Een week of drie geleden publiceerden de Vlaamse televisieomroep VRT en de krant De Tijd drie artikelen over de illegale handel in oudheden in België. Eén daarvan ging over de Benin-bronzen, het interessantste ging over een Egyptisch beeldje en het derde ging over de vraag waarom nu net België een draaischijf is geworden in de internationale zwarte handel. Het antwoord laat zich raden. De handel in illegale oudheden “heeft kunnen profiteren van de laksheid bij de overheden die moeten strijden tegen dit soort fraude”, aldus Sarah Durant, woordvoerster van het Brussels parket. De laatste specialist bij de Belgische federale overheid is begin dit jaar met pensioen gegaan en de centrale dienst kunstcriminaliteit is opgedoekt.
Als het over illegale oudheden gaat, kennen we uit Nederland soortgelijke journalistieke stukken. Theo Toebosch schrijft er regelmatig over in het Handelsblad het NRC: de grafgiften van Ny-Kau-Ptah, inbeslagnames op de kunstbeurs Tefaf, de Sapfo-papyri, illegaal keramiek in het Amsterdamse Allard Pierson-museum en nog vorige maand de arrestatie van de Italiaanse grafrover Raffaele Monticelli. Ik heb zelf een artikel in de pen gehad over de plundering van opgravingen, niet in verre buitenlanden maar hier in Nederland. Daarbij stuitte ik op zóveel voorbeelden dat het domweg geen krantenartikel meer zijn kon. Wie denkt een boek over illegale oudheden te kunnen schrijven dat geen eindeloze herhaling van steeds hetzelfde verdrietige verhaal is, kan zich melden en krijgt mijn documentatie cadeau.
Moeizame aangifte
Ik zou overigens van de Nederlandse politie niet zeggen dat ze laks is. Misschien speelt, net als in België, zoiets wel mee, maar het is ook lastig een aangifte op te nemen. Want daar komt een archeoloog het bureau binnen.
“Mijn opgraving is geplunderd, ik kom aangifte doen.”
“Prima, gaat u zitten, we gaan aan het werk. Wat is er weg?”
“Eh, tja, dat weten we niet. Het was nog begraven.”
“Hum. Dat maakt het moeilijk. Heeft u een vermoeden waar de buit nu kan zijn?”
“Nou, eh, nee. We zouden eerst moeten weten wie de opgraving heeft geplunderd. Maar het is ’s nachts gebeurd. We weten alleen dat plunderaars Nederlandse vondsten eigenlijk altijd aanbieden in België. En andersom.”
“Dus als ik het goed begrijp wilt u dat we onze Belgische collega’s vragen te zoeken naar iets waarvan wij niet weten wat het is?”
Ik heb een agent gesproken die even meende in het ootje te worden genomen. Hij wist natuurlijk beter, maar het moge duidelijk zijn dat het moeilijk is te komen tot een werkbare aangifte. Ik ken er slechts twee. De eerste, in Maastricht, leidde tot een veroordeling, waar de rechter een plunderaar een gebiedsverbod oplegde (na de opgraving). De andere aangifte is gedaan in de omgeving van Nijmegen en wacht op behandeling. Dat is alles.
In Nederland kan alles
Ondertussen zou het mij niet verbazen als niet België het belangrijkste scharnierpunt is, maar Nederland. De eerste reden is de aanwezigheid van een geavanceerde financiële infrastructuur. Dat is geen sarcastisch synoniem voor fraude, maar het is wel zo dat de transacties niet voor iedereen te volgen zijn. Een miljonair die gestolen goed wil kopen, kan in Amsterdam constructies laten bedenken die voor de recherche niet meteen doorzichtig zijn.
Een tweede reden waarom Nederland weleens kan uitgroeien tot een knooppunt van de zwarte handel, is de passiviteit van de wetenschap. Mijn eigen artikel over plundering heb ik laten lopen toen ik ontdekte hoeveel brandbrieven de KNAW had doen uitgaan om te waarschuwen voor de vernietiging van wetenschappelijke data. Nul. Het probleem is welbekend en serieus, maar de aantasting van de wetenschap kan de wetenschapsdames en -heren geen zak schelen. Sterker nog, er zijn wetenschappers die de publicatie van illegale oudheden acceptabel vinden. Lees maar hier of daar. Men heeft er geen moeite mee de verkoopwaarde van gestolen goederen op te drijven. U en ik noemen dat medeplichtigheid aan heling, maar aan de universiteit heet dat, geloof ik, valorisatie.
[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]
Reacties (1)
Nog een derde reden: Nederland is een transport land. Grote havens. We zijn al een knooppunt voor drugs. Als er al tonnen coke tussen de bananen zitten, kan daar ook nog wel een stukje oudheid bij