John Costelloe, gemeenteraadslid voor Sinn Féin in het Ierse Limerick heeft zich de kritiek van zijn collega’s op de hals gehaald met een opmerkelijk voorstel. Hij wil het Britse koninklijke wapen van de postbussen in Ierland afslijpen. Costelloe: ‘Waarom hebben we nog steeds die Britse tekens langs onze wegen? We kunnen ze eraf slijpen. Laten we het logo van ons eigen Postbedrijf erop zetten, niet het koninklijke wapen. We zijn een onafhankelijk land. We begrijpen allemaal onze geschiedenis, maar we hoeven er niet elke dag van de week aan herinnerd te worden.’
Costelloe’s collega Conor Sheehan (Labour) reageerde geschokt op het beeld van de slijpmachine. ‘Je gaat toch ook niet met een voorhamer het St. Johns Castle te lijf’, zei hij met verwijzing naar een van de belangrijkste toeristische attracties van de stad. Fine Gael raadslid McSweeney maakte er meteen een politiek punt van tegen Sinn Féin: ‘We kunnen ons verleden niet uitwissen, maar ik geloof wel dat er hier enkele partijen zijn die een heel duister verleden hebben en niet willen dat dit herinnerd wordt. Helaas zal een slijpmachine deze geschiedenis niet verwijderen.’
Vrijstaat
Maandag is het honderd jaar geleden dat de Ierse Vrijstaat tot stand kwam. De nationalisten gingen akkoord met het Anglo-Ierse Verdrag waarin de onafhankelijkheid van Ierland met uitzondering van zes Noord-Ierse graafschappen werd erkend. Het betekende het einde van de onafhankelijkheidsoorlog. De Britse troepen trokken zich terug, maar de constitutionele band met het Britse Koninkrijk bleef bestaan. Ierland kreeg de status van een dominion zoals Canada en Australië met de Britse koning aan het hoofd.
Dat zinde een deel van de nationalisten niet. In april 1922 brak een burgeroorlog uit die een jaar lang duurde en meer levens kostte dan de onafhankelijkheidsoorlog. En zonder resultaat voor de meest radicale republikeinen. Nog steeds vormen twee grote Ierse politieke partijen, Fianna Fáil en Fine Gael, (beide centrum-rechts) een soort afspiegeling van de twee partijen die tijdens de Ierse Burgeroorlog van 1922-23 tegenover elkaar stonden. Pas in 1949 zijn bij de totstandkoming van de Republiek Ierland alle formele banden met het Britse Koninkrijk verbroken.
Goede Vrijdag
Sinn Féin was honderd jaar geleden de grootste nationalistische beweging voordat het conflict over het Anglo-Ierse Verdrag uitbrak. De partij werd sindsdien in het zuiden overvleugeld door de aanvankelijk radicale Fianna Fáil maar handhaafde zich wel in Noord Ierland. Daar speelde Sinn Féin samen met het Ierse Republikeinse Leger (IRA) een belangrijke rol in de Troubles, de oorlog in Noord-Ierland vanaf de jaren zestig tussen katholieken en protestanten die in 1998 eindigde met het Goede Vrijdag akkoord.
Sinn Féin is in Noord-Ierland de grootste republikeinse partij met 26 zetels in het parlement, even veel als de grootste partij van Unionisten, de Democratic Unionist Party (DUP). In de Republiek Ierland behoort Sinn Féin sinds de laatste verkiezingen ook tot de grote partijen. De partij staat aan de linkerkant van het politieke spectrum en kon alleen door een historisch unieke overeenkomst tussen de centrumrechtse aartsvijanden Fine Gael en Fianna Fail buiten de regering gehouden worden. In de oppositie komt Sinn Féin nu op voor midden- en lager inkomens die volgens de partij flinke klappen krijgen door de stijging van de kosten van levensonderhoud. Ze eist van de regering onder andere ingrepen in de kosten van energie,de huren en de belasting op fossiele brandstoffen.
Omstreden Protocol
Na honderd jaar zijn de Ieren nog steeds niet verlost van de Britse bemoeienis met het eiland. Het recente conflict over de handel met Noord-Ierland na de brexit sleept zich voort. Een recente opiniepeiling onder Britse parlementariërs wijst uit dat slechts een kwart van hen (zowel bij Labour als bij de Conservatieven) meent dat het Protocol over de handel, waarmee de brexitonderhandelingen eindelijk konden worden besloten, goed is voor Noord-Ierland.
Professor Anand Menon, directeur van UK in a Changing Europe, een denktank over Brits-Europese relaties: ‘Dit onderzoek toont aan dat we Brexit nooit meer kwijtraken’. Catherine de Vries, hoogleraar politieke economie aan de Bocconi Universiteit in Milaan, onderschrijft dit standpunt in het FD (€). ‘De combinatie van de brexit en de ontregelde toeleveringsketens vanwege de coronapandemie, raakt de Britse economie hard. Lege schappen in de supermarkten en rijen auto’s voor de pompstations zijn geen uitzonderingen meer. De prognoses zijn niet rooskleurig. Het Britse Office for Budget Responsibility, een onafhankelijke overheidsinstantie, schat de langetermijnkosten van de brexit op £80 mrd per jaar.’
De Britten willen dus van het Protocol af. Het gevolg zou een handelsoorlog kunnen zijn met uiteindelijke de grootste nadelen voor het VK dat wereldwijd aan vertrouwen zal verliezen, aldus De Vries. ‘De minachting voor het Noord-Ierse protocol waarvan de huidige Britse regering nu blijkt geeft gaat om zoveel meer dan de brexit. De huidige situatie is niet alleen riskant voor het VK zelf, het bedreigt ook de toekomst van het multilateralisme en de internationale samenwerking in het algemeen.’
Over honderd jaar zullen de brievenbussen in Ierland met de tekenen van het Britse Koninklijk Huis wel verdwenen zijn, maar of dat met de bemoeienis van Londen met het eiland ook het geval zal zijn blijft voorlopig een grote vraag.
Reacties (3)
Een bestuurder te Limerick
die had een heraldische tic.
Hij verklaarde heel open,
hij wilde wat slopen.
Maar kreeg op zijn vingers een tik.
“De Britten willen dus van het Protocol af”
Het woordje “dus” in deze zin is nogal vreemd, want de conclusie volgt helemaal niet uit de voorgaande alinea. De lege schappen en lange rijen voor de tankstations zijn ook helemaal geen gevolg van het protocol (want komen op Groot Brittanië, waar het protocol niet op van toepassing is net zo zeer voor als in Noord-Ierland). Dat de Britten van het protocol af willen is waarschijnlijk geworteld in een soort conservatief-koloniale nostalgie ten aanzien van Noord-Ierland (als we dat al niet onder onze scepter kunnen houden, hoe dan wel de Falklands?) en bij sommigen waarschijnlijk in een malafide hoop om via de open Ierse grenzen alsnog naar de EU te kunnen exporteren, zonder aan EU standaarden te hoeven voldoen (de schizofrene gedachte dat zoiets mogelijk is, speelt ook nog steeds bij de grootste Eurofoben aan die kant van het Kanaal).
Het probleem met het protocol is dat het te goed werkt. De noordierse economie eet momenteel van twee walletjes (twee eilanden eigenlijk) en doet het veel beter dan de britse. Het protocol is daardoor een bedreiging voor de Brexitideologie van Johnson. De DUP is ook niet gediend van betere economische banden met Ierland en de rest van de EU, terwijl handel met GB moeilijker wordt.