In Nederland vindt in de zomer eigenlijk elk weekend wel een festival plaats. Soms zijn dat grote evenementen en soms hele kleine bijeenkomsten. Een voorbeeld van zo’n kleiner evenement is het Slag bij Waterloo-festival in Rotterdam dat aanstaande zaterdag 14 juni zijn zesde editie beleeft. Wat voor mensen organiseren dit soort dingen eigenlijk, hoe komen ze op het idee en wat komt er allemaal bij kijken? Voor een antwoord op deze vragen toog GeenCommentaar naar Rotterdam voor een gesprek met de studenten Frederik Muskens, het opperhoofd van dit jaar en Jurjen Mooiweer, een van de jongens die al vanaf het begin betrokken is. Met de vijf andere bewoners van hun studentenhuis in de Waterloostraat vormen zij de organisatie van dit jaarlijkse gratis festival, waar dit jaar niet alleen diverse bandjes, maar ook straattheater, een openluchtgalerie en diverse workshops voor kinderen te bekijken, te beluisteren en te beleven zijn.
JM: Ergens in februari in 2003 vierden wij ons jaarlijkse kerstdiner met al onze oud-huisgenoten. Op een gegeven moment komen twee jongens binnen met Napoleonpakjes aan en zeggen dat ze een belangrijke mededeling hebben. Ze hadden al een tijd geroepen dat ze een feest wilden geven, iets van een barbecue met bier op straat, voor de buurt. Nu kondigen ze aan dat ze het ook echt gaan organiseren en dat iedereen is uitgenodigd. Dat was een soort van point of no return: nu moesten ze! Het feest zou plaats moeten vinden op 18 juni: de dag van de Slag bij Waterloo.
Ja, dan ga je aan de slag. Vrienden en buurtbewoners waren zo enthousiast en kwamen zelf ook met zoveel ideeën dat we niet konden volstaan met alleen een barbecue. Dus we wilden ook een podium met muziek en poezie en zo. Via het restaurant in de straat hadden we in ieder geval een horecavergunning. Maar goed, toen moest er natuurlijk ook nog wel geld komen.
Je moet doorzetten
FM: In Rotterdam had je toen Opzoomer mee, waarmee “straat- en buurt- initiatieven voor sociale cohesie” geld konden krijgen. Wij vonden ons wel daarin passen, dus we gingen naar Opbouw Kralingen, de welzijnsinstelling die dat verdeelde. Dat bleek alleen niet zoveel te zijn, dus volgens hen konden we beter naar de deelgemeente. Die hadden hier potjes voor en daar moesten we dus maar een plan indienen. Zo gezegd, zo gedaan. We waren alleen veel te laat voor de termijnen die ze hiervoor hadden. “Leuk plan, maar jammer jongens,” kregen we te horen. Kijk, dat zijn dan de momenten dat je moet doorzetten. We hebben echt stampei lopen maken. “Dit is zo’n mooi idee, dat kan je toch niet om die reden aan de kant schuiven,” blijven bellen, dat soort werk. Na veel vijven en zessen kregen we uiteindelijk toch een toezegging dat we een bijdrage zouden krijgen. Misschien was dat om van ons af te zijn, maar ze waren ook hun subsidiesystematiek aan het wijzigen. Het kan dus ook zijn dat ze inderdaad vonden dat hun beleid niet zo handig was. Hoe dan ook, we leken door te kunnen.
JM: We hadden ook steun van anderen, maar dat was in natura. Wat dat betreft was het allemaal lekker houtje touwtje geregeld. Het podium hadden we geleend bij het Rotterdamse Corps, van de slager in de straat worst, 3 kilo kippenpoten van de poelier, appels van de groenteboer, kaas, een zeil voor boven het podium via mijn vader. Ik weet eigenlijk niet eens meer wat we met dat eten hebben gedaan -of we het nou verkocht hebben op het festival of.. geen idee meer-
De deelgemeente was dus eigenlijk onze enige bron van geld, en een week van te voren kregen we ineens te horen dat we toch niets zouden krijgen. Paniek in de tent, natuurlijk, maar we gingen gewoon weer aan de bak. We konden gelukkig met de bandjes regelen dat ze ook zouden spelen als er geen geld was, maar dat zij als eersten betaald zouden worden. Daarna zijn we naar het stadhuis gegaan. Een vriendje werkte bij de lokale PvdA-fractie, dus bij hem konden we ons verhaal kwijt. Wat er toen precies is gebeurd weten we niet; ik geloof dat er wat heen en weer gebeld is; maar twee dagen voor het festival kregen we toch een bijdrage: ?500! Daar hebben we toen het eerste festival van gegeven. (Lachend) And the rest is history..
De volgende keer is makkelijker
FM: Nou ja, history… We kregen gewoon zoveel positieve reacties op die eerste editie dat we ter plekke besloten dat deel 2 er ook moest komen, en toen deel 3, enzovoort. We hebben alleen de 18e juni als vaste datum losgelaten, en ingeruild voor een zaterdag. Ik heb wel het idee dat het organiseren na die eerste keer makkelijker is, ondanks dat het groter is. Sponsoring blijft moeilijk, en gewoon hard werken, maar we hebben onderhand al 2 jaar een budget van zo’n ?13.500. Daarvan is ongeveer 65% sponsoring en 35% van de gemeente. Dat is tegenwoordig de centrale stad.
We hebben de afgelopen jaren steeds geld uit het initiatievenfonds van de deelgemeente gehad, maar dat is nu opgeheven. Het is ook wel grappig: voor het initiatievenfonds moest je een nieuw initiatief zijn. Dus elk jaar verzonnen we maar weer een nieuw onderdeel. We begonnen met de openluchtgalerie Kunst op Klinkers, daarna hebben we straattheater toegevoegd en vorig jaar zijn we gestart met workshops voor kinderen. Al die initiatieven zijn vervolgens deel gebleven van het festival.
JM: Ook met de vergunningen hebben we eigenlijk geen problemen. We weten onderhand wanneer dingen geregeld moeten zijn, dus we zijn er tegenwoordig op tijd bij. Eén keer haden we wat last met de brandweer, dat het podium te groot zou zijn. Het kwam daardoor te dicht bij de huizen, dus volgens hen zou een brand binnen een half uur kunnen overslaan en dat mocht niet.
FM: (Lachend) We zeiden nog: “Dan duurt het ook wel lang voordat jullie uitrijden, als je er in een half uur niet bent.” Uiteindelijk hebben we gezorgd dat het zeil over het podium brandwerend was, en toen was het OK.
JM: Wat we wel merken is dat bandjes duurder worden. We hebben een aantal jaren mazzel gehad, dat een van onze huisgenoten een heleboel bands persoonlijk kende. Op die manier hebben we bijvoorbeeld Spinvis, Alamo Rack Track en Stijn voor een relatief laag bedrag kunnen boeken. Dat lukte nu helaas niet meer, dus dit jaar zijn ze nog wat onbekender, maar gezien alle goede recensies die ze krijgen zal dat wel niet lang meer duren.
FM: Die bekendheid is bovendien ook maar relatief. Wij kenden die bands wel, maar een heleboel andere bezoekers van het festival uiteindelijk toch niet. Hans Dulfer, die we in 2007 hadden, ja, die kende iedereen!
JM: Wat ik heel leuk vindt is dat het festival wel echt heeft bijgedragen aan de sfeer in de buurt. De hele straat kent ons, wij kennen de straat en heel veel mensen helpen mee aan het festival. Onze hoofdsponsor dit jaar is bijvoorbeeld een aannemer uit de buurt die al 4 jaar lang vooraan bij het podium staat te dansen. Ook krijgen we soms berichtjes op de site van mensen die schrijven: “Ik heb net een huis gekocht in de Waterloostraat en ik kom toevallig op jullie site. Wat een superinitiatief! Kan ik meehelpen?” Dat is natuurlijk fantastisch.
Het gratis toegankelijke Slag bij Waterloo-festival vindt a.s. zaterdag 14 juni plaats in de Waterloostraat in Rotterdam. Om 13.00h start Kunst op Klinkers. Vanaf 16.30h zijn er diverse optredens, onder andere van The Madd en Lefties Soul Connection. Het volledige programma is te vinden op hun website.
Reacties (2)
Klinkt grappig! Uberhaupt altijd leuk als mensen wat buurtinitiatief nemen..
En het ís leuk! Lekker biertjes drinken op straat en muziek luisteren. Stijn was geweldig vorig jaar. Goede sfeer!
Succes weer jongens!