Hedonisme (3): De Cyreense School

Foto: bron: Livius.org
Serie:

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. 

Over de positie van de vrouw in de Oudheid hoeven we ons geen al te grote illusies te maken. Machtige vrouwen zijn er destijds zeker geweest, maar meestal slechts als verlengstuk van hun man, eventueel tot na zijn dood. Als er iemand was die aan deze conventie lak kon hebben, was het Aristippos.

Arete

Hij stichtte uiteindelijk een school in de stad Kyrene, een Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Als hoofd van deze filosofische school werd hij opgevolgd door een vrouw: Arete, zijn dochter.

Zij onderwees vervolgens weer haar zoon, Aristippos de Jongere. De Cyreense School die door Aristippos Senior werd opgericht, werd dus voortgezet door zijn dochter en zijn kleinzoon. Het is vooral aan hen te danken dat de hedonistische filosofie van Aristippos is overgeleverd. Zonder zijn familie hadden we er waarschijnlijk niet veel van geweten. Er lag misschien net iets teveel een taboe op en het is tekenend dat we uitgerekend over Arete, toch de eerste vrouwelijke filosoof die we bij naam en toenaam kennen, zo verschrikkelijk weinig vernemen.

Annikeris en Theodoros

Een paar late denkers van deze school verdienen nog wat aandacht. De Kyreense filosoof Annikeris was wat gematigder dan zijn collega’s en redeneerde dat ook zaken als vriendschap, vaderlandsliefde en dankbaarheid plezier verschaffen, zelfs als daarvoor af en toe een offer nodig is. Hij was dus een meer gematigde hedonist.

Zijn collega Theodoros, bijgenaamd de Atheïst, zette zich hier weer tegen af. Hij betoogde dat zaken als vriendschap en vaderlandsliefde op zichzelf niets waard zijn, en verdedigde de stelling dat zaken als diefstal, overspel en heiligschennis an sich niet slecht hoeven te zijn. Ook daden die traditioneel gelden als slecht, kunnen soms positieve effecten hebben. Maar wie zulke daden alleen maar pleegt voor lichamelijk genot, komt volgens hem toch bedrogen uit. Werkelijk genot is volgens Theodoros namelijk niet gelegen in het fysieke. Werkelijk genot komt volgens hem voort uit kennis en rechtvaardigheid. Het is dus een geestelijk genot.

De doodsdrift van Hegesias

De meest markante van de denkers in de Cyreense School was Hegesias. Doordat in de oostelijke hellenistische rijken boeddhisten leefden, werd de leer van Boeddha na verloop van tijd ook bekend in het Middellandse Zee-gebied. Hegesias, die leefde rond 300 v.Chr., kan er iets van hebben meegekregen. Hij nam van het boeddhisme het inzicht over dat het leven bestaat uit lijden, en dat dit lijden voortkomt uit verlangen.

Ook Hegesias ging uit van plezier als maatstaf voor zijn wijsheid, maar tekende aan dat puur geluk een staat van zijn is die niet valt te bereiken met het zoeken van plezier. Plezier is altijd kortdurend en leidt nooit tot duurzaam geluk. Sterker nog, vaak leidt het tot verslaving en ongeluk. Het hedonisme van Hegesias richt zich daarom niet op het bereiken van plezier, maar op het vermijden van negatieve zaken zoals pijn, angst en zorgen.

Verder komt hij tot de conclusie dat het werkelijke geluk niet zit in externe factoren. En daarin gaat hij ver. Niet alleen materiële zaken als rijkdom en armoede zijn hem totaal onverschillig, ook vrijheid en slavernij zijn volgens hem onbelangrijke zaken als het gaat om geluk. Hij beweert zelfs niet dat een mens levend beter af is dan dood. Dood-zijn valt in veel opzichten zelfs te prefereren boven leven. Zonder ervaring ontbreken immers pijn, angst of zorg.

Hegesias zou hierover zo overtuigend hebben geschreven en gesproken, dat het leidde tot een reeks zelfmoorden onder intellectuelen. Zijn leer werd vervolgens verboden door de toenmalige Ptolemaïsche heerser in Alexandrië.

Een dood spoor?

We zouden, met een woordgrap, kunnen concluderen dat het hedonisme van de Cyreense School was beland op een dood spoor. Op zich is het relativeren van leven en dood filosofisch gezien interessant, maar Hegesias was weinig subtiel. Later komen we denkers tegen die er genuanceerder over spraken. Voor nu is het belangrijk om te onthouden dat Hegesias met zijn visie op genot als ‘de afwezigheid van pijn’ raakt aan de andere belangrijke stroming van het hedonisme, die pas in het hellenistische tijdperk opkomt: het epicurisme.

Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.

Reacties (1)

#1 Co Stuifbergen

Een echte Boeddhist zal Hegisias niet geweest zijn.

Bij mijn weten proberen boeddhisten niet zozeer nare dingen te vermijden, maar te accepteren.

Maar ik weet niet of de Boeddhisten in de 3e eeuw voor Christus in de oostelijke Hellenistische rijken er hetzelfde over denken als huidige boeddhisten in het westen.

De huidige boeddhisten hebben onderling ook wel eens verschillende opvattingen.