ANALYSE - Thierry Baudet brengt in september 2016 een rapport uit getiteld ‘Echte Democratie’. Gastredacteur Eva Schut geeft drie argumenten waarom deze titelkeuze een hoop moeilijkheden met zich meebrengt.
Over minder dan twee maanden zijn de Tweede Kamerverkiezingen, en het is duidelijk geworden dat Thierry Baudet zich als een serieuze kandidaat wil profileren. Het rapport ‘Echte Democratie’ dat hij samen met Paul Cliteur schreef – voor de PVV – geldt als handvat voor zijn eigen partij. Wat wil hij bereiken?
Onder andere door middel van bindende referenda, gekozen burgermeesters en e-democracy Nederland eindelijk voorzien van een Echte – directe – Democratie. Los van de vraag of directe democratie de beste manier is om het vertrouwen in de politiek terug te winnen, brengt de titelkeuze van zijn rapport alleen al een aantal problemen met zich mee. Daarvan wil ik er drie met u bespreken.
Democratie als discussie
Filosoof en politiek theoreticus W. B. Gallie schreef al in 1956 dat het begrip ‘democratie’ – net als ‘kunstwerk’ en ‘Christelijke waarden’ – een essentially contested concept is: een min of meer intuïtief begrip dat altijd onder discussie zal blijven staan. In verschillende situaties en door verschillende groepen mensen wordt het telkens anders gebruikt, en elke groep draagt gepassioneerde argumenten aan waarom zij denken het bij het juiste eind te hebben.
En dat is prima. Zolang je erover blijft discussiëren en het omstreden karakter erkent, draagt de discussie bij aan de ontwikkeling van zo een begrip. Baudet daarentegen, probeert de discussie te gijzelen. Door zijn suggestie de waarheid in pacht te hebben probeert zijn tegenstanders buitenspel te zetten. Maar andere soorten democratie wegzetten als ‘ondemocratisch’ is onverstandig en zelfs gevaarlijk, nu ‘democratisch’ bijna synoniem is geworden aan ‘politieke deugdelijkheid’.
Oplossing voor het probleem?
Baudet schetst een probleem: ‘het volk’ wordt niet gehoord, politieke beslissingen zijn een opeenstapeling van compromissen, de politieke elite heeft geen voeling meer met de burgers. Hij lijkt dus meer inspraak te willen, actief mee kunnen praten en als burger echt meetellen in de besluitvorming.
Politicoloog Will Kymlicka draagt twee oplossingen aan voor deze ontevredenheid: een talk-oriented en een vote-oriented democratie. Eentje gericht op meer praten, of eentje gericht op meer stemmen.
De oplossing zou volgens mij een talk-oriented democratie moeten zijn: eentje waar burgers actief mee kunnen discussiëren en beslissen, zoals bijvoorbeeld David van Reybrouck voorstelde in zijn pamflet Tegen Verkiezingen. Of Code Oranje, een initiatief van een grote groep burgermeesters, wethouders en andere betrokkenen. Allebei de oplossingen zijn gericht op directe inspraak van de burgers, ofwel door loting ofwel burgerzeggenschap. Meedoen vóórdat de beslissing wordt genomen. Inspraak in plaats van instemming. Dat wil het Forum Voor Democratie toch?
Maar in plaats daarvan geeft Baudet vote-oriented oplossingen: referenda, een gekozen minister-president, en een sterk versoepelde stemprocedure. Allemaal gericht op meer stemmen, niet op meer inspraak. Symptoombestrijding dus. In het Nederlands klinkt dit goed: ‘onze stem wordt niet gehoord, dus moeten we meer stemmen’. De onoplettende lezer zal niet opmerken dat de twee vormen van ‘stemmen’ hier iets compleet anders betekenen.
Maar is het niet effectiever – en geeft het niet meer voldoening – om mee te kunnen praten voor de beslissingen worden genomen, in plaats van ze met een referendum achteraf ongeldig te kunnen maken? En is dit, boven alles, niet meer in lijn met wat Baudet aan problemen oppert?
Meerdere niveaus, meerdere democratieën
Daar komt bij dat op landelijk niveau hele andere belangen spelen dan op lokaal niveau, waarbij een andere mate van betrokkenheid van de burgers verwacht kan worden. Op landelijk niveau zou een directe democratie prima de beste vorm kunnen zijn – een paar keer extra per jaar stemmen kan genoeg gevoel van inspraak geven om het vertrouwen in de politiek niet te verliezen. Maar wat er met de lokale bibliotheek gebeurt, daar willen we wel over meepraten, meebeslissen. Op lokaal niveau zou een deliberatief systeem – zoals voorgesteld door Van Reybrouck of Code Oranje – daarom misschien beter werken.
Maar door een rapport ‘Echte Democratie’ te noemen, laat Baudet een optie van gecombineerde democratische systemen bij voorbaat buiten beschouwing. Als alleen directe democratie ‘echte democratie’ is, hebben we dan met de introductie van de alternatieven van Van Reybrouck en Code Oranje lokaal geen democratie meer?
De titel brengt Baudet dus niet alleen conceptueel in de moeilijkheden, het verhindert hem – en ons – ook verder te kijken dan één groot democratisch systeem voor alle bestuurslagen. Voor een politicus/wetenschapper mag dat geen bevredigende uitkomst zijn.
Reacties (7)
Democratie gaat in de eerste plaats over ‘eigenaarschap’. Het gaat er eigenlijk niet om op welke wijze en hoe vaak het volk stemt of meepraat, maar waarom dat überhaupt ooit zo geregeld is: omdat het volk de ‘eigenaar’ is van de staat.
Overigens kunnen alleen staten of deelstaten democratisch zijn. Provincies en gemeenten kennen hoogstens zelfbestuur.
E-democracy, dé manier voor vreemde mogendheden om verkiezingen te manipuleren. Bovendien, als de meebeslis-drempel lager wordt dankzij een paar simpele drukken op de knop, krijg je gegarandeerd getrol à la Boaty McBoatface. Om van de herinvoering van de doodstraf en andere onderbuikgevoelens maar te zwijgen. Tenslotte zijn mensen te gemakkelijk beïnvloedbaar met populistische campagnes, te gemakkelijk op te hitsen met een goedkoop ‘wij-gevoel’ en te gemakkelijk te misleiden via sociale media. Wat mij betreft mag het allemaal lekker transparant, maar wel graag wat minder direct.
Baudet is duidelijke ook bezig een wit voetje te halen bij Trump en Trump-aanhangers hier:
http://www.ad.nl/binnenland/baudet-vraagt-trump-om-nieuw-onderzoek-naar-vlucht-mh17~af71da3b/
http://www.volkskrant.nl/binnenland/baudet-vraagt-trump-om-nieuw-onderzoek-naar-mh17-nabestaanden-geschokt~a4455637/
Hoera, ’t is weer Andersomdag.
Het is een beetje potsierlijk allemaal. Laten we niet doen of meneer Baudet een groot denker is, want dat is hij niet.
Zijn pleidooi voor directe democratie is een beetje ridicuul. Hele generaties van politieke beschouwers hebben aangetoond dat directe democratie onpraktisch is en ongewenst. Stel je voor dat je je de hele dag moet bezig houden met details van markten, handel in voedingsmiddelen, energieprijzen, etc.
Je wilt gewoon dat AH en Jumbo redelijk gevuld zijn met producten met redelijke prijzen en hoe dat geregeld wordt zal je toch een zorg zijn?
Onsmakelijk wordt het amateurisme van meneer Baudet als hij de Russenvriend Trump gaat vragen om een nieuw onderzoek naar MH17, een stuitend gebrek aan goede smaak en het toppunt van vooringenomenheid.
Kortom, dappere strijd tegen een halve gare met halfgare denkbeelden.
Ook met dit artikel kan ik het alleen maar eens zijn. Ik kan e.e.a. nog wel aanvullen of nuanceren, maar dan wordt het een monoloog en dat mag niet. Daarom slechts één zijdelings kritiekpuntje c.q. incoherentie: waarom opperen dat Baudet de discussie gijzelt omdat hij meent de waarheid in pacht te hebben? Jullie claimen toch evengoed de waarheid in pacht te hebben (namelijk dat Baudet alleen maar onzin uitkraamt?). Het idee van Gallie’s essentially contested concept is nota bene dat de verschillende partijen claimen de waarheid te bezitten. Hij vergelijkt het daartoe zelfs met voetbalfans die ook gepassioneerd menen dat hun club de beste is. Bovendien gijzelt Baudet feitelijk niets want jullie kunnen zonder problemen kritiek op zijn standpunt geven zodat hij alleen maar de discussie stimuleert. Dus die rare, net iets te persoonlijke, sneer naar Baudet hoort m.i. niet thuis in dit verder uitstekend artikeltje van de Gastredacteur.
Een stuk waar zo weinig op aan te merken valt, omdat het zo’n open deur is, laadt altijd een beetje de verdenking op zich dat de enige reden dat het ontstaan is, er een stok nodig was om een hond te slaan. Maar misschien ben ik wel gewoon paranoide.
Ik ga ook niet op Baudet stemmen, maar ik vind het een beetje raar om te proberen hem in te pakken met behulp van een lagere school cliche.
@1: “Overigens kunnen alleen staten of deelstaten democratisch zijn. Provincies en gemeenten kennen hoogstens zelfbestuur.”
Wat een rare bewering. Democratie speelt zich in een wereld die klein geworden is juist noodzakelijkerwijze af op meerdere niveaus. In Den Haag kan er net zo min democratisch besloten worden over de invulling van de rol van de wijkagent in Simpelveld, als er in New York (VN) besloten kan worden over de aanleg van de Koning Willem-Alexandertunnel.
“brengt de titelkeuze van zijn rapport alleen al een aantal problemen met zich mee. Daarvan wil ik er drie met u bespreken.”
De titel moet je ook niet los zien van de inhoud. En de inhoud van het rapport richt zich ten eerste op het falen van de representatieve democratie, aangezien de representativiteit vaak non-existent is. Een referendum is dan een heel bruikbaar middel. Dit is niet bedacht door Baudet zelf, maar direct gejat van Roosevelt. Al zal er voor hem ook wel iemand zijn geweest met soortgelijke ideeën. Het echte democratie slaat dus voornamelijk terug op dat directe en vertegenwoordigende democratie elkaar completeren tezamen de
‘gouden combinatie’ van modern zelfbestuur vormen.
@3
“Het is een beetje potsierlijk allemaal. Laten we niet doen of meneer Baudet een groot denker is, want dat is hij niet.”
Ad hominem.
“Zijn pleidooi voor directe democratie is een beetje ridicuul. Hele generaties van politieke beschouwers hebben aangetoond dat directe democratie onpraktisch is en ongewenst.”
Argument op basis van autoriteit. Wie heeft dat aangetoond? Heb je ook echte voorbeelden daarvan?
“Je wilt gewoon dat AH en Jumbo redelijk gevuld zijn met producten met redelijke prijzen en hoe dat geregeld wordt zal je toch een zorg zijn?”
Je reageert op een website waarop velen makkelijk 20 reacties of meer plaatsen op tal van onderwerpen, zo jij ook wel eens. En dan kom je tot de conclusie dat we gewoon eten willen hebben liggen in de supermarkt? Alsof onze idealen en behoeften niet verder gaan tot gemakkelijk verkrijgbaar eten, waarbij ethiek ook nog eens geen rol speelt? Heel vreemd hoor.
“Kortom, dappere strijd tegen een halve gare met halfgare denkbeelden.”
Waarom? Waar komt je haat vandaan tegen dit volstrekt bespreekbare? Er waren tijden dat dit soort praat uit de koker van D66 en de PvdA kwamen. En dan doel ik op de heer Baudet zijn voorstellen.