Morgen gaan de inwoners van de kleine welvarende eilandstaat Mauritius naar de stembus. Ze kunnen kiezen tussen twee blokken, allebei van nominaal socialistische snit. Aan de macht zijn momenteel de liberale socialisten, terwijl de wat meer orthodoxe socialisten in de oppositie zitten. Beide blokken beloven hetzelfde: doorgaan met de economische liberalisering, maar wel zorgen dat de welvaart alle lagen van de bevolking bereikt.
Business is namelijk booming op het eiland, dat het gelukt is zich te positioneren als een groot zakenknooppunt tussen China, India en Afrika. Voorheen steunde het vooral op toeristen en suikerriet. De economie groeide in 2009 door, ondanks de wereldwijde crisis. Het doel is nog meer investeerders lokken, zonder teveel in de gaten te lopen als belastingparadijs. Kortom, het gaat lekker op Mauritius en de oppositie heeft weinig te winnen door te claimen dat ze het totaal anders gaat doen dan de zittende regering.
Is er dan helemaal geen gedoe? Jawel, oppositieleider Paul Bérenger, die vijf jaar geleden nog premier was, klaagt over partijdige reportages op de staatstelevisie. Interessanter is een relletje binnen het regerende blok. Minister van financiën Ramakrishna Sithanen staat niet op de kieslijst van de grootste partij in het blok, vermoedelijk omdat de leider van een kleinere partij zijn baan wil hebben. Als het geld binnen blijft rollen, is dat immers een leuke plek in de schijnwerper.