Het naakte kind (8) ? Gelukkigste kinderen ter wereld

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

GeenCommentaar heeft altijd ruimte voor gastloggers. Dit stuk is van Dimitri Tokmetzis, een journalist die op zijn weblog over privacy, controle en toezicht in Nederland en daarbuiten schrijft. Dit is het achtste en laatste deel in de serie. Lees ook deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6 en deel 7.

Naakte pop (Foto: Flickr/a visual invasion)

Tot slot moeten we ons afvragen of het echt zo slecht gesteld is met onze kinderen. De verhalen van het Rowena en Rochelle Rikkers, Savanna de Jong en het Maasmeisje suggereren van wel. Ook de volgende cijfers zijn schrikbarend. Ze zijn afkomstig van Jo Hermanns, deeltijd hoogleraar opvoedkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar van de zeer prestigieuze Kohnstammleerstoel.

Nog meer cijfers: één op de elf kinderen volgt een vorm van speciaal onderwijs. Ongeveer veertien procent van alle kinderen krijgt één of andere vorm van extra hulp of ondersteuning. Daarnaast zijn er ook nog vele kinderen die niet in de hulpverlening terechtkomen, maar wel gebruik maken van persoonsgebonden budgetten, lokale projecten, ‘rugzakjes’, of een ander programma waar geen doorverwijzing of indicatie voor nodig is en die dus niet geregistreerd worden.

Toch komt hij tot de conclusie dat het zo slecht nog niet gaat met de jeugd.

Luister hier de podcast, of download die bij iTunes.


Download

Uit een aantal grote nationale en internationale studies blijkt juist dat het heel goed gaat met Nederlandse kinderen. Hoogstens vijf procent van de kinderen heeft te maken met een opeenstapeling van problemen. Problemen rond angst en depressie nemen de afgelopen jaren heel licht toe, maar agressie neemt weer af, of blijft gelijk. Kinderen eten gezonder en bewegen meer. Het comazuipen neemt toe, maar drankgebruik onder jonge kinderen neemt juist weer af. Roken blijft stabiel. Ook jeugdcriminaliteit lijkt wat af te nemen. Als we Nederlandse kinderen vergelijken met hun leeftijdgenoten in het buitenland doen ze het erg goed. VN-organisatie UNICEF onderzocht in 2007 het welzijn van kinderen in 21 ontwikkelde landen op het gebied van materiële welvaart, gezondheid, veiligheid, schoolprestaties, gedragsproblemen, kwaliteit van de persoonlijke relaties in het gezin en met leeftijdsgenoten, eetgewoonten, seksueel gedrag, vechten, pesten, middelengebruik en het door de kinderen zelf aangegeven welbevinden. De Nederlandse kinderen stonden eervol op de eerste plaats (.pdf), wat in veel media tot de bewonderende opmerking leidde dat ‘Nederlandse kinderen de gelukkigste kinderen ter wereld zijn’. Ook de ouders doen het beter dan vaak wordt aangenomen. Het overgrote deel van de ouders heeft een liefdevolle relatie met zijn kinderen. De opvoeding geschiedt in overleg met het kroost, maar grenzen worden ook duidelijk aangegeven. Ouders zijn nog steeds de baas. Met andere woorden: de gezinsopvoeding in Nederland voltrekt zich volgens het boekje.

Hermanns verklaart deze paradox ? gelukkige jeugd heeft meer hulp nodig ? vanuit de manier waarop we tegenwoordig met opvoedproblemen omgaan. Normaal gedrag dat vroeger bij het opgroeien hoorde, wordt steeds vaker gezien als maatschappelijke overlast. De meeste hangjongeren doen weinig mis, behalve dat ze soms herrie en rotzooi maken. Toch heeft de ‘hangjongerenproblematiek’ in veel gemeenten de hondenpoep verstoten als ergernis nummer één van de burger. Rustzoekers proberen kinderdagverblijven uit hun buurt te verdrijven vanwege de geluidsoverlast. De lat voor wat we storend, ontoelaatbaar of crimineel gedrag noemen, is de laatste jaren flink gedaald.

Daarnaast worden problemen sneller bestempeld tot aandoening. “Zorg en goede bedoelingen worden veel meer dan voorheen vertaald in het inschakelen van gespecialiseerde deskundigen. Het gaat daarbij vooral om orthopedagogen, psychologen en kinder- en jeugdpsychiaters en hun medewerkers. Deze hebben in hun opleiding geleerd een probleem op te lossen door diagnosticeren en behandelen. Daarmee worden veel opvoedingsproblemen vertaald in handicaps, psychopathologie, ontwikkelingsstoornissen of disfunctionele gezinsinteracties. Deze leiden vervolgens tot een indicatie en daarna tot een behandeling in één van de instituties voor gespecialiseerde zorg.” Een heel bekend voorbeeld is de wildgroei van het aantal kinderen dat zou lijden aan ADHD of PDNOS. Ook als ouders moeite hebben met de opvoeding wordt dat sneller gezien als een situatie waar professionele hulp gewenst is.

Hermanns vindt deze situatie zorgelijk en waarschuwt voor de ‘zuigkracht van de markt voor welzijn en geluk’. “Professionele instellingen formuleren daarin altijd wel weer nieuwe maatschappelijke problemen waarvoor hun specialistische inzet noodzakelijk is. Het gevolg is in ieder geval dat steeds meer kinderen op een vriendelijke en professionele wijze verpakt, maar toch, impliciet de boodschap krijgen dat ‘er iets met ze is’, dat ‘ze niet gewoon met de anderen mee kunnen doen’, dat ‘ze onacceptabel zijn voor de andere burgers’.”

Blijven schaatsen

Tijdens het schrijven van dit hoofdstuk moest ik vaak denken aan een reclame van Calvé pindakaas uit de jaren tachtig. Een jochie van een jaar of acht, negen ploetert op zijn Friese doorlopers tussen het riet. De zon kaatst op de bevroren rivier. Het landschap is leeg. De hemel winterblauw. Het jochie valt, krabbelt op en zet door. Bij een bruggetje ploft hij neer. Hij haalt een pakje uit zijn rugzak waar dikke boterhammen met pindakaas in zitten. Hij knaagt ze op tussen zijn grijze wanten. Een oude boer, met hooivork op zijn schouder, komt aanlopen en vraagt of het smaakt. “Boterham met pindakaas zeker,” vraagt hij. “Ja,” piept het jongetje en zegt met een lage stem: “Ze zeggen dat je er groot en sterk van wordt, van pindakaas.” Dan wil je vast wel boer worden, vraagt de boer. “En schaatser,” piept het jong. “Nou eet dan maar lekker door mien jong,” knauwt de boer. Het jongetje is uitgegeten en stapt weer op het ijs. Hij schaatst de horizon tegemoet. Terwijl boven hem de witte letters suggereren dat hij Evert van Benthem is, valt de jongen met een smak op het ijs. Krabbelt op. Gaat door. En zal twee keer de Elfstedentocht winnen.

Het is een onschuldig oer-Hollands tafereel dat bij veel Nederlanders nostalgie oproept. Maar het is nep. Kitsch. Leuk voor reclames, liedjes en rechts-populistische politici die een traantje weg kunnen pinken bij het zien van zoveel Hollands glorie. Maar het is geen tafereel waar we ons eigen kroost in laten schitteren. Want wie laat tegenwoordig nog zijn kind zover alleen schaatsen? En dat zonder gps of telefoon. Dat moet wel een slechte ouder zijn. En die boer? Dat is vast een vieze vent met onsmakelijke bedoelingen. Daar mag het jongetje helemaal niet mee praten.

We hebben aan het begin van dit hoofdstuk de ergste misdaden gezien die ouders hun kinderen kunnen aandoen. Ik heb het gedetailleerd beschreven, want dit soort mishandeling is reëel en gebeurt misschien bij u om de hoek. Natuurlijk moet hier tegenop worden getreden. Dat neemt niet weg dat het overgrote deel van de ouders heel goed voor zijn kinderen zorgt. En ze zijn soms misschien iets te huiverig voor alle risico’s die al dan niet op de loer liggen. De tijd dat kinderen zoveel vrijheid hadden dat ze onbeheerd eindeloos konden schaatsen, dat ze werden vertrouwd het juiste te doen en bovenal dat ouders andere volwassenen vertrouwden, die tijd ligt al ver achter ons. We laten kinderen niet meer onbeheerd vallen en opstaan. We houden ze aan een digitaal touwtje of bij de hand. We tonen ons betrokken, letten op alles wat ze doen en houden ze in het vizier. We vijlen de scherpe kantjes van het leven en vegen hindernissen van de weg. We creëren een gewatteerde werkelijkheid voor ze, waar ze zich niet meer hard kunnen stoten. Een werkelijkheid waar ze ook de troost en uiteindelijke vreugde van een harde maar wijze les mislopen. We doen dat omdat we van ze houden en ze ons zo dierbaar zijn. Maar ik denk niet dat we ze er altijd een dienst mee bewijzen.

Reacties (1)

#1 zmooc

wildgroei van het aantal kinderen dat zou lijden aan ADHD of PDNOS

http://en.wikipedia.org/wiki/Rosenhan_experiment

Er is vrijwel niks veranderd sinds 1973, alleen hebben we nu een gigantische molen om ons kroost in de armen van de pseudowetenschappers te drijven.