COLUMN - Een verplichte filmlijst. Dat lijkt Cinekid-directeur Floor van Spaendonck een goed idee. Een lijst van films die scholieren gezien móeten hebben. Want film is toch ook cultuur? En er is toch ook een leeslijst? Het voorstel hobbelde vorige week eventjes door de media. Het lijkt zo’n mooi idee. Op het eerste gezicht. De vraag is wat er met zo’n idee gebeurt als je er wat langer over nadenkt.
Spaendonck staat in een eerbiedwaardige traditie. Decennialang werd het onderwijs gebruikt als dumpplaats voor goede bedoelingen. Kinderen moesten Engels leren, Chinees, goede omgangsvormen, hygiëne, filosoferen, debatteren, democratisch denken, mediawijsheid, weerbaarheid, tolerantie, dansend leren, en dan ook de canon bestuderen en ga zo maar door. Jarenlang heerste het gevoel dat er op scholen geen moer gebeurde. Dat onderwijskrachten zaten te schrééuwen om ideeën om de ledige uren te vullen.
En menigeen gooide zijn goedbedoelde boodschap over de schoolmuren – wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, niet waar? God zij dank lijkt die trend verleden tijd. Langzaam raken we ervan doordrongen dat leerkrachten én kinderen helemaal geen tijd hebben voor dat gedoe. Het onderwijs zit al propvol. En de docent is al horendol. Alleen Spaendonck heeft dat nog niet door, zo lijkt het. Die flikkert nog wat over de muur. De schat.
En dan de verplichte leeslijst… Eigenlijk bestaat hij niet meer, maar hij is duidelijk legendarisch. Wie kent ze niet: Het Stenen Bruidsbed, De Donkere Kamer van Damocles, De Roos van Vlees? We moesten cultureel opgevoed. Dus moest er gelezen – minimaal twintig titels (op mijn middelbare school). Het resultaat laat zich raden. De braven deden het braaf; de rest van de klas sleurde zijn samenvattingen uit alle hoeken en gaten, zuchtte diep na het examen ‘dit nooit meer’ en was voor de rest van zijn of haar leven behept met een lichte weerzin, zo niet regelrechte walging voor de schone letteren.
Alleen die braven, die hielden er niks aan over. Niemand hoeft er dus van staan te kijken dat literatuur lezen een vrouwendingetje is geworden. Echte mannen lezen niet. En zeker geen literatureluur.
Het onderwijs is propvol. Het primair onderwijs, het middelbaar onderwijs, MBO en HBO: de programma’s zitten dichtgetimmerd. Studies moeten zo snel mogelijk afgerond, elke stap wordt genoteerd en geëvalueerd; studenten die langer dreigen te studeren dan het voorgeschreven aantal jaren kosten de school alleen maar geld, dus moeten die vroegtijdig gedetecteerd, begeleid en in de versnelling gezet.
Was studeren vroeger synoniem met vrijheid; tegenwoordig hangt de onderwijsinstelling als een Big Brother boven de student. Veel studenten klagen over studiestress. Maar het meest opvallende effect van deze dirigistische aanpak is een scheiding des seksen. De braven buigen mee, bij de rest groeit de weerzin. Jongens, jonge kerels, worden het systeem al snel spuugzat. Ze zoeken de kantjes, raken gedemotiveerd, raken de rand en kukelen daar gemakkelijk overheen.
Het hoger onderwijs is aan het ‘vervrouwelijken’, zo wordt met verbazing geconstateerd. Maar het gaat niet om de onderwerpen of het geslacht of de stijl van de leraren; wat knelt is het systeem zélf. Onderwijs is een gedwongen loop, een invuloefening geworden. Vaak ook een extreem talige invuloefening. Vaak niet meer dan ‘leer de moeilijke woorden en je bent geslaagd’ onderwijs. Meiden doen dat veel beter dan jongens. Ze vinden dat leuk. Ze werken harder, halen meer punten, vertonen minder uitval. Waarom? Zo zijn ze opgevoed. Die gecultiveerde meegaandheid werpt nu zijn vruchten af.
Het is een internationaal probleem. In hun boek The Boy Crisis beschrijven Warren Farrell en John Gray de groeiende kloof tussen jongens en meisjes op de Amerikaanse High Schools. Jongens blijven hangen. Ze scoren lager, vallen meer uit, vinden een diploma minder belangrijk dan de meiden. En het probleem is extra groot in de lagere klassen, en in de zwarte gemeenschap: daar is het verschil tussen de prestaties van meiden en jongens nóg scherper. Ondertussen verwachten economen dat van alle banen die er het komende decennium bijkomen, driekwart een serieus diploma zal vereisen. Nederland Kennisland wordt straks overgenomen door vrouwen.
Niks mis mee. En dan zal het hopelijk ook snel afgelopen zijn met de old boys networks en de onderbetaling van vrouwen. Maar hoe zal het over tien, twintig jaar zijn met de (vooral) jonge mannen die aan de onderkant van de arbeidsmarkt bungelen, terwijl de betere banen (vooral) voor vrouwen zijn? Wat voor ressentiment zal dat oproepen? Wat zal de prijs zijn van de meer dan geslaagde emancipatie?
Reacties (1)
Die meiden, die dan nog steeds niet zo erg hoeven en ook met een deeltijdcarrière tevreden zijn, worden door een voltijdsbully vol bravoure met jong geschopt zodat ze voorgoed uit de running zijn en dan krijgen we een quasi geëmancipeerde samenleving vol grote en kleine Trumpjes die denken dat ze het zo ook wel kunnen. Desnoods vragen ze het hun vrouw, die wist het toch altijd al beter.
Een overschot aan ongeschoolde, al dan niet zwarte, jonge mannen werk je wel weg met een oorlog.
Al is het niet verkeerd om bij een herinvoering van de opkomstplicht ook het zien van de film All quiet on the western front (1930 Lewis Milestone) verplicht te stellen, en anders het lezen van Remarque’s boek.
En nu ik toch al bezig ben het onderwijs effe te reorganiseren: Pak eens wat hersenonderzoek mee en laat de tieners uitslapen, zodat ze geen energiedrankjes meer nodig hebben. Dat om acht uur beginnen is toch vooral achterhaald machtsvertoon, een archaïsche vorm van Pruisische dril. Maar laat wel de schooldag inclusief huiswerkklassen en dagelijks twee uur sport tot diep in de middag doorlopen. En ja kwaliteit mag wat kosten. We maken van het leraarschap weer een begeerd (en dit keer goedbetaald) ambacht. Tax op kerosine en wat beursdingen en je bent er riant. Anders hebben we de dividendbelasting nog. Die kan ook naar 20 of 25%. Als al die bedrijven vanwege de Brexit toch naar NL willen, is dat echt geen horde.
Terug naar die uitvallende knapen: Schaf die mallenmolen af en accepteer dat ieder mens anders is, dus ook niet in dezelfde mal past. Splits al die megagrote leerfabrieken weer in kleine overzichtelijke schooltjes met elk een eigen identiteit. Concurrentie, jeweetwel.
Nou Marcel, dit eerste half uur was gratis, waar kan de factuur voor de rest heen?