COLUMN - Bits of Freedom strijdt voor onze rechten op internet, maar het geld raakt op. Karin Spaink bepleit een donatie.
Bits of Freedom heeft een boel bereikt. Daar ben ik, als een van de drie oprichters, beretrots op. Toen de organisatie in 1999 begon, was het idee dat er op internet sprake kon zijn van rechten van gebruikers – ja, zelfs van burgerrechten – bepaald nieuw. Inmiddels is geaccepteerd dat gebruikers niet zomaar mogen worden afgesloten of afgeluisterd, dat bedrijven en overheden internetverkeer niet zonder meer mogen filteren, dat niemand stukken zomaar mag verwijderen.
We zijn beter gaan nadenken over privacy op internet. Over cookies, tracking en digitale sporen. Over de grenzen aan surveillance en digitale recherche. Over spam. Over databescherming en datahygiëne. Over opdringerige auteursrechtbescherming, die enerzijds steeds meer materiaal tot haar domein rekent, en anderzijds gebruikers en klanten steeds minder weinig zeggenschap laat over spullen die ze legaal hebben aangeschaft. Over het belang van anonimiteit en het recht om pseudoniemen te gebruiken. Over de feilbaarheid van ambitieuze digitalisering van het verkeer tussen burgers en instanties. Over netneutraliteit.
Bits of Freedom heeft zich enorm ontwikkeld. Aanvankelijk werd BoF vooral door journalisten als een goudmijn van informatie beschouwd. Ze spelden de nieuwsbrief, die vaak aanleiding werd voor mooie achtergrondreportages. Had Albert Heijn een plan om klanten met een digitale vingerafdruk te laten betalen, of verzon Brein weer eens een plan om auteursrechtbescherming te verstevigen, dan werd Bits of Freedom subiet platgebeld.
Via de jaarlijkse uitreiking van de Big Brother Awards, de poedelprijs voor instanties, bedrijven en mensen die de privacy van burgers het meest hadden ondermijnd, wist Bits of Freedom haar ideeën haar ideeën te populariseren. En waar overheidsinstanties en bedrijven de organisatie eerst negeerden, namen ook die haar gaandeweg steeds serieuzer.
Dat laatste ging gepaard met rare stuiptrekkingen. Fameus voorbeeld is die ene persconferentie van Brein, waar alle media en belangenorganisaties welkom waren, behalve – zo meldde een daartoe speciaal opgehangen A4’tje bij de entrée – Bits of Freedom.
Inmiddels durft niemand Bits of Freedom meer te negeren. Medewerkers doen hun zegje tijdens commissievergaderingen van het parlement, worden overal uitgenodigd als deskundigen, spreken op chique congressen en lobbyen zich een slag in de rondte. Tientallen vrijwilligers staan Bits of Freedom bij. De organisatie loopt als een trein.
Maar omdat Bits of Freedom (uiteraard) ongesubsidieerd werkt, is het bestaan van de club afhankelijk van donateurs en sponsors. En juist daar wringt het nu: het geld raakt op. Bits of Freedom heeft dringend donateurs nodig.
Bent u een ‘gewone’ internetgebruiker? Wees uw eigen zeehondje, en geef dit jaar eens gul aan Bits of Freedom. Verdient u uw geld met internet? Geef dan voortaan een deel van uw winst aan hen. Want zonder Bits of Freedom zou internet in Nederland allang niet meer zijn wat het nu is.
Deze column verscheen eerder in Het Parool.
Reacties (5)
Ik ben zojuist donateur geworden.
Dat zouden meer mensen moeten doen.
wat een goeie infomercial. altijd mooi om te zien dat mensen van hun hobby hun beroep weten te maken.
@2: vrijheid en privacy zijn mensenrechten, geen hobby’s! Zuur reageren op een informatieve blogpost, da’s een hobby,….at best.
Over opdringerige auteursrechtbescherming gesproken!
Als ontwerper en fotograaf wil ik ze niet, en ook dat Brein en al dat andere tuig niet. Ze gaan alleen maar ten koste van mij hun belangen veilig stellen, aan beide kanten.
Mijn werk is van mij en daar moet iedereen met zijn poten vanaf blijven, ook op internet.
Ik doneer niets aan de mee-eters.
Ik heb gedoneerd. En ook maar meteen voor FiFa hierboven, want die kan het wel gebruiken, getuige zijn verwarde reactie.