Het naakte kind (2): De verwijsindex

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

GeenCommentaar heeft altijd ruimte voor gastloggers. Dit stuk is van Dimitri Tokmetzis, een journalist die op zijn weblog over privacy, controle en toezicht in Nederland en daarbuiten schrijft. Dit is het tweede deel in een serie van acht. Lees deel 1 hier.

Naakte pop (Foto: Flickr/a visual invasion)

Het is niet overdreven te zeggen dat kinderen ? en in hun spoor het hele gezin ? naakt staan voor het oog van hulpinstanties en overheid. Waarom kom ik tot die conclusie? Voor wie staat het kind naakt, wie loopt er dan te turen? Hoe doen ze dat? Wat gebeurt met die observaties? En belangrijker nog, is het naakte, zichtbare kind daadwerkelijk een beter geholpen en gelukkiger kind?

Ieder Kind Wint in de verwijsindex

Ontmoet Yasmine, een vrolijke mollige baby van acht maanden. Ze heeft korte zwarte krulletjes en met haar grote bruinen ogen kijkt ze nieuwsgierig de wereld in. Yasmine is onlangs geboren in Rotterdam. Ze is een van de 31.000 kinderen in de stad wier welzijn door twee of meer risicofactoren worden bedreigd. Ze woont in de achterbuurt Spangen. Haar moeder is net twintig geworden. Hoewel vader als postbode werkt en in principe genoeg verdient, oogt het huis volgens de kraamverpleegkundige armoedig. Ze weet niet dat de vader ook zijn ouders en jonge broer in Marokko onderhoudt. Yasmine behoort gelukkig niet tot de zesduizend ?Maasmeisjes? die Rotterdam volgens jeugdwethouder Leonard Geluk zou tellen: de meest problematische kinderen die aan meer dan drie risicofactoren bloot staan.

Luister de podcast hieronder, of download deze van iTunes.


Download

Het lijkt erop dat Yasmine geluk had in Rotterdam te zijn geboren. De stad is een van de landelijke koplopers als het gaat om de aanpak van de problematiek van al zijn 160.000 jongeren. De ambities zijn groot. Het college van burgemeester en wethouders voert een ? wat populistisch en ongelukkig geformuleerde ? ?oorlog tegen huiselijk geweld?. ,,De meest problematische groep kinderen en gezinnen wordt onmiddellijk opgespoord??, staat in het actieprogramma Ieder Kind Wint van april 2007. ,,Hun problemen gaan we met vereende krachten oplossen. In een persoons- en gezinsgerichte aanpak en dwars door alle instituties heen. Veelal met inzet van een gezinscoach. Deze meest problematische jongeren en gezinnen worden zo weer op de rails gezet.??

De stad draait de duimschroeven aan bij ouders en hulpverleners. Waar onraad wordt vermoed, neemt een stedelijk interventieteam een kijkje achter de voordeur. Probleemgezinnen worden op een hulptraject gezet, of ze willen of niet. Wie blijft tegensputteren, wordt met financiële maatregelen alsnog een traject in geduwd. Ook bemoeit de gemeente zich actief met normstelling. De inmiddels opgestapte jeugdwethouder Leonard Geluk (CDA) pleit er in maart 2009 voor dat ouders en scholen contracten sluiten. Daarin wordt afgesproken dat er alleen nog maar Nederlands op het schoolplein klinkt en thuis uitsluitend naar Nederlandstalige tv-zenders wordt gekeken. Yasmine?s moeder vindt het prima dat haar dochter naar Sesamstraat kijkt, maar wil wel haar Egyptische soap blijven volgen.

Yasmine is vijf. Als haar school, leerplichtambtenaar, politie, justitie, het Centrum voor Jeugd en Gezin met alle aangesloten organisaties voor jeugdgezondheidszorg, Jeugdzorg, stedelijke interventieteams, jeugdwerk en welzijnsorganisaties zich zorgen over haar maken, kunnen ze een signaal daarover afgeven in de lokale Verwijsindex SISA (Signaleren en Samenwerken). Als Yasmine straks, over twintig jaar, klaar is met haar opleiding, kunnen ook de afdelingen van de dienst sociale zaken en werkgelegenheid hier hun zorgen kwijt. In 2008 werd in totaal 30.000 keer een signaal gegeven. Voor 2009 waren de cijfers nog niet beschikbaar, maar de kwartaalrapportages laten een flinke stijging zien van het aantal meldingen.

Stel, de consultatiearts van Yasmine ziet een verdachte blauwe plek op haar bovenarmpje. Hij voert Yasime?s burgerservicenummer in en doet een melding in de verwijsindex. En stel dat de politie een week eerder een melding heeft gedaan van een heftige echtelijke ruzie bij Yasmine thuis. Beide hulpverleners krijgen dan een signaal dat er een match is. Er wordt geen inhoudelijke informatie gegeven, tenminste nog niet. De hulpverleners pakken dan idealiter de telefoon en overleggen binnen de grenzen van hun bevoegdheden wat er aan de hand is en of er actie ondernomen moet worden. In 2008 kwamen er ruim 2000 matches tot stand in SISA.

Iedere regio in Nederland heeft zijn eigen verwijsindex. Grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam hebben een eigen. Die is vaak weer gekoppeld aan een regionale index. Andere indexen zijn provinciebreed, zodat wanneer een kind verhuist, het niet uit zicht raakt. Alle regionale indexen moeten om dezelfde reden te zijner tijd zijn aangesloten op een landelijke index.

Meldplicht tandarts
De lijst van beroepsgroepen en instanties die moeten melden, wordt in snel tempo langer. Ambulancebroeders bijvoorbeeld. Tijdens de hulpverlening bij iemand thuis, moeten ze ook speuren naar mogelijke problemen in de opvoeding of verzorging van kinderen. Weinigen zullen een ambulancebroeder buiten de deur te houden. Huisartsen moeten een heel goed excuus paraat hebben als blijkt dat ze een vermoeden van mishandeling voor zich hebben gehouden. Als het aan de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde ligt, gaan tandartsen ook op mishandeling letten. Op bloeduitstortingen in het gehemelte, afgestompte melktandjes, bijtwonden in de wang en gehavende lippen, want die kunnen duiden op mishandeling. Vermoedens worden gemeld. Overigens worden de tandartsen ook aangespoord om leefstijladviezen aan volwassenen te geven.

TNO ontwikkelde een programma voor kraamverzorgenden. Die leren verdachte situaties herkennen en melden. ,,Kraamverzorgenden in de regio Tiel hebben het instrument zes maanden lang bij meer dan vierhonderd gezinnen in de praktijk gebruikt. Uit de resultaten blijkt dat kraamverzorgenden signalen kunnen opmerken die andere zorgverleners ontgaan. Bij bijna één op de tien gezinnen hebben ze belangrijke signalen doorgegeven aan jeugdverpleegkundigen. Kraamverzorgenden kunnen dus een onmisbare link zijn in de keten van vroegsignalering??, aldus TNO.

Ook eerstehulpposten melden ?niet-pluis-gevoelens?[1]. Begin 2009 werd de balans opgemaakt van een proef in vijf ziekenhuizen in de regio Den Haag. Van de 138 gemelde gevallen, bleek negen keer geen sprake te zijn van mishandeling. Vrijwel alle hulpverleningsinstanties in Rotterdam hebben zich verbonden aan een meldplicht: als ze onraad vermoeden, moeten ze melden. Alleen het RIAGG doet er niet aan mee en wordt daarom subsidie onthouden. Ik kom later nog terug op de reden van deze weigering.

Op dit moment is de verwijsindex slechts een signaleringsinstrument. Er zijn plannen om ook inhoudelijke informatie toe te voegen, al stuit dit op veel verzet. Een bekend voorbeeld is de Verwijsindex Antillianen. Die richt zich op jongeren tot 23 jaar die vanuit de Antillen naar Nederland komen. Deze groep is zwaar oververtegenwoordigd op alle slechte lijstjes: criminaliteit, werkloosheid, schooluitval, armoede, geweld. De verwijsindex, die aan de landelijke Verwijsindex Risicojongeren is gekoppeld, bevat dus ook informatie over etniciteit. Later wordt nog duidelijk waarom dit een belangwekkende toevoeging is. Ook over de ?gewone? verwijsindex wordt nagedacht. Er zijn plannen voor een uitbreiding met een ?gezinsfunctionaliteit? zodat ook meldingen over bijvoorbeeld de ouders van probleemkinderen bij elkaar komen. Daarnaast denkt men eraan om de leeftijdsgrens van 23 jaar te verhogen. Het is immers niet te verwachten dat het probleemgedrag van jongeren met het begin van hun 24ste levensjaar wonderbaarlijk verdwijnt. Het zou beter zijn om deze jongeren langer binnen het bereik van de hulpverlening te houden, denkt men op verschillende gemeentehuizen en ministeries.



Kader: Risicofactorenanuit verschillende beroepsgroepen een lijst samengesteld met risicofactoren. Als één of meerdere daarvan worden aangetroffen bij een kind of gezien, is dat een basis voor een melding. Die factoren zijn:

  • Materiële risico?s: De jeugdige woont in een te krap huis, het huis vormt een onveilige omgeving, basisvoorzieningen zoals water, warmte, elektriciteit en riolering ontbreken of zijn niet in orde, er wordt niet genoeg geïnvesteerd in algemeen gangbare uitgaven. Het gezin heeft financiële problemen of is afhankelijk van een uitkering, leeft in een onveilige buurt, verhuist vaak of heeft geen vaste woon- of verblijfplaats.
  • Gezondheidsrisico?s: fysieke of zintuiglijke problemen en handicaps, sociale emotionele, cognitieve of gedragsproblemen, of als een jongere teveel of te weinig medische verzorging krijgt. Er kan sprake zijn van kindermishandeling, middelenmisbruik van jeugdige of verzorger, tienerzwangerschap. De ouder of verzorgende is gehandicapt, of leidt aan ernstige psychische of gezondheidsklachten. Ook als het gezin te maken heeft met ernstige voorvallen, de zogenoemde major life events, kan een melding wijselijk zijn.
  • Bij opvoeding en gezinsrelaties zijn onenigheid of een problematische relatie tussen ouders en kind een risicofactor. Wanneer ouders overbelast zijn of problemen ontstaan na verandering van de gezinssamenstelling, als een ouder extra hulpverlening nodig heeft of een gezinslid betrokken is bij criminele activiteiten, is melding op zijn plaats.
  • Als de jeugdige problemen heeft met cognitief functioneren, leren en schoolprestaties is sprake van een verhoogd risico op het domein onderwijs en werk. Dat geldt ook voor emotionele, communicatieve en gedragsproblemen op school, buiten- en voorschoolse opvang en werk, als een kind veelvuldig van school wisselt of van school of opvang wordt gestuurd, als het kind spijbelt of na het verlopen van de leerplicht niets meer doet. Tevens is een risicofactor aanwezig als ?kenmerken van de school, kinderopvang en het werk die op problemen of risico?s kunnen wijzen bij kind of ouders?.
  • Tot slot de sociale omgeving. Als het kind geen hobby?s of interesses heeft, het sociale netwerk van kind of ouders klein is, ze geen gebruik maken van sociale voorzieningen en zorgmijders zijn, als het gezin of kind gediscrimineerd worden, het kind of zijn ouders gedragsproblemen vertonen in hun sociale omgeving, het kind of een ander gezinslid betrokken is bij criminele activiteiten en als de jongere eenvoudig beïnvloedbaar is.
[1] Nova, uitzending 17 maart 2009

Lees over een paar dagen deel 3, het Elektronisch Kind Dossier.

Reacties (1)

#1 Henk van S tot S

Quote:
“Hoewel vader als postbode werkt en in principe genoeg verdient, oogt het huis volgens de kraamverpleegkundige armoedig. Ze weet niet dat de vader ook zijn ouders en jonge broer in Marokko onderhoudt.”

In 1945 waren er in Rotterdam(en elders) een heleboel kinderen die in armoedig uitziende huizen woonde. Die hebben het in merendeels best aardig gedaan. Nou ja ze hebben wel een aantal regeltruten en de mannelijke variant (regel…?) verwekt/gebaard.

De man in kwestie heeft ook nog een behoorlijk sociaal gevoel.
Ik stel voor hem aan te stellen als leraar sociaal denken voor bijvoorbeeld PvdA bestuurderen ;-) …In ieder geval verdient hij een lintje.
NB. Hoewel ik er slechts een klein stukje uitpikte vind ik het overige de moeite van het lezen meer dan waard.