OPINIE - Erg veel aandacht heeft het niet gekregen vorige week, de ondertekening door het koninklijk paar van een verklaring voor vrijheid en tolerantie.
Op zijn verjaardag ondertekende koning Willem-Alexander vorige week in Dordrecht een verklaring die ontleend is aan de Eerste Vrije Statenvergadering die daar in 1572 is gehouden. De verklaring, die iedereen nog kan onderschrijven, luidt als volgt:
“In 1572 werd in een hof in Dordrecht de basis gelegd voor een onafhankelijk land. Waar je vrij bent om te denken wat je denkt te geloven wat je gelooft en te zijn wie je bent. Vrijheid en tolerantie horen bij Nederland, daar teken ik voor!”
De Statenleden sloten zich op die vergadering in 1572 aan bij Willem van Oranje. Hij hechtte veel waarde aan de vrijheid van godsdienst. En hij wilde de steun van de Staten van Holland om tegen de Spanjaarden ten strijde te trekken. De vergadering wordt beschouwd als het startpunt van een onafhankelijke Staat der Nederlanden. In 1579 volgde de Unie van Utrecht met een eerste soort grondwet en in 1581 is de definitieve afscheiding vastgelegd in het “Plakkaat van Verlatinghe”. De vrijheid van godsdienst was een belangrijke drijfveer voor de opstandelingen om zich los te maken van de Spaanse overheersing. Wat betekent dit allemaal nog in 2015?
Vrijheid en tolerantie zijn principes waarop de Nederlandse staat is gebouwd. Dat heeft het koninklijk paar nu nog eens bevestigd. Maar tot op de dag van vandaag blijkt het lastig voor de staat om die principes in praktische wetten en maatregelen te vertalen. De realisering van een tolerante samenleving blijft een worsteling die heel wat meer vereist dan een handtekening.
Na de vrijheid van denken en geloven is in de 19e eeuw ook de vrijheid van meningsuiting als grondrecht voor alle burgers vastgelegd. Bij de verworvenheden van de Franse Revolutie hoort nadrukkelijk het idee van staatsonthouding inzake het denken en het geloof van de burgers en alle uitingen daarvan. De staat hoort zich in beginsel niet met de vorming en uiting van ideeën van zijn burgers te bemoeien.
De vrijheid van denken en geloven is onomstreden. De uitingsvrijheid is nog wel begrensd door de wet. Wat we nu echter zien is dat, uit vrees voor het effect van bepaalde uitingen, ook de vrijheid van denken en geloven onder druk komt te staan; maatschappelijk, als radicalisme leidt tot verminderde tolerantie; en politiek, als in reactie op maatschappelijke onrust de wetten worden aangescherpt om de invloed van radicale ideeën te temperen. De vraag is opnieuw urgent geworden hoe ver de staat mag gaan in de bemoeienis met het denken en geloven van de burgers.
Vrijheid van geloof een ‘blinde vlek’?
Bart Jan Spruyt vond, in zijn reactie op de ondertekening van de tolerantieverklaring in Dordrecht, dat Nederlandse politici een blinde vlek hebben voor het belang van de vrijheid van religie. Hij gaf als voorbeeld de kwestie van de gewetensvrijheid van ‘weigerambtenaren‘ die vanwege hun geloof geen homostellen willen trouwen. En hij noemde verder de nog steeds omstreden jongensbesnijdenis.
De kwestie van de weigerambtenaren vind ik lastig. Als er geen sprake is van schade aan anderen zou je ruimte moeten bieden aan gewetensvrijheid. Een ambtenaar mag in zijn functie als vertegenwoordiger van de overheid geen onderscheid maken tussen homo- en heteroparen. Maar je kunt mensen moeilijk dwingen tot andere gedachten over het huwelijk. Er is veel gesproken over praktische oplossingen, maar uiteindelijk heeft het principe het gewonnen. Toch vind ik het ontslag van een ambtenaar, uitsluitend omdat zijn persoonlijk geweten niet in overeenstemming is met de geldende wet, dubieus. In het geval van de jongensbesnijdenis vind ik een verbod veel eenvoudiger te verdedigen. Hier gaat het recht om zelf te beslissen over aantasting van het lichaam boven de religieuze opvattingen van de ouders. Nog afgezien van de vraag of besnijdenis een gewetenskwestie is of meer een met religieuze gevoelens omgeven culturele traditie.
Ik zie de ‘blinde vlek’ van politici inzake de vrijheid van denken en geloven echter meer in het onderschatten van de maatschappelijke intolerantie die ingegeven wordt door botte vreemdelingenhaat. De afkeer van vreemde culturen en godsdiensten kan zo ver gaan dat je volgens sommigen in dit land niet “mag zijn wie je bent”, om het in de termen van de Dordtse verklaring te zeggen. Wat ik nog wel eens mis is de onvoorwaardelijke afwijzing door politici en overheidsdienaren van alle tendensen om mensen uit te sluiten en te veroordelen, puur en alleen om wat zij denken of geloven.
Een ‘giftige cocktail’
In een recent debat over vrijheid van meningsuiting stelde Diederik Samsom dat de overheid een balans moet vinden tussen vrijheid en veiligheid. Ik citeer het verslag: “Wanneer het bijvoorbeeld gaat om een spreker met gevaarlijke ideeën die komt te staan voor een ontvankelijk publiek, levert dat volgens Samsom “een giftige cocktail” op. Het is dan aan de overheid om daar iets aan te doen, bijvoorbeeld door te verhinderen dat iemand ons land in komt.”
Hoe reëel is het gevaar van deze “giftige cocktail”? Gaat het om garanties op veiligheid of gaat het om het bezweren van angst? Ik begrijp dat Samsom en andere politici, onmachtig om alle risico’s op terroristische misdaden uit te bannen, angstige burgers gerust willen stellen. Maar we laten de terroristen winnen als dat ten koste gaat van grondwettelijke vrijheden en de onderlinge tolerantie in een pluriforme samenleving. Van een democratisch politicus verwacht ik expliciete steun voor deze vrijheden als hij of zij reageert op de veelvuldig voorkomende en opgeklopte verontwaardiging over afwijkende standpunten. Tolerantie betekent dat je de uiting van gedachten waar je het hartgrondig mee oneens bent desondanks toelaat. Die ruimte eisten de Statenleden in 1572 op voor hun godsdienst en in feite gaat het nu nog steeds om datzelfde principe.
De ‘blinde vlek’ van sommige politici is volgens mij allereerst de ‘cocktail’ van vreemdelingenhaat, angst en intolerantie die Nederland nu al meer dan een decennium vergiftigt.
Reacties (4)
“De vrijheid van godsdienst was een belangrijke drijfveer voor de opstandelingen om zich los te maken van de Spaanse overheersing.”
Een aardig stukje mythevorming. De opstand uitte zich in al direct in zijn intolerantie jegens katholieken, hun kerken en erediensten, terwijl ook al te predikers die niet recht genoeg in de leer waren (met name de remonstranten) al snel werden verbannen. Zelfs de weigerambtenaar kende zijn analogie al in de vroege republiek, waar ambten alleen door gereformeerden vervuld mochten worden.
@1: De intolerantie jegens katholieken en anderen kan niemand ontkennen. Toch vind ik het historisch gezien wel terecht om de oorspronkelijke drijfveer van Willem van Oranje en de zijnen, zich losmaken van de opgelegde staatsgodsdienst van de Koning van Spanje om te kunnen kiezen voor een ander geloof, wel te zien als een stap in de richting van vrijheid van godsdienst. Maar je hebt gelijk, het duurde veel te lang voordat de consequenties tot de goegemeente doordrongen.
Drijfveer van de Nederlandse opstand waren de verhoging van de belastingen daar Spanje geld nodig had om het rijk waar de zon nooit onder ging te kunnen beheersen. Daaraan gekoppeld welke datum in 1572 – Onafhankelijkheidsdag!
Interessant is de vraag welke vrijheid boven de ander staat: religie of meningsuiting? Ook in linkse kringen wordt in meerderheid voor de laatste gekozen.
Als burgemeester zou ik haatpredikers zoals laatst weer in Eindhoven niet tolereren, er zijn immers grenzen van meningsuiting, en die mogen niet worden weggemoffeld onder een religieuze vlag.
Binnenkort Schiller lezen over de Opstand, hoe hij daar over dacht wil k wel s weten.
@3, burgemeester Joop:
Burgemeester, vast goed bedoeld. Toch?! (In het algemeen:)Geen willekeur; wie gemakshalve wordt bestempeld als haatprediker? Burgemeester, tevens rechter? Lastig parket!
Waarom onze normen en waarden zo verengt? De ene vrijheid boven de ander stellen. Er zijn nog wel meer vrijheden die een recht zijn. Allen dienen tegelijk te worden bewaakt en gerespecteerd. Burgemeester?!
Tegelijk moeten de meeste brave burgers zich aan een kleine honderd geboden en verboden houden.
Voor bestuurders ligt dat anno 2015 duidelijk totaal anders. De geprivilegieerde bovenlaag.
Onze Koning kan wel makkelijk naar willekeur kopie pasten uit de geschiedenis. Wat uit de geschiedenis boekjes is gecensureerd – we kennen alleen de geromantiseerde versie;
De erfopvolgers van de Prins lagen binnen 100 jaar nadien al op ramkoers met de Provincies.
Zo weigerde de Prins, in 1650 het leger in te krimpen. (de kosten gierden uit de bocht).
Hij begon om de staten van Dordrecht een lesje te lezen. Ging er met 400 soldaten op af. Dordrecht weigerde de agressieve en onbehoorlijke Willem te ontvangen.
De statenleden van Amsterdam die aandrongen op de bezuinigingen liet hij opsluiten in slot Loevesteijn.
De neef van de Prins, Willem Frederik, stuurde hij met 10.000 soldaten naar Amsterdam.
Die staatsgreep mislukte; door noodweer opgehouden, had de stad voldoende tijd om de verdediging op sterkte te brengen.
Korte tijd later liep Prins Willem een ziekte op en stierf.
Kortom, het gaat niet om mooie woorden. De daden en gedragingen zijn de enige maat die echt telt.
Dat de Kamer trouw moest zweren aan de Koning, ipv. het volk. Komt al niet echt lekker vrij en tolerant over.
In dit verband – die ene passage die de Koning dan selecteert – is het relevant in herinnering te brengen hoe de zoon van Willem de Zwijger, Frederik Hendrik, nu juist de Vrede van Münster – eind aan de 80-jarige oorlog – lang wist tegen te houden (als hoofd van het leger belanghebbende).
Heren 17 lieten zich echter niet knechten door de prins.
Dus, van harte hebben de Oranjes niet bepaald enige macht gedeeld met het burgerbestuur.
Woorden, woorden – uit monden van bestuurders. Tolerantie – hoeveel is nodig, gewenst? Tolerant tegenover oplichters, fraudeurs, bankiers, onder-de-pet-houders, de groeiende kliek van ‘untouchables’ (ESM, BIS, NAVO, WTO-TTIP, EU, VN)?
Aan de Kamer nu de kans en taak om dit belangrijke thema in te schieten.
Gaat niet gebeuren …. TTIP, ze gaan blind tekenen. (kleine letterjes blijven nog 5 jaar na het tekenen geheim).
Dat het niet veel aandacht kreeg; logisch. Dat zou mogelijk afbreuk doen aan het beeld van het wereldwijde complot van de islam tegen onze ‘beschaving’. Een beeld dat media en politiek – in koor – coute que coute cultiveren en exploiteren. Feitenvrij haatzaaien.
De Koning bedoelde waarschijnlijk niet om in z’n 1tje de haatzaai-doctrine van de NAVO te veroordelen. Politiek en media filteren (censureren) het nieuws al 100 jaar perfect. Dus dit zwijgen ze blij dood.