COLUMN - Naast ons zit een jong koppel van begin twintig. Beiden type ‘hipster’. Inclusief grote bril met dik, zwart montuur en gebreide kriebeltrui met daarop ondefinieerbare motieven. Ze zijn duidelijk ‘smoorverliefd 2.0’. Waar ze enkele jaren geleden nog half vrijend en verstrengeld in elkaars ledematen samen een voorgerecht als hoofdmaaltijd zouden hebben uitgezocht – want: verliefd, dus: weinig honger – zitten ze nu innig geanimeerd en vooral liefdeloos lijkend met hun smartphone te stoeien. Nadat hun carpaccio met rucola sla en pijnboompitjes nauwkeurig in fasen op de foto staat en direct op Instagram kan worden geplaatst, laten ze elkaar de resultaten zien. Er wordt besloten enkele filtertjes over de gemaakte pics te zetten, zodat de carpaccio nóg roder lijkt en de sla nóg groener. Dan volgt het hoofdgerecht. De digitale rituelen herhalen zich. Het koppel geniet van elkaar(s) (foto’s).
Ik heb er een hekel aan. Niet aan eten, maar aan de enorme hoeveelheid van de, meestal letterlijk, smakeloze foto’s die via de social media worden verspreid waarop een bord met eten te zien is. Al dan niet half aangevreten of voorzien van één van de vele filtermogelijkheden waar men desgewenst de ‘smakelijke foodfoto’ mee kan bewerken. Geregeld kom ik in mijn timeline op Facebook of Twitter, foto’s van voedsel tegen dat zogenaamd bereid lijkt te zijn in de jaren zestig (retrofilter, lekker hoor…) waardoor het meer lijkt op braaksel dan op een smakelijk maaltje, geserveerd in een goed restaurant. Of foodfoto’s waarvan de kleuren zó fel zijn, dat de culinaire hoogstandjes uit een radioactief driesterrenrestaurant lijken te komen. Oja, vergeet niet een pakkende tekst erbij te plaatsen. ‘Nomnomnom…’ bijvoorbeeld, dat is ‘Instagrams’ voor: lekker.
Nu klink ik wel heel bijdehand en (lichtelijk) cynisch. Toch ben ik erachter gekomen dat het maken van veel foodfoto’s, en het plaatsen daarvan op Instagram, ook een positieve kant heeft en zelfs baanbrekend kan werken! Onderzoekers aan een Amerikaanse universiteit hebben namelijk onderzoek gedaan naar de link tussen het zien van veel foto’s van bijvoorbeeld hartig eten (denk aan chips, patat, enz.) en het verlangen naar dat voedsel na afloop van het bekijken van die foto’s. Daaruit is overduidelijk naar voren gekomen, dat wanneer je langere tijd kijkt naar veel foto’s van hartig eten, je geen trek meer hebt in het getoonde voedsel!
Dit wil dus zeggen, dat alle moeilijke en zwaarbevochten tel-je-dagelijkse-calorieën-op-en-eet-een-wortel-diëten van de laatste decennia de prullenbak in kunnen. Weg met al die commercieel gehaaide boeken met slankheidtips en onmenselijke diëten! Mijn advies is dan ook: Wil je lekker hip ‘afvallen 2.0’ en tegelijkertijd als een ware addict blijven (food)Instagrammen? Maak dan vanaf nu nog eenmaal al je verleidelijkste, dikmakende voedseltriggers, maak hier foto’s van (liefst met een afstotende fotofilter), plaats ze allemaal op Instagram onder de kopjes ‘dikmakers hartig’, ‘dikmakers zoet’ en ‘dikmakers vet’, zet er nog één keer een pakkende tekst bij (bijvoorbeeld: ‘Bahbahbah…’). Wis ook alle mogelijke gezonde foodfoto’s uit je rijkelijke Instagrambestand en start vandaag nog met je eigen ‘Instagramdieet’! Succes gegarandeerd, de Insta(kilo)grammen zullen er vanaf vliegen!
Ga ik even patent aanvragen…
Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad.
Reacties (4)
Iemand een link naar artikel daarover?
Pfff…
ik lees vooroordeel op vooroordeel en vervolgens sluit je af met een ‘wetenschappelijke’ ondersteuning voor je betoog zonder bronvermelding. Een krantje van de middelbare school zou het nog beter doen. Mijn excuses Pascal en shame on you, NRC.
@2: Het mag toch duidelijk zijn dat dit geen wetenschappelijk vertoog is, maar eerder een niemendalletje met hoogstens columnachtige pretenties. Voor een column kan dit bericht ermee door, al denk ik wel dat er een alinea of twee uit gegooid had kunnen worden. Er zit iets te veel vulling in.
Wat was het vroeger (het pre-digitale tijdperk) toch gezellig!!!