Het belang van sterke leiders

Foto: CALChux (cc)

OPINIE - Wat nu weer? Ben ik extreemrechts geworden? Nou, nee. Maar toch betrap ik me af en toe wel eens op de gedachte dat we een gebrek hebben aan goede leiders. Ik bedoel dan niet dat ze autoritair moeten zijn. Of dat ze stoere taal uit moeten slaan die, als het even kan, vooral gericht is tegen de meest weerlozen in de samenleving. Of daadkracht proberen uit te stralen door sommigen hun basisrechten te ontzeggen. Zo sterk vind ik dat allemaal niet. Ik zou het eerder laf noemen. Al valt niet te ontkennen de provocatieve en demagogische retoriek van dit type leiders zich ook tegen hen kan keren, in de vorm van bedreigingen en geweld.

Dit type leider kan een democratie missen als kiespijn. Maar dat betekent niet dat een democratie helemaal zonder leiders kan. En dat is wel de toestand waarin we zijn beland. Met leiders die niet meer durven te leiden, maar die in plaats daarvan liever volgen. Ze volgen de opiniepeilingen, hun campagnemanagers, de grootste bekken op sociale media en de gevestigde belangen. En natuurlijk dienen ze het allerhoogste: de economie.

Het ligt niet alleen aan politici

Je kan dat niet alleen wijten aan de politici. Want uiteindelijk zijn wij degenen die steeds weer op zulke politici stemmen. We lijken niet meer goed te beseffen dat democratie ooit is bedacht als een systeem waarin het volk zijn leiders kiest. Het overheersende idee lijkt tegenwoordig eerder dat we bij verkiezingen een verlanglijstje in mogen dienen, en dat de politiek vervolgens alles maar moet leveren. Maar veel politici roepen dat ook wel over zichzelf af. Hun gedrag lijkt op dat van een bepaald type sjacheraar: zo iemand die belooft alles te kunnen leveren wat je maar bij hem bestelt. En als dat niet lukt, of als de kwaliteit ondermaats is, heeft hij altijd wel een smoesje. Altijd hetzelfde smoesje eigenlijk: als er iets niet goed is gegaan, is dat de schuld van iemand anders.

Verlanglijstjes indienen kan soms ook op andere manieren. Als je geluk hebt om je in de goede sociale kringen te bevinden kun je wel eens een bestuurder tegen het lijf lopen, en ermee in gesprek raken. En anders kun lobbyisten inhuren, als je daar geld voor hebt tenminste. Of je kunt proberen een groot publiek te bereiken via de traditionele of de sociale media. Hoe meer je dan de indruk weet te wekken de mening van  ‘het volk’ te vertegenwoordigen, hoe beter. En hoe beter het lukt om jouw verlanglijstje onder de aandacht van de politici te brengen, hoe harder ze hun best zullen doen om jouw bestellingen te kunnen leveren.

Met leiderschap heeft dat allemaal niet zoveel te maken. Met goed bestuur net zomin. Het zal wel een soort van management wezen. Geadviseerd door de ‘professionals’ van diverse pluimage waarmee hedendaagse politici zich omringen. De managers managen vooral hun eigen winkeltje, de partij. En dus zijn ze altijd bezig met de strategie voor de volgende verkiezingen, die bepalen of winkeltje groter of kleiner wordt, of mogelijk zelfs helemaal verdwijnt. De blik, met andere woorden, strak gericht op de korte termijn.

Opvattingen, of partijen en personen?

Ik denk niet dat de bedenkers van onze democratie dit voor ogen hadden. Ongetwijfeld begrepen ze dat campagnevoerende politici in de verleiding zullen komen om mooie verhalen op te hangen en retorische spelletjes te spelen. Maar het echte politieke debat was een uitwisseling en confrontatie van opvattingen, vaak gebaseerd op wereldbeelden en ideaalbeelden die alleen op lange termijn (min of meer) te verwezenlijken zouden zijn. Het soort visies waarover managerstype Rutte met trots vaststelde dat hij daar geen last van had. (Waarmee hij vooral liet blijken niet te beseffen dat zijn kijk op de ‘BV Nederland’ ook een visie was. Ideologie die zichzelf niet als zodanig erkende en herkende, en tamelijk oppervlakkig bovendien.) Inmiddels lijkt de politiek vaak meer op een populariteitswedstrijd van partijen en hun lijsttrekkers, dan op een confrontatie van maatschappijvisies.

(Om mogelijke misverstanden te voorkomen: campagneslogans geven zelden blijk van een visie. We willen allemaal een veilig land, met goed onderwijs en gezonde natuur, waarin werken en ondernemen wordt beloond. Een serieuze visie heeft meer diepgang dan holle verkooppraatjes.)

Ook dat ligt niet alleen aan politici zelf. Journalistiek, of media in bredere zin, doen er aan mee. Ook al omdat die zelf bezig zijn met hun eigen continue populariteitswedstrijd. En sociale media zijn niet veel meer dan populariteitswedstrijden op zich. Er zijn zelfs politicologen die niet meer lijken te beseffen dat democratische politiek een confrontatie van visies zou moeten zijn, in plaats van een wedstrijdje tussen partijen. Die zeggen dan bijvoorbeeld dat je extreemrechts zou kunnen bestrijden via een strategie van ‘isoleren en imiteren’. Electoraal schijnt dat inderdaad wel redelijk te werken. Maar in de politieke ideeënstrijd is de uitwerking funest. Omdat je schadelijke opvattingen nou eenmaal niet bestrijdt door ze (al dan niet in afgezwakte vorm) over te nemen. Je maakt ze daarmee juist acceptabel. Je zorgt er bovendien voor dat de thema’s van radicaal rechts het debat domineren. En die partijen zullen nog radicalere standpunten innemen. Ze leven immers van provocaties en zich afzetten tegen traditionele partijen.

En we zien dat niet alleen de inhoud wordt geïmiteerd, maar ook het gebruik van retorische middelen: veel pathos, anderen aanvallen op ethos, en logos komt er maar bekaaid vanaf. Natuurlijk is politiek ook theater, waarin alle retorische middelen gebruikt mogen worden. Het zou een saaie bedoening worden als debatten alleen in droge, ambtelijke taal gevoerd zouden worden. Maar het theater hoort wel in dienst te staan van de inhoudelijke uitwisseling van argumenten, en de confrontatie van maatschappijvisies. Retoriek schiet zijn doel voorbij wanneer die niet meer bijdraagt aan het inhoudelijke debat, maar dat juist frustreert. Dat ondemocratische politici zo te werk gaan is best logisch. Wie weinig waarde hecht aan de democratie, zal zich ook niet teveel aantrekken van de democratische mores. Maar democratische politici zouden zich niet moeten laten verleiden om hetzelfde spelletje te spelen. Het holt het debat uit, en daarmee geleidelijk aan ook de geloofwaardigheid van de politici zelf.

Waar het allemaal toe leidt zien we al jarenlang vrijwel dagelijks terug in het politieke nieuws. Toch krijg je niet de indruk dat veel politici echt iets geleerd hebben van die ontwikkelingen, al zijn ze inmiddels een dikke twintig jaar aan de gang. (En in de VS nog langer.)

Visieloze leiding werkt niet

De vermeende visieloosheid van Rutte past bij een managerscultuur, waarin leidinggeven neerkomt op het regelen van dingetjes die nou eenmaal geregeld moeten worden. En waarin je aan de cijfertjes, vooral de financiële cijfertjes natuurlijk, af kunt lezen wat er wel en niet goed gaat. Het land als een bedrijf, met het parlement als raad van commissarissen en de kiezer als aandeelhouder. De ironie is dat ook bedrijven die op die manier worden geleid meestal in de problemen komen. Ze worden voorbijgestreefd door bedrijven die met een meer vooruitziende blik worden geleid. Wie alleen maar bezig is het handeltje draaiende te houden, zal daar uiteindelijk niet in slagen.

Het zal ook wel geen toeval zijn dat politici die menen dat je een land net zo zou moeten leiden als een bedrijf, in de praktijk vooral de gevestigde belangen beschermen: de grote economische spelers die vooral hun handeltje draaiende willen houden. Innovatie is dan een excuus om pijnlijke maatregelen uit te stellen, of nog maar eens een flink bedrag aan subsidies tegenaan te gooien in de richting van die gevestigde belangen. En veel minder iets dat de economische elite pijn kan doen, als die teveel leunt op hun verworven vermogen en privileges.

En er is nog iets dat je je af zou kunnen vragen. Als visieloze leiding vaak slecht uitpakt voor bedrijven, zou dat dan ook kunnen gelden voor de democratische rechtsstaat? Dat aanhangers van andere staatsvormen de wind in de zeilen krijgen als het systeem op te kortzichtige of te ambitieloze manier wordt geleid?

In elk geval is het zo dat een maatschappij zonder capabele leiders vervalt tot anarchie. Dat lijkt misschien aantrekkelijk voor iemand zoals ik, die niet zo van hiërarchie en autoriteit houdt. Maar het vervelende is dat in een anarchie altijd vanzelf weer machtsstructuren ontstaan. Want zo werken menselijke samenlevingen nou eenmaal. En in de hiërarchie die dan ontstaat zal het recht van de sterkste de overhand hebben. De samenleving die je zo krijgt, zou wel eens heel erg kunnen lijken op het ideaal dat veel autoritaire, rechtse politici voor ogen hebben. Laten we nou net ooit de democratie en de rechtsstaat hebben uitgevonden om dat recht van de sterkste een beetje in de hand te houden.

Leiden met lef

Zonder leiders die durven te leiden wordt het een zootje, is mijn conclusie. Als samenleving zullen we dus moeten accepteren dat we een vorm van leiding nodig hebben. De vraag is dan wel welk type leider we willen accepteren. De typische ‘sterke leider’ is iemand die overtuigd is van het eigen gelijk, geen tegenspraak duldt, en snel grijpt naar repressieve maatregelen. De stoere praatjes of de repressie zijn meestal gericht tegen de weerlozen en geweldlozen. Echt sterk is dat niet, als je er even over nadenkt. Het geeft eerder blijk van karakterzwakte. En van weinig vertrouwen in de overtuigingskracht van de eigen argumenten.

Ik denk dat we juist leiders met een sterk karakter moeten hebben. En met lef. Het lef om te zeggen waar het op staat. Ook als de eigen achterban dat liever niet wil horen. Het lef om niet altijd alleen maar begrip tonen of veinzen(!) voor ontevreden burgers, maar ze ook te confronteren met hun onredelijkheid, wanneer dat meer op zijn plaats is. Lef om tegenspraak niet te ontwijken of te beantwoorden met beschuldigingen en verdachtmakingen, maar de kritiek juist op te zoeken. Om tegenstanders te overtuigen, in plaats van medestanders op te hitsen. Lef om in te gaan tegen de uit de hand gelopen macht van grote, gevestigde economische belangen. Omdat die de benodigde veranderingen in de weg staan. Lef om te vertouwen op adviseurs die verder kijken dan de laatste pellingen en de eerstvolgende verkiezingen (en die de wet van Goodhart kennen en begrijpen). En, waarschijnlijk het moeilijkste van allemaal, de dogma’s van de dominante ideologie ter discussie stellen. Zoals het dogma dat ‘de onzichtbare hand van de markt’ de samenleving altijd automatisch in de goede richting stuurt. Of dat economische groei altijd de absolute topprioriteit zou moeten zijn. Of dat oneindige exponentiële groei vanzelfsprekend is, in plaats van onmogelijk. Het lef, kortom, om verantwoordelijkheid te nemen, in plaats van die zoveel mogelijk af te schuiven. Voor leiders van kleinere partijen is dat niet zo lastig, omdat die immers hun eigen niche bedienen, en niet zo snel bestuursverantwoordelijkheid hoeven te dragen. Maar voor wie grotere politieke ambities heeft lijkt het een onneembare horde te zijn. Het wachten is op iemand die dat wel kan. En durft.

 

P.S. Ook de sterke leiders die alles doen wat je had gehoopt, moet je kritisch blijven volgen. Macht blijkt nou eenmaal vaak een slechte uitwerking te hebben op het menselijk karakter. Ook een krachtdadig leidersfiguur dat er met alleen maar goede bedoeling aan begint, zou niet eindeloos moeten blijven zitten. Een jaartje of acht lijkt me wel genoeg.

Reacties (23)

#1 Reinaert

Dit artikel uit de Financial Times, van Noah Harari, overgenomen in vertaling in het 360 magazine, gaat over de verrassend consistente ideologie van Trump (en soortgenoten). Het sluit aan bij dit betoog in de zin dat de discussie moet gaan over de visie van waaruit politieke voortrekkers opereren.
https://www.360magazine.nl/trumps-vestingwereld/

#2 cerridwen

Ik denk dat we juist leiders met een sterk karakter moeten hebben. En met lef. Het lef om te zeggen waar het op staat. Ook als de eigen achterban dat liever niet wil horen.

De vraag is natuurlijk: zou jij zelf een leider die dit doet accepteren? En dan bedoel ik een linkse leider die het lef heeft om in te gaan tegen de dogma’s van de linkse achterban? Je sluit af met een serie zinnen die het belang van economische groei ter discussie lijken te stellen. Als er ergens een links dogma is die het oplossen van de problemen die we zien in de weg zit, dan is het deze wel (terugdringen armoede, betere voorzieningen, verkleinen woningtekort, transitie naar schone energie: sterke economie is nodig). Of denk aan migratie, investeringen in defensie of het in zekere mate accepteren van klimaatverandering.

Punt is dat eenieder die voor een sterke leider pleit impliciet iemand voor zich ziet die je bevestigt in je eigen ideeën en daarin daadkracht toont. Bij politieke tegenstanders is die misleiding makkelijk te herkennen, maar als het tot confrontatie met je eigen denkbeelden leidt, wordt het een stuk lastiger.

Dus, ik kan een heel eind meegaan met je betoog, tot op het einde blijkt dat je uiteindelijk toch op zoek bent naar iemand die je bevestigt in je eigen ideeën.

Want het mag heel stoer klinken, ‘ingaan tegen de eigen achterban’, maar als bij de volgende verkiezingen de achterban op iemand anders stemt ben je geen leider meer. Ook al heb je gelijk. Voor een Nederlands voorbeeld: denk Samsom. Hij heeft echt geprobeerd om problemen die er waren op te lossen. Neem de migratiedeal met Turkije, waar Samsom een belangrijke rol in heeft gespeeld.
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/03/29/migrantencrisis-samsom-bedacht-de-formule-achter-1604143-a910497

In Nederland kreeg Samsom begin maart veel kritiek op zijn publieke oproep om de EU alvast te laten beginnen met hervestiging vanuit Turkije. Vooral omdat de PvdA-fractie in de Tweede Kamer tegen een voorstel van GroenLinks daarover stemde. Met die ophef was Samsom helemaal niet bezig, zegt hij. „Als je bij alles denkt: ik wil dit alleen maar zonder schade voor de partij, dan gebeurt er echt niks.”

We weten de uitkomst: links pruimde dit type leiderschap niet, en rechts stemde liever op een rechtse partij dan op de linkse Samsom.

#2.1 Hans Custers - Reactie op #2

Zou jij zelf een leider die dit doet accepteren?

Zeker. Ten eerste omdat ik altijd bereid ben om me te laten overtuigen door argumenten. Maar vooral omdat ik ook wel snap dat het heel onwaarschijnlijk is dat we ooit een minister-president (of zelfs een leider van welke partij dan ooit) zullen krijgen die over alles exact hetzelfde denkt als ik. Maar dan zou ik zo iemand best nog kunnen erkennen als goede politicus of kundig leider. Voorbeelden: Lubbers, Kok.

En dan bedoel ik een linkse leider die het lef heeft om in te gaan tegen de dogma’s van de linkse achterban?

Je lijkt nog steeds een beetje moeite te hebben met het onderscheid tussen linkse dogma’s of standpunten en door jezelf verzonnen karikaturen daarvan. Dat economische groei kan helpen om problemen op te lossen, en dat we een zekere mate van klimaatverandering moeten accepteren (anderhalve graad opwarming is absoluut onvermijdelijk) zijn feiten. Ik zou wel moeite hebben met politici die het daar teveel over hebben. Niet omdat het niet waar is, maar omdat ze in dezelfde categorie vallen als pleidooien voor goed onderwijs, gezonde natuur, of dat werken moet lonen. Open deuren die worden ingetrapt, en die weinig blijk geven van visie, maar eerder het gebrek daaraan verhullen.

tot op het einde blijkt dat je uiteindelijk toch op zoek bent naar iemand die je bevestigt in je eigen ideeën.

Nee, ik noemde daar dogma’s die de afgelopen decennia dominant zijn in de politiek. Inderdaad nogal rechts-conservatieve dogma’s, maar dat zou misschien ook kunnen komen omdat de meerderheid in de Tweede Kamer zich daar nou eenmaal bevindt. Bovendien is ook de PvdA een heel eind meegegaan in die dogma’s na het afschudden van de ideologische veren.

Want het mag heel stoer klinken, ‘ingaan tegen de eigen achterban’, maar als bij de volgende verkiezingen de achterban op iemand anders stemt ben je geen leider meer.

Zeker. Ik zeg niet voor niks meermaals dat het niet alleen maar aan politici zelf ligt. Uiteindelijk kiezen we zelf onze leiders. Mijn verhaal is dan ook niet zozeer bedoeld als klaagzang over wat er allemaal niet deugt, maar als reflectie op de politiek. Waar wij, kiezers, eindverantwoordelijk voor zijn. Het soort reflectie waar er wel wat meer van zou mogen zijn, om ervoor te zorgen dat we in de toekomst betere leiders kiezen.

#2.2 Reinaert - Reactie op #2.1

Het was Kok die de ideologische veren afschudde toch? Volgens mij sloot hij aan bij het neoliberale gedachtengoed. Geen eigen visie wel dogma’s overboord. Tsja dat voorbeeld zou ik nu net niet geven.

#2.3 Hans Custers - Reactie op #2.2

Nee, ik denk dat het in het geval van Kok wel degelijk een visie was. Ofwel, dat hij er echt van overtuigd was dat het een goede keuze was. Dat we achteraf kunnen constateren dat dat niet heel goed heeft uitgepakt verandert daar niks aan. Dat is hindsight bias, en daar hou ik niet zo van. Het is onredelijk om te verwachten dat leiders nooit beslissingen nemen die achteraf verkeerd blijken te zijn. Ik vraag dan ook niet om alwetendheid of onfeilbaarheid.

#2.4 Reinaert - Reactie op #2.3

Zo kan je er tegenaan kijken. Maar kan je Trump dan ook een groot leider noemen?

#2.5 Hans Custers - Reactie op #2.4

Zie de opening van mijn verhaal. In zekere zin is het zeker een leider, maar wel van het autoritaire en repressieve type dat we juist niet zouden moeten willen in een democratische rechtsstaat.

Hij lijkt me trouwens niet snugger en geslepen genoeg om in zijn categorie tot een groot leider uit te groeien. Meer het type dat vroeg of laat zijn paard tot consul wil benoemen.

#2.6 Co Stuifbergen - Reactie op #2.5

Dat een Romeinse keizer zijn paard aan de verkiezingen liet meedoen, was volgens mij bedoeld om de spot te drijven met de kandidaat van de senaat : Mijn paard heeft nog meer hersens dan jullie kandidaat.

Maar het is moeilijk na te gaan hoe het zo’n 2000 jaar geleden precies gegaan is.

(En Trump lijkt inderdaad niet snugger genoeg om een leider te worden, zelfs geen rechts-extremistische leider.)

#2.7 Hans Custers - Reactie op #2.6

Nu ik er nog eens over nadenk: in zekere zin is Trump dat paard. Met de Amerikaanse kiezers in de rol van de keizer. Die waren zo ontevreden over hun politici, dat ze in 2016 besloten dat ze net zo goed een totale onbenul tot Republikeinse presidentskandidaat konden kiezen. En daarna tot president.

#3 G.J. Smeets

Er zit een aspect aan politiek leiderschap dat mij, nog afgezien van gebrek aan talent ervoor, doet terugdeinzen bij alleen al de gedachte eraan. Ik zou niet weten hoe je anno 2025 in de NL delta of het Italiaanse schiereiland zelfs in een deelgebied van de kluwen dossiers en vraagstukken beslissingen moet nemen. Kort door de bocht: too hot to handle. Het is te complex, zelfs voor een verlichte despoot met visie en het vizier op dàtgene waar elke samenleving 100% van afhankelijk is i.e. een leefbare habitat. De evolutionaire structurele koppeling tussen fysische/biologische habitat en humane samenleving en waarmee homo sapiens goed kon (over)leven is defect: ‘we’ hebben de habitat dermate snel veranderd dat ons aanpassingsvermogen hapert, te kort schiet. Daar is m.i. geen politiek leiderschap tegen opgewassen.

#3.1 Co Stuifbergen - Reactie op #3

In de Middeleeuwen trok een koning elke 3 maanden naar een ander kasteel, omdat een regio niet genoeg voedsel kon leveren voor de koning + hofhouding. Besturen was toen ook geen makkelijke zaak.

Tegenwoordig is de uitwerking van een besluit vaak moeilijk, maar de afweging is dat in principe niet:
Als je uitrekent hoeveel stikstofvervuiling een koe veroorzaakt, en hoeveel de bouw van een huis, kun je uitrekenen of het de moeite loont om boeren uit te kopen.

#3.2 Hans Custers - Reactie op #3.1

Ik ben het met je eens. Het idee dat het nu zoveel onoverzichtelijker is dan in het verleden, lijkt me vooral hindsight bias. Voor ons is dat verleden veel overzichtelijker, omdat wij weten welke besluiten welke gevolgen hebben gehad. Maar degenen die er toen middenin zaten wisten dat natuurlijk niet.

Ik heb de afgelopen tijd wat zitten lezen over de zeventiende eeuw; toen was de wereld echt een onoverzichtelijke en onvoorspelbare chaos. Oorlogen, burgeroorlogen en opstanden van iedereen tegen iedereen, waar je vriend van vandaag je vijand van morgen kon zijn, en steun voor de machthebber van vandaag je morgen de kop kon kosten. Letterlijk, soms. En hongersnoden, armoede, epidemieën, stadsbranden, overstromingen en andere vormen van rampspoed die vaak zowel onvoorspelbaar als onbeheersbaar waren.

Tegenwoordig hebben bestuurders veel meer informatie en inzicht tot hun beschikking om goede besluiten te nemen. De tragiek is eerder dat dat desondanks zo vaak niet lukt.

#4 G.J. Smeets

“De tragiek is eerder dat dat desondanks zo vaak niet lukt.”
Het lukt niet doordat de beleiddossiers anno 2025 COMPLEXER zijn dan die van de beleidmakers in de Middeleeuwen (Co Stuifbergen) of de 17e eeuw (Hans Custers). Ik snap niet dat jullie dat feit negeren. In de middeleeuwen wisten beleidmakers niet van klimatologie en ecologie, in de 17e eeuw idem dito. Beleidmakers anno 2025 weten het wel. maar zitten met de handen in het haar hoe het op te lossen. Jullie vergelijken beleidmatige appels met met peren.
Heeft een van jullie twee een idee over leiderschap zonder beroep te doen op beleidmakers van destijds die geen idee hadden van de huidige informatie over de habitat?

#4.1 Hans Custers - Reactie op #4

Nee. Wij vinden de wereld van het verleden minder complex, omdat we die met de kennis van nu beter begrijpen. Maar beleidsmakers van toen hadden net zo weinig (zo niet minder) greep op de toekomst dan die van nu. Dat we nu in een andere wereld leven, met andere onzekerheden en complicaties is iets anders.

#4.2 G.J. Smeets - Reactie op #4.1

“Dat we nu in een andere wereld leven, met andere onzekerheden en complicaties is iets anders. Inderdaad Hans dat is wat ik bedoelde. Je hebt het goed geformuleerd.

#5 Rigo Reus

Ik denk dat we juist leiders met een sterk karakter moeten hebben. En met lef. Het lef om te zeggen waar het op staat. Ook als de eigen achterban dat liever niet wil horen. Het lef om niet altijd alleen maar begrip tonen of veinzen(!) voor ontevreden burgers, maar ze ook te confronteren met hun onredelijkheid, wanneer dat meer op zijn plaats is. Lef om tegenspraak niet te ontwijken of te beantwoorden met beschuldigingen en verdachtmakingen, maar de kritiek juist op te zoeken.

etc.

Maar welke namen passen er in dit profiel?

#5.1 Hans Custers - Reactie op #5

Dit stuk gaat over de politieke cultuur van deze tijd. Waar politici natuurlijk veel invloed op hebben, maar waar ook anderen een rol in spelen. De journalistiek, en wij allemaal als kiezers. Het is bedoeld als reflectie, niet als stemadvies. Laten we er nou niet de zoveelste discussie over specifieke personen of partijen van maken. Volgens mij zijn er genoeg andere plekken, ook op Sargasso, om die discussies te voeren.

#6 G.J. Smeets

Hans, je stuk gaat over de politieke cultuur van deze tijd met andere onzekerheden en complexiteiten dan die in het verleden, zoals je terecht opmerkte. De huidige politieke dossiers zijn (in hun verwevenheid) dermate complex dat ik de kwalificatie ’too hot to handle’ ter zake vind en waarvoor de technische term ‘super wicked problem’ bestaat: met geen enkel leiderschap te (be)sturen. Wat mij betreft is ‘onze’ politieke cultuur vooral gekenmerkt door ontkenning/wegmoffelen van die onbestuurbaarheid. Er zijn te veel geesten uit flessen gekomen die er niet meer in terug kunnen. Globale opwarming is er een, zelfcorrigerende Ai agents is er een, cyber-oorlog is er een, (sluimerende) epidemieen in flora en fauna, etc. etc. Tot zover mijn reflecties op jouw reflecties.

#6.1 Hans Custers - Reactie op #6

Ik blijf het hier hartgrondig mee oneens. Leiderschap impliceert helemaal niet dat iemand voor alles een oplossing heeft. Integendeel, zou ik zelfs zeggen. Als het allemaal overzichtelijk en beheersbaar is, heb je genoeg aan het managerstype dat de lopende zaken regelt. Maar dat type weet zich geen raad met complexere een minder beheersbare problemen. Dat kan uitmonden in een crisis, maar ook in een crisis is er leiding nodig. Anders mondt die onvermijdelijk uit in anarchie en het recht van de sterkste.

#6.2 G.J. Smeets - Reactie op #6.1

Of je het wel of niet eens bent met mijn overweging is niet relevant in onze uitwisseling van reflecties op leiderschap. Bovendien frommel je er een stropop in. Ik beweer niet dat leiderschap voor alles een oplossing moet hebben, zoals je suggereert. Ik beweer dat de vraagstukken waarmee ‘we’ anno 2025 zijn opgezadeld een ‘super wicked problem’ zijn dat elk leiderschap te boven gaat. Het is beleidsmatig en politicologisch terra incognita. Je gaat niet in op die overweging, hoeft ook niet en een stropop ook niet.

#6.3 Hans Custers - Reactie op #6.2

Je kan er een woordenspel van maken, maar als een probleem ‘leiderschap te boven gaat’ betekent dat gewoon dat het door leiders niet op te lossen of te beheersen is. En als zo’n probleem zich voordoet in de maatschappij, betekent dat helemaal niet dat die maatschappij als geheel geen leiderschap nodig heeft.

Onoplosbare of onbeheersbare problemen zijn van alle tijden. En de toekomst is altijd ‘beleidsmatig en politicologisch terra incognita’. En het verleden is dat niet, omdat we inmiddels weten hoe de geschiedenis is gelopen. Met de kennis van nu lijkt het verleden daardoor veel overzichtelijker. Dat is nou net de hindsight bias, waar ik op wijs.

#6.4 Hans Custers - Reactie op #6.3

Nog een toevoeging. Ik denk dat wij ons vaak teveel laten leiden door de (illusie van) voorspelbaarheid en beheersbaarheid waarin wij de afgelopen decennia hebben geleefd, in het rijke en democratische deel van de wereld. En door het gevoel van veiligheid dat daarbij hoorde. Maar zulke periodes zijn waarschijnlijk eerder uitzondering dan regel in de geschiedenis van de mensheid.

#6.5 G.J. Smeets - Reactie op #6.3

Nou doe je weer de truc met de stropop. Ik beweer niet dat de “maatschappij als geheel geen leiderschap nodig heeft.” Ik beweer dat super wicked problems elk leiderschap te boven gaan. En super wicked problems zijn regionaal van alle tijden maar het ‘onze’ is niet regionaal maar geglobaliserd. Overigens is het concept ”leiderschap’ een hierachisch ding. Ben het met je eens dat “…zulke periodes zijn waarschijnlijk eerder uitzondering dan regel in de geschiedenis van de mensheid.” Wat dat betreft info van de evolutionaire antropoloog Cecilia Padilla-Igglesias die wetenschappelijk aandacht heeft voor klimaat en metereologie. Lezen! https://www.sapiens.org/biology/foragers-seasonality-social-change-flexibility-societies/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*