ‘Ze’ hebben van de NMI niets begrepen, er niets aan gedaan, en het fenomeen aanvankelijk zelfs toegejuicht en is het uit de hand gelopen. Het volk mort, reputaties staan op het spel en proberen zij de blaam voor die monsterachtige immigratie te ontlopen. ‘Ze’ willen doorgaan met kansels te beklimmen en in wetenschappelijke fora zitting te nemen. Daarom beginnen ze te praten over de ‘onvermijdelijke ontwikkeling van de geschiedenis’. Gewauwel van schuldigen aan het veroorzaken van een historische ramp. Eigenlijk hun schuldbekentenis. Ik zou in dit geval van de oneigenlijke historische methode willen spreken
“(1) Was Nederland niet overbevolkt (oecologisch uitgewoond);
(2) bestond er geen centrale kas waaruit voor levensonderhoud van legio vreemdelingen zorgeloos quasi-eindeloos kon worden geput;
(3) had Nederland met de grootste importgroepen relaties van fundamentele aard gemeen; (zie 2.)
(4) kwamen de immigranten binnen druppelen of waren ze zich in grotere groepen meldend door grote tussenpozen in tijd van elkaar gescheiden.”
Wat een onzin HPax! Dat jij zo lekker pseudo-wetenschappelijk xenofoob bezig ben mag je zelf weten.
1. Overbevolkt hangt af van de woonvoorziening en het vreten, dat was vroeger een groter probleem. Drie gezinnen in een huis waar nu 1 student al moeite mee heeft, en hongersnoden kwamen nog voor tot en met in de 19e eeuw. Met de middelen van toen was een land veel eerder uitgeput dan nu, in onze rijkdom.
2. Centrale kas was er wel degelijk, allereerst bij de kerkgenootschappen waar je lid van was en anders bij de stadskas, want men wilde geen mensen laten sterven of op straat laten staan. Trouwens dat eindeloze is overdreven, dat gebeurt nu ook niet in Nederland, dat vind jij met je zwaar gekleurde mening.
3. Fundamentele relaties waren er niet met anderen dan die lid waren van de staatsgodsdienst, dus roomse luitjes en joden vielen daarbuiten. En omdat niet overal een fonds was vanuit hun godsdienstige achtergrond, kregen zij juist weer veel uit de stadskas.
4. Nooit van oorlogen in de westerse wereld gehoord?