De vrijheid van vereniging (artikel 8 van de Grondwet) is een van de pijlers van een democratische rechtsstaat. Maar wat nu als een vereniging het criminele pad op gaat of de democratie ondermijnt? De Eerste Kamer, net bekomen van een principiële discussie over de avondklok, moet binnenkort oordelen over twee wetsontwerpen die een verbod mogelijk moeten maken van verenigingen die grenzen overschrijden. Het ene betreft een initatiefvoorstel van PvdA, CDA, CU, VVD en SGP voor een bestuurlijk verbod van ondermijnende organisaties. Het is met name gericht tegen zogenaamde Outlaw Motor Gangs. Het andere betreft een wijziging van het Burgerlijk Wetboek inzake rechtspersonen en is door de regering ingediend zoals overeengekomen in het coalitieakkoord van Rutte III.
De Tweede Kamer is vorig jaar al met beide voorstellen akkoord gegaan zonder dat er in de media veel aandacht is besteed aan de uitvoerige debatten die de Kamerleden hebben gevoerd over deze voorstellen die fundamentele rechten raken. Na het teruglezen van een aantal verslagen van deze debatten kan ik me voorstellen dat de Eerste Kamer, het ‘juridisch geweten’ van het parlement, er toch niet zomaar mee zal instemmen.
Een ‘cultuur van wetteloosheid’
De criminele activiteiten van motorclubs zoals de Hells Angels hebben al enkele malen tot een verbod van zo’n organisatie geleid. Het succes van het Openbaar Ministerie bleek nogal betrekkelijk, zeker in verhouding tot de langdurige civielrechtelijke juridische procedures die er voor nodig waren. Voor de politie en de burgemeesters die met de zware criminaliteit van de bendes te maken hebben biedt een verbod tot nu toe nog te weinig aanknopingspunten om op te treden. Om sneller en effectiever op te kunnen treden stelden de Kamerleden Kuiken (PvdA), Van Toorenburg (CDA), van Wijngaarden (VVD), van der Graaf (CU) en Van der Staaij (SGP) in een initiatiefwetsontwerp voor een bestuurlijke route te kiezen voor een verbod op dergelijke ondermijnende organisaties. Een bestuurlijk verbod geeft de Minister de mogelijkheid om zo’n organisatie een verbod op te leggen zonder toetsing bij de rechter. En dat verbod gaat dan meteen in. Daarmee is een gang naar de rechter weliswaar niet geheel uitgesloten. De organisatie kan uiteindelijk ook nog een beroep doen op de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Maar deze weg is omstreden. De minister is een politiek figuur. Hij of zij kan zich in het besluit tot een verbod laten inspireren door politieke overwegingen, zeker gezien de nogal vage formulering van de gronden voor een verbod. De wetstekst noemt namelijk de motorbendes niet als zodanig, maar omschrijft de verbodsgronden in veel algemenere zin. Wat moeten we verstaan onder ‘een cultuur van wetteloosheid’? En onder een ‘aantasting van als wezenlijk ervaren beginselen van de Nederlandse rechtsorde’? En wanneer kunnen we vaststellen dat een organisatie ‘de Nederlandse samenleving of delen daarvan ontwricht of kan ontwrichten.’? Hoe groot is het risico dat een minister met politiek uitgesproken extreme denkbeelden hier een kans ziet om hem of haar onwelgevallige organisaties uit de weg te ruimen? Of kan dat alleen in Turkije of Hongarije?
De rechtsgeleerden Koornstra, Roorda en Brouwer van het Groningse Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid vinden de initiatiefwet om deze en andere redenen ‘niet in overeenstemming met fundamentele rechtsstatelijke uitgangspunten.’ Ze schrijven: ‘De voorwaarden waaronder de minister van zijn bevoegdheid kan gebruikmaken – zowel de verbodsgronden als de toerekeningscriteria – zijn bij een gebrek aan een wettelijke definitie te onbepaald. Ditzelfde geldt voor de omschrijving van de organisaties die van het ministeriële verbod zijn uitgezonderd.’ Dat laatste slaat op een wijziging die nog is aangebracht waarin expliciet is vermeld dat politieke partijen, kerkgenootschappen en vakbonden zijn uitgesloten. De rechtsgeleerden betwijfelen ook of de wet in overeenstemming is met het EVRM. Ondanks veel bezwaren, ook van de kant van de Raad van State, is de wet op 24 juni in de Tweede Kamer aangenomen met de stemmen van de PVV, GroenLinks, SP, PvdD, FVD en Krol/Kooten-Arissen tegen.
Burgerlijk Wetboek
De Eerste Kamer gaat nu dit wetsvoorstel ‘Bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties’ behandelen in samenhang met een tweede wetsvoorstel ‘Verruiming mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen‘. Dit voorstel voor wijziging van artikel 20 in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is op 13 oktober aangenomen in de Tweede Kamer met alleen de stemmen van de PVV, PvdD, FvD en Van Haga tegen. Hier gaat het om uitbreiding van de mogelijkheden van het OM om via een civielrechtelijke procedure een organisatie (rechtspersoon) te verbieden. Op grond van dit artikel is in het verleden de pedofielenvereniging Martijn verboden. De verbodsgrond is hier een ‘doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde’ die leiden ‘of klaarblijkelijk dreig[en] te leiden tot een bedreiging van de nationale veiligheid of de internationale rechtsorde of tot de ontwrichting van de democratische rechtsstaat of het openbaar gezag.’ In een nieuw derde lid wordt dan toegevoegd dat een verbod ook mogelijk is als het doel of de werkzaamheid leiden ‘ of klaarblijkelijk dreig[en] te leiden tot aantasting van de menselijke waardigheid, geweld of het aanzetten tot haat of discriminatie.’
Weerbaarheid van de democratie
In een van zijn laatste optredens als Eerste Kamerlid voor Forum voor Democratie heeft Paul Cliteur, als rechtsfilosoof een specialist op dit gebied, met name deze laatste passages bekritiseerd. Hij bepleitte een artikel dat uitsluitend inzet op weerbaarheid van de democratie conform de inmiddels klassieke redenering van de staatsrechtgeleerde George van den Bergh uit 1936. Van den Bergh betoogde dat een democratie waarin de meerderheid van stemmen geldt niet bij meerderheid zou mogen worden afgeschaft. Een partij die de democratie zou willen gebruiken om het systeem met een meerderheid van stemmen af te schaffen zou derhalve verboden moeten worden. Voor Cliteur is het duidelijk dat op dit moment de weerbaarheid van de democratie bedreigd wordt door het islamisme. De onderhavige wetswijziging zou zich dan ook uitsluitend daarop moeten richten. Maar Minister Dekker gaat daar in zijn Memorie van Antwoord niet in mee. ‘Artikel 2:20 BW heeft altijd een vergelijkbaar breed karakter gehad, om te kunnen worden ingezet tegen iedere bedreiging van de openbare orde. Dat kan onder meer gaan om ondermijning van het gezag, een bedreiging van de nationale veiligheid, geweldpleging alsmede de opkomst van antidemocratisch extremisme, zoals jihadisme, homohaat, rassendiscriminatie en antisemitisme. Maar daarnaast kan het óók gaan om gewelddadig activisme, outlaw motorgangs en pedofielenverenigingen.’ Dat is dus nogal wat. Cliteurs verenging van de problematiek tot zijn islamofobische hobby is één ding, maar de hele rits verbodsgronden van Dekker geeft het OM naar mijn idee wel een heel ruime ingang om organisaties van allerlei aard aan te pakken.
Kritiek Amnesty
In de internetconsultatieronde voor deze wetswijziging heeft Amnesty International een zeer kritische bijdrage ingeleverd. In de nieuwe wet schuilt volgens Amnesty ‘het gevaar dat het OM, met een beroep op een ruim begrip van openbare orde, een organisatie kan proberen te verbieden enkel op basis van statutair vastgelegd gedachtegoed.’ De mensenrechtenorganisatie wijst ook op een mogelijke botsing met het EVRM omdat dit verdrag bepaalt dat een inbreuk op het grondrecht van de verenigingsvrijheid alleen mogelijk is bij een ‘pressing social need‘. Nergens wordt volgens Amnesty ‘nader onderbouwd welke “radicale” organisaties de democratische rechtsstaat in Nederland willen omverwerpen of afschaffen, in welke mate ze dat willen, en waarom het OM meer slagkracht nodig heeft om die te verbieden en te vervolgen.’ Het lijkt op de discussie over de avondklok: de onderbouwing van de noodzaak van de wetswijziging is twijfelachtig.
‘Wetgevingsspaghetti’
Overigens zijn ook in dit tweede wetsontwerp politieke partijen uitgesloten. Althans, en nu wordt het even ingewikkeld, de regering wil in navolging van de adviezen van de Staatscommissie Remkes over het Parlementair Stelsel een aparte wet maken voor politieke partijen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken werkt daar aan. In die nieuwe wet (Wpp) zou ook een mogelijk verbod van partijen kunnen worden opgenomen. Er moet daarnaast iets in komen te staan over de financiering van politieke partijen, waarvoor tot nu toe een aparte wet geldt. Vooruitlopend op de nieuwe wet heeft Ollongren overigens onlangs al wel een voorstel ingediend om financiering van politieke partijen door instellingen buiten de EU te verbieden. Maar die nieuwe Wpp laat nog even op zich wachten. En zolang de nieuwe wet nog niet van kracht is zal het oude artikel 20 in Boek 2 BW geldig blijven, maar dan alleen voor politieke partijen. Waarbij de minister bij de behandeling van deze wetswijziging in de Tweede Kamer liet aantekenen: ‘Vanwege het belang van politieke partijen voor onze democratie geldt daarbij wel enige mate van terughoudendheid.’
De Kamerleden die over deze ‘wetgevingsspaghetti’ een oordeel moeten geven zijn niet te benijden. Ik hoop wel dat ze de allergrootste ’terughoudendheid’ weten te bewaren bij de invoering van al die nieuwe regels en procedures die onze grondrechten raken. Criminele motorbendes moeten worden aangepakt, OK, ondermijning van de democratische rechtsstaat moet bestraft kunnen worden. Maar bespaar ons wetgeving, die, als ze in verkeerde handen valt, ons op eenvoudige wijze van onze vrijheidsrechten kan beroven.
Reacties (7)
“Een partij die de democratie zou willen gebruiken om het systeem met een meerderheid van stemmen af te schaffen zou derhalve verboden moeten worden. Voor Cliteur is het duidelijk dat op dit moment de weerbaarheid van de democratie bedreigd wordt door het islamisme. De onderhavige wetswijziging zou zich dan ook uitsluitend daarop moeten richten.”
Voor een rechtsfilosoof en specialist op dit gebied stuurt Cliteur dan wel heel erg af op gelegenheidswetgeving. Wetgeving moet juist algemener van aard zijn (anders krijg je op den duur parallele specifieke wetten voor elk clubje dat op dat moment in de schijnwerpers staat, maar in feite dezelfde ondemocratische maatschappij nastreeft). Ik ben overigens de eerste om toe te geven dat in Nederland zelfs zonder dat deze wetgeving er is, de lat eigenlijk al heel laag is gelegd met het verbod op Martijn (en ik kan er echt met mijn hersenen niet bij hoe snel en makkelijk dat ging in vergelijking met de motormaffia).
Enkele citaten van Otto von Bismarck
“Ich suche die preußische Ehre darin, daß Preußen vor allem sich von jeder schmachvollen Verbindung mit der Demokratie entfernt halte.”
– Ik zoek de Pruisische eer hierin, dat Pruisen zich vóór alles verre houdt van elke smadelijke verbinding met de democratie (uitgesproken op 3 december 1850)
Bismarck doet zijn naam eer aan ,anti democratisch en zo fascistisch mogelijk ,vandaar ook die naam van het zinkend schip.
De gene die maffia zijn ,in dit land ,die zitten in de politiek ,of andere instanties die het volk proberen te onderdrukken, onder het mom van rechtsstaat ,maar daadwerkelijk nationaal socialistisch gedachtengoed zoals de NSDAP aanhangen.[ad hominem verwijderd]
Overigens complimenten voor de schrijver Jos van Dijk ,die het durft om kritisch te kijken naar een ongrondwettelijk wetsvoorstel ,die gebaseerd is op leugens en achterklap.
Overigens is een motor club ,die nooit als een Charter/Chapter van een club , volgens het strafrecht is veroordeeld als crimineel ,ook niet te betitelen/kwalificeren , als criminele motor club of Charter / Chapter .Charters zijn op zichzelf staande rechtspersonen ,met een eigen bestuur ,autonomie ,en een eigen leden bestand .Er bestaat ook nog zoiets als onschuldpresumptie .En het kan o.a.dan ook nooit bestaan ,dat een onschuldige veroordeeld wordt .De initiatiefnemers van deze wet ,begaan onder meer een grote zonde ;
Het alles en iedereen in de motor club wereld ,over 1 kam scheren , met gebruik van naming , shaming en framing ,leugens en achterklap, Ongrondwettelijk dus .Over 1 kam scheren op zich is al één schending van de grondwet ,en het EHRM .De rechten van Honderden ,zelfs Duizenden leden kunnen en mogen ook nooit ontzegd worden ,met welke juridische smoes dan ook .De zogenaamde 1% ers ,het geuzennaam logo ,die bij lange na, niet door ieder lid wordt gedragen ,plaatsen zichzelf niet buiten de wet . Ze hebben grotendeels allemaal familie om voor te zorgen ,werken voor hun loon .Het O.M. is bezig met juridische foefjes , en woordspelingen ,en een onderhuidse handelswijze van werknemers te laten ontslaan bij hun werkgevers (aantoonbaar), om de motor club leden buiten de wet te plaatsen .Om daarna in de rechtszaal ,en in de media te roepen ; de mc leden zijn 1%-ers die zichzelf buiten de wet plaatsen ! Vals spel dus ,vanuit de Ivoren Torens als beleid gehanteerd. Het Verenigingsrecht kan ,en mag ook niet geschonden worden ,niet door enig motor club lid ,maar toch ook zeker niet door Justitie ,en alle aanverwante instanties en personen ,politici ,en ‘rechtsgeleerden’.
Dank voor het compliment. Je kwalificatie van het wetsvoorstel (ik neem aan dat over ondermijnende organisaties) laat ik geheel voor jouw rekening. Het doel, misdaadbestrijding, is naar mijn mening in elk geval bepaald niet ongrondwettelijk. En scheldpartijen tegen andere reaguurders worden hier verwijderd.
Alles wat ik schrijf ,doe ik voor eigen rekening .Misdaadbestrijding is als doel niet mijn mikpunt ,maar het onterechte kwalificeren ,en het over 1 kam scheren van motor clubs en de leden daar van wel. Dan daarbij ;de kwalificatie van de reaguurder Bismarck , van de ,in zijn woorden ,motormaffia ,die vindt u dan wel normaal ?
Omerta, inclusief moord en laten verdwijnen van “familie”leden die zich daar niet aan houden, georganiseerde drugs- en wapenhandel, stammenstrijd met concurrerende criminele bendes. Tja, daar hebben ze in Italië nu eenmaal een woord voor bedacht.
Verder kun je in de link in de tekst lezen dat wel degelijk enkele bendes zijn veroordeeld (en zelfs verboden), vanwege hun maffiapraktijken:
“De rechter heeft de Hells Angels verboden. Binnen de motorclub heerst een cultuur van geweld die de samenleving en rechtsstaat in gevaar brengt.
De uitspraak is opnieuw een overwinning van het Openbaar Ministerie in de strijd tegen outlaw motorcycle gangs (OMG). Dat zijn motorclubs die zich schuldig zouden maken aan het faciliteren van zware criminaliteit. Eerder werden al Satudarah en Bandidos (deels) verboden.”
Weinig reden dus om zo hysterisch te reageren op kwalificaties als Outlaw Motor Gangs of motormaffia, die het beestje aardig bij de naam noemen.
Omerta ,klinkt als Omega 3 in mijn oren .Als een mc lid ,of wie dan ook ,zich op zijn zwijgrecht beroept ,het recht om te zwijgen ,is dat zijn/haar goed recht .
Bismarck is duidelijk een persoon die in de justitiële hoek zit ,daar voor een schuilnaam heeft verzonnen ,die zijn nationaal socialistische gedachtengoed verraad .Te vaak naar The Godfather gekeken ,de fictieve film ,die in zijn ogen werkelijkheid was. Hysterisch en wanhopig ben je volgens mij zelf ,door het Italië en maffia met elkaar te verweven ,en te gebruiken als onderbouwing . OMG is een term die dient om te profileren ,afkomstig uit de USA .Daar is het profileren van motor clubs en de leden daar van ,door ‘opsporingsdiensten’en (lokale) Overheid ,het framen ,namen en shamen ondertussen aan het licht gekomen ,en in meerdere staten is daar dan ook een te verwachten verbod op gekomen. Zal hier ook behoren verboden te zijn. Verder hoor ik Bismarck niet over de onderhuidse handelswijze ,dat netjes werkende club leden ,en daar zijn er héél veel van, meer dan 98% van de leden ,zelfs , door middel van afpersing gepleegd ,door Nationale Politie functionarissen van werkgevers ,die mc leden in dienst hebben ,om die werknemers vooral te laten ontslaan vanwege hun lidmaatschap van een motor club. Al vele jaren gaande .Bewijs daar van in overvloed aanwezig. Dit wijst vooral aan dat er vanuit de overheid juist mc leden buiten de maatschappij ,en de wet gesteld worden .Om daarna te wijzen met hun vinger dat het de mc leden zelf zijn, die buiten de wet leven . Of de Horeca eigenaren die bedreigd worden door agenten ,om vooral geen mc leden op hun terras toe te laten op straffe van kwijtraken vergunningen en FIOD bezoek ,enz. Dus wie ondermijnen er dan de maatschappij ?Wie hebben er lak aan de grondwet? Niet de mc leden ,maar mensen zoals Bismarck ! De initiatiefwet is een discriminatoir gedrocht ,die nooit geaccepteerd kan worden ,bedacht door NSDAP aanhangers en nazaten daar van .En vergeet vooral niet , als die wet er wel door heen geduwd wordt , wat ik me moeilijk kan indenken , dan zijn de mc ’s de eersten aan de beurt ,daarna de voetbalsupportersverenigingen ,de rugbysupporters verenigingen ,de ijshockeysupportersverenigingen ,en noem maar op ..Misschien dan ook de biljartverenigingen en kleiduiven verenigingen ,en paarden sport verenigingen ,waar Bismarck zelf lid van is ,want daar loopt nogal wat maffiatuig rond .Dat zag je ook in de Godfather film ; Make him a offer he can’t refuse !Verder hou ik het hier voor gezien met reageren ,enough said … Arriverderci !