COLUMN - In een speech stelt Charles Plosser, directeur van de Fed van Philadelphia, dat de Federal Reserve zich voornamelijk met prijsstabiliteit moet bezighouden en niet met financiële stabiliteit. De speech komt op een mooi moment, omdat de ECB en Duitsland op ramkoers liggen over de invulling van de bankenunie. De ECB wil één onafhankelijke autoriteit voor het afhandelen van failliete banken, terwijl Duitsland een netwerk van gezamenlijke lidstaten wil.
Je kunt je afvragen wat eigenlijk het voordeel is van onafhankelijkheid. Dit vindt zijn oorsprong in een idee waar Finn Kydland en Edward Prescott in 2004 de Nobelprijs voor ontvingen. Zij betogen dat onverwachte inflatie voor werkgelegenheid zorgt doordat arbeid goedkoper wordt door onverwachte inflatie. Dit geeft prikkels aan politici om de geldkraan flink open te draaien: meer geld is meer inflatie, wat meer werkgelegenheid oplevert en hopelijk extra stemmen.
Tot zover gaat alles goed: als de werknemers maar gewoon een laag loon zetten, en de politici de geldkraan flink opendraaien, dan komt het wel goed met de werkgelegenheid. De toevoeging van Kydland en Prescott is nu dat werknemers de prikkels van politici anticiperen, en een hoger loon eisen om te compenseren voor de verwachte inflatie. Nu zitten de politici gevangen: inflatieverwachtingen zijn hoger, en het creëren van inflatie verlaagt de werkgelegenheid hierdoor niet. De oplossing is het oprichten van een onafhankelijke centrale bank die geen stemmen hoeft te werven en geen prikkel heeft om extra geld bij te drukken.
Aan die onafhankelijkheid zit ook een prijs, en deze prijs haalt de speech van Plosser aan. Een onafhankelijke centrale bankier is moeilijker ter verantwoording te roepen dan een politicus. Om ervoor te zorgen dat een centrale bankier zijn taken netjes uitvoert, is het nodig om hem vooraf heldere doelen te geven, en ervoor te zorgen dat hij de instrumenten heeft om deze doelen te verwezenlijken. Prijsstabiliteit is een goed voorbeeld van zo’n doel. Inflatie is goed meetbaar, en via de rente en geldhoeveelheid heeft de centrale bank grip op de inflatie.
Maar in de discussie tussen de ECB en Duitsland is het de vraag of de het afhandelen van failliete banken ook zo’n doel is. Het is in ieder geval moeilijker om te omschrijven wanneer de uitvoering goed is, want de correcte actie zal van bank tot bank verschillen. De ene keer is het verstandiger een bank zo snel mogelijk op te doeken, terwijl het voor een andere bank juist de moeite waard kan zijn deze te laten overnemen of staatssteun te geven. Hierdoor wordt het een stuk lastiger om een dergelijke autoriteit verantwoording af te laten leggen. Ook lijkt het onverstandig om de taak bij de ECB te leggen, omdat deze ook toezicht op banken houdt. Dit kan tot perverse prikkels leiden: een omvallende bank duidt misschien op falend toezicht.
Duitsland heeft dus een punt als het de resolutie van banken niet onafhankelijk wil laten uitvoeren. Maar Draghi heeft ook gelijk als hij aangeeft dat een centrale autoriteit daadkrachtiger is en wellicht minder gevoelig voor belangen van individuele lidstaten . De laatste gesprekken tussen Duitsland en Frankrijk suggereren dat de Europese Commissie de bankfaillissementen gaat afhandelen. Een goed idee, want hoewel er op het democratisch gehalte van de Commissie valt af te dingen, lijkt het verstandiger de afhandeling van failliete banken niet door een onafhankelijke autoriteit uit te laten voeren.
Reacties (24)
Het is wel nuttige achtergrondinfo om te weten dat Plosser binnen de Fed een ‘havik’ is, die prijsstabiliteit boven alles stelt, bang is voor inflatie (ook al heeft de Fed sinds 2012 een inflatiedoel van 2% waar de CPI al tijden ruim onder zit) en iedere monetaire ingreep al snel te veel vindt.
Ik hoop dat ik dit mag interpreteren als Duits verzet tegen de EU.
@2: duitsland vindt de EU prima als daarmee duitse banken kunnen worden gered. In alle andere gevallen, meh.
In een speech stelt Charles Plosser, directeur van de Fed van Philadelphia, dat de Federal Reserve zich voornamelijk met prijsstabiliteit moet bezighouden en niet met financiële stabiliteit.
Waar het consumenten, ondernemers en beleggersvertrouwen wordt bepaald door de huis-, aandeel- en obligatieprijzen, staat financiele stabiliteit gelijk aan prijsstabiliteit.
ook een mooi plaatje.
@1: Dat is zeker nuttige informatie! Ik wist niet dat Plosser zo’n hardliner was, maar heb zijn speech alleen op zijn argumenten gelezen. In dit geval vond ik die argumenten wel goed, en ook relevant voor de Europese discussie. Misschien ook relevant (en niet vermeld in het stuk) is dat de speech bij het Cato Institute gegeven is, wat zelfs voor Amerikaanse begrippen een behoorlijk liberale denktank is. Ik ga er van uit dat een centrale bankdirecteur zijn boodschap niet gaat aanpassen bij het bezoek van zo’n instituut, maar het kan natuurlijk wel van invloed zijn voor wie zo’n instituut uitnodigt om een speech te geven.
@4: Als je financiële stabiliteit zo definieert, impliceert prijsstabiliteit waarschijnlijk inderdaad financiële stabiliteit. Het probleem is dat het moeilijk is om financiële stabiliteit precies te definiëren. Denk bijvoorbeeld aan de financiële crisis. Het prijspeil was toen redelijk stabiel, maar het is toch moeilijk te zeggen dat er tijdens de financiële crisis sprake was van financiële stabiliteit. Stabiliteit wordt hierdoor al snel een soort ‘I know it when I see it’, zonder dat duidelijk is wat het precies betekent. En omdat het moeilijk te definiëren is wanneer er sprake is van financiële stabiliteit en wanneer niet, kun je een onafhankelijk instituut daar moeilijk op afrekenen.
@5: Dat is zeker een mooi plaatje. Ik zie dat de website van Thomson Reuters is, maar heb je ook een link naar hoe ze deze schaal bepalen?
@1
En dat die havikken al waarschuwen voor het inflatiespook sinds het begin van de crisis. Voor details zie Krugman (natuurlijk):
http://krugman.blogs.nytimes.com/2013/11/05/free-floating-inflation-hysteria/
http://www.nytimes.com/2013/05/03/opinion/krugman-not-enough-inflation.html
http://krugman.blogs.nytimes.com/2013/07/23/the-death-of-high-inflation/
Etc. en zo…
@7: Als je financiële stabiliteit zo definieert, impliceert prijsstabiliteit waarschijnlijk inderdaad financiële stabiliteit. Het probleem is dat het moeilijk is om financiële stabiliteit precies te definiëren.
Klets. DNB heeft een hele afdeling genaamd “Financiele Stabiliteit”: vraag maar waarmee zij zich bezighouden, kunnen ze denk ik goed definieren.
Denk bijvoorbeeld aan de financiële crisis. Het prijspeil was toen redelijk stabiel,
AEX index tijdens die periode:
http://www.beurs.nl/cms/Jandekoning/image/AEX20002010.PNG
In een gefinancialiseerde economie/samenleving als de onze wordt het economisch klimaat meer bepaald door de prijzen van (financiele) activa dan door de prijzen van consumptiegoederen.
@10:
Voor de banken en beleggers wel, voor de consumenten niet. Maar dat is in iedere kapitalistische economie zo.
Verder is dit allemaal een beetje goochelen met termen. Je kunt met het artikel alle kanten op. Willen we natiestaat onafhankelijk toezicht op de banken door een door de EU gecontroleerde centrale bank, waarbij de bankiers van die bank zelf ook erg veel macht krijgen, of willen we natiestaten, die onafhankelijk zijn van een centraal gecoördineerde bank, waardoor natiestaten hun onderlinge vetes en verschillen niet via de eigen nationale banken uit kunnen vechten? Het artikel heeft het begrip onafhankelijkheid niet goed uitgewerkt, beter gezegd, over welke onafhankelijkheid gaat het?
@10: Misschien had ik dit beter kunnen formuleren, ik wilde eigenlijk zeggen dat er geen meetbare definitie van financiële stabiliteit is. Er is inderdaad wel een definitie van financiële stabiliteit, de ECB geeft namelijk als definitie “a condition in which the financial system – comprising of financial intermediaries, markets and market infrastructures – is capable of withstanding shocks, thereby reducing the likelihood of disruptions in the financial intermediation process which are severe enough to significantly impair the allocation of savings to profitable investment opportunities.”
Het gaat dus om de weerbaarheid van het financiële systeem, en dat is lastig te meten. Je zou eventueel iets kunnen doen met stress-tests en dan kijken hoeveel banken zo’n test overleven, maar die stress-testen zijn weer afhankelijk van de parameters die je aan zo’n test toekent.
Je geeft aan dat het prijspeil niet stabiel was tijdens de crisis door een plaatje van de AEX toe te voegen, maar het niveau van de AEX is niet hetzelfde als het prijspeil. Als je kijkt naar de consumenten prijsindex (CPI), dan zie je dat die ook tijdens de crisis steeds zo tussen de 0-2.5 procent zit.
@11: Jammer dat de terminologie onduidelijk was, ik doel met onafhankelijkheid politieke onafhankelijkheid, dus dat je ofwel weggestemd kan worden, ofwel door een politicus kan worden ontslagen. Een centrale bank is dus onafhankelijk omdat de Tweede Kamer een centrale bankdirecteur niet kan ontslaan.
@12: “to significantly impair the allocation of savings to profitable investment opportunities.”
Zo lijkt het net alsof het geld dat banken uitlenen vooral het spaargeld is van anderen. Maar dat is natuurlijk niet zo, Het is vooral nieuw gemaakt geld in de vorm van schuld. Er is tegenwoordig geen hond meer die spaart.
Over financiële stabiliteit: dat is in het huidige systeem alleen bereikbaar als de economie tot in de eeuwigheid groeit, en het liefst exponentieel. In elk ander scenario is het meteen “crisis”.
BTW, nog een late reactie op je eerdere stuk : ik ben het daar niet zo mee eens (goh!).
Kapitaaleisen lijken op zich een hele aardige manier om te voorkomen dat banken ‘op kosten van de belastingbetaler’ moeten worden gered. Maar 20 tot 30% kapitaaldekking betekent ook dat je miljarden aan ‘dood geld’ aan de zijlijn hebt staan. En, stel dat een bank eens goed moet afschrijven op beleggingen, dan zakt-ie door z’n verplichte kapitaaldekking heen. Waardoor-ie allerlei maatregelen moet gaan nemen om weer aan z’n kapitaaleisen te voldoen. En wat voor rating agencies natuurlijk weer reden is om zo’n bank af te waarderen. Effectief ligt ‘failliet gaan’ dan ergens bij 10%, en zal een overheid alsnog in moeten springen als een bank maar een paar procent kapitaaldekking heeft (en technisch dus nog niet failliet is).
Ik zou veel meer zien in het afschaffen van de bonuscultuur, en het opknippen van banken, plus een verstandiger risicomanagementbeleid. Je wilt dat banken niet zozeer voorzichtiger zijn met het nemen van risico’s, maar dat ze geen risico’s nemen met het vooruitzicht ‘dat ze toch wel gered worden’.
@15: Het is een (populaire) misvatting dat kapitaaleisen zorgen voor dood geld, alsof het om geld gaat dat je als bank apart moet leggen en niet kan gebruiken om te investeren. Maar dat zijn geen kapitaaleisen, maar reserveverplichtingen. Kapitaaleisen gaan om eisen voor de hoogte van het eigen vermogen, ofwel het aandelenkapitaal. Het gaat dus niet om het aanhouden van geld wat je niet mag uitlenen, maar om de manier waarop je je uitgeleende geld financiert.
Ter vergelijking: de meeste bedrijven buiten de bancaire sector financieren zich voor zo’n 40-50 procent met aandelen, en de rest met schuld. Als je die bedrijven een kapitaaleis van 20 procent zou opleggen, zouden ze hun schouders ophalen: ze zitten er qua aandelenvermogen nu al ver boven. Kapitaaleisen hebben dus niets te maken met dood geld, al heb ik het idee dat banken het niet erg vinden dat deze misvatting bestaat (misschien dat daarom ook voor de verwarrende terminologie is gekozen).
Waarom ik (en ook andere academici, zie bijvoorbeeld Sweder van Wijnbergen en Harald Benink in de Tweede Kamer een paar weken geleden) veel zie in kapitaaleisen, is omdat je zou verwachten dat een hoger eigen vermogen zorgt voor een beter risicomanagement. De aandeelhouders lopen namelijk wel risico en hebben dus een prikkel om het management goed in de gaten te houden, een prikkel die de schuldeisers niet hebben omdat ze verzekerd zijn via depositogarantiestelsel of gered worden door de overheid.
Persoonlijk zie ik daarom meer in kapitaaleisen dan in bijvoorbeeld het opknippen van banken, omdat je met het opknippen van banken niet alleen mogelijk risico’s vermindert, maar bijvoorbeeld ook mogelijke schaalvoordelen teniet doet. Maar hierover bestaat geen consensus, er zijn ook economen die wel graag banken willen opsplitsen, volgens mij heeft de directeur van de Fed van Dallas daar dit jaar nog voor gepleit.
Toevallig heb ik net een collegereeks gegeven over de kapitaalstructuur van ondernemingen en hoe deze van invloed is op de risico’s voor aandeelhouders en de onderneming. Als je het onderwerp interessant vindt, stuur me dan even een mailtje op markdijkstra at sargasso.nl, dan kan ik je bijvoorbeeld slides toesturen.
Op het moment dat de bank failliet dreigt te gaan, worden ook de aandeelhouders gered. Het enige risico dat zij lopen is dat de bank echt failliet gaat. En hier vraag ik me een beetje af, wat je precies met schuldeisers bedoelt. De schuldeisers van de banken zijn de mensen, die geld op de bank zetten, en de andere banken en financiële instellingen, die geld lenen aan andere banken (grofweg). De problemen waar de banken mee geconfronteerd werden, zijn niet veroorzaakt door de mensen, die hun geld op de bank hebben gezet, maar eerder door het stelsel waarin banken de ene lening met een andere lening af losten (tot dat in elkaar stortte).
@17: Een schuldeiser van een bank is in principe iedereen die een vaste uitbetaling beloofd krijgt. Dit zijn dus de o.a. de depositohouders en spaarders, maar ook andere banken die de bank geld hebben geleend. Eigenlijk iedereen die dus geld in de bank heeft gestoken die geen aandeelhouder is.
Die schuldeisers zijn beschermd en hebben eigenlijk geen prikkel om te kijken of het management niet teveel risico loopt met hun geld: ze krijgen het toch wel terug. Dit geldt voor aandeelhouders veel minder. Kijk bijvoorbeeld naar SNS, waar Dijsselbloem de aandeelhouders in principe niks gegeven heeft voor de nationalisatie (hoewel hier een rechtszaak over was waarbij de aandeelhouders toch een schadevergoeding kregen).
In principe lost een bank altijd de ene lening met de andere af: je gebruikt bijvoorbeeld de opbrengsten uit je hypotheken om je spaarders te betalen. De problemen waar banken mee te maken krijgen hadden vooral te maken met een slecht risicomanagement (waar ze niet gestraft voor werden door aandeelhouders en schuldeisers, omdat de laatsten daar geen prikkel toe hadden). Zo vertelde een hoogleraar me eens dat de investeringen van Lehman Brothers een gemiddelde looptijd hadden van zo’n 20 jaar, wat ze financierden met leningen met een gemiddelde looptijd van 3 dagen. Als je dan een keer een wat moeilijkere week hebt waarbij de herfinanciering lastiger wordt, dan zit je al in de problemen.
@mark:
Het is een (populaire) misvatting dat kapitaaleisen zorgen voor dood geld, alsof het om geld gaat dat je als bank apart moet leggen en niet kan gebruiken om te investeren. Maar dat zijn geen kapitaaleisen, maar reserveverplichtingen. Kapitaaleisen gaan om eisen voor de hoogte van het eigen vermogen, ofwel het aandelenkapitaal.
En hier heb je wederom de modellenwereld van de academicus die niet aansluit op de “echte” economie. Als men spreekt over “kapitaaleisen” dan heb je het in de echte economie over de Basel kapitaaleisen. Wiki zegt daarover het volgende
“Capital requirement (also known as Regulatory capital or Capital adequacy) is the amount of capital a bank or other financial institution has to hold as required by its financial regulator. This is usually expressed as a capital adequacy ratio of equity that must be held as a percentage of risk-weighted assets. ”
Even doorklikken naar “capital adequacy ratio”
Capital adequacy ratios (CARs) are a measure of the amount of a bank’s core capital expressed as a percentage of its risk-weighted asset.
Capital adequacy ratio is defined as:
CAR = (Tier 1+Tier 2 capital )/risk weighted assets
TIER 1 CAPITAL = (paid up capital + statutory reserves + disclosed free reserves) – (equity investments in subsidiary + intangible assets + current & b/f losses)
TIER 2 CAPITAL = A) Undisclosed Reserves + B) General Loss reserves + C) hybrid debt capital instruments and subordinated debts
Er lijkt in de praktijk dus een duidelijk verband te zijn tussen “kapitaaleisen” en “reserveverplichtingen”. Wat je zou weten als je daadwerkelijk bij een geldscheppende instelling werkt, ipv van een papierscheppende instelling die pretenteert iets over de eerstgenoemden te weten.
@18:
Daar ben ik het niet mee eens. De vraag is namelijk niet, welke groep wel en welke niet op papier beschermd wordt, maar wat er werkelijk gebeurd. De aandeelhouders zitten alleen in een mogelijk iets slechtere positie dan de schuldeisers als de banken failliet gaan. Als we de banken redden, zijn het juist de aandeelhouders die gered worden, terwijl er voor de schuldeisers niks verandert. En het is dus juist zo, dat de aandeelhouders (of andere eigenaren) van de banken geen prikkel hadden om het management goed te controleren.
Ze hebben wat gekregen omdat de bank gered is. Ik denk dat dat de redenering van de rechter geweest is. Als de bank failliet zou zijn gegaan, hadden ze misschien wel minder gekregen, of waren ze alles kwijt geraakt. Dan was het gegaan, zoals het hoort. Aandelen zijn nu eenmaal risicodragend kapitaal.
De spaarder beschouwt zijn geld op de bank niet als een lening aan de bank. Hij geeft het geld in bewaring aan de bank. Dat waren niet het soort leningen (zoals de banken ze vast wel zullen benoemen), waar ik op doelde. Dat ging meer over:
waar ze niet gestraft voor werden door aandeelhouders en schuldeisers, omdat de eersten daar geen prikkel toe hadden)
Mooi voorbeeld, dat bewijst dat het niet om “leningen” van spaarders gaat, maar vooral om leningen tussen de banken onderling en met andere financiële instituties.
Mafiapraktijken…
@18: De aandeelhouders lopen namelijk wel risico
Nou, mooi niet dus. Bij mijn weten is alleen bij de redding van SNS besloten dat de aandeelhouders hun geld kwijtraakten, en dat hebben ze later -succesvol- voor de rechter aangevochten. In alle andere gevallen heeft de belastingbetaler op mogen draaien voor de kosten van het redden van banken.
Overigens vermoed ik dat een van de redenen dat aandeelhouders zo buiten de wind werden/worden gehouden is dat pensioenfondsen de grootste aandeelhouders zijn. Als aandeelhouders flinke afschrijvingen zouden moeten accepteren (in de richting van 50% of meer) zou dat direct consequenties hebben voor dekkingsgraden en daarmee pensioenuitkeringen. Zoveelste voorbeeld van gelegaliseerde diefstal.
Mafiapraktijken…
Niks mafiapraktijken. Er is best wat voor te zeggen dat een bank — door z’n veel grotere vermogenskussen– in staat is om ‘kort’ te lenen en dat ‘lang’ uit te zetten, en daarbij ook risico’s kan ‘averagen’ door verliezen gemaakt op de ene lange lening te compenseren met rendement op de andere lange lening.
Dat is maatschappelijk best nuttig. Maar als dat uitmondt in een systeem waarbij de winsten bij de bankwerknemers terecht komen en de verliezen bij de belastingbetaler/bankgebruikers, meh.
@19: Je laat zien dat reserves deel uitmaken van een kapitaaleis. Maar deze zijn dus niet hetzelfde. Ook is er geen regel die zegt dat een hogere kapitaaleis betekent dat je meer reserves moet aanhouden. Je kunt dit invullen zoals je zelf wilt: dus of je verhoogt je reserves of je verhoogt je aandelenkapitaal.
Als ik een bank ben en een hogere kapitaaleis krijg, zou ik ervoor kiezen om deze te vervullen door het eigen vermogen te verhogen en niet door mijn reserves te verhogen, omdat ik het uitgegeven aandelenkapitaal kan gebruiken om leningen mee te financieren. Je hebt gelijk dat ik niet bij een geldscheppende instelling werk, maar het lijkt mij vreemd dat een bank zou kiezen de kapitaaleisen te vervullen door alleen zijn reserves te verhogen.
@22:
Ja, dat kan, maar is dat wat we moeten willen? Het is gewoon de ene put met de andere dempen, en dat spreekwoord is er niet, omdat we dat zo een goed idee vinden. Het kan weliswaar (bijvoorbeeld) een liquiditeitsprobleem van een bank op lossen, maar dat probleem is dan allereerst ontstaan door onbekwaamheid (afsluiten van een lening die verliezen oplevert). Aan de andere kant: de moodys en andere kleine groepjes mensen die bepalen of landen en banken wel of niet kredietwaardig zijn, zorgen er wel voor, dat veel mensen of landen veel te veel rente moeten betalen, maar die komen dan juist vaak net weer niet in aanmerking voor die wat gunstigere leningen… En uiteindelijk zorgen die praktijken dus alleen maar voor een herverdeling van geld van arm naar rijk, want de rijkeren kunnen dat wel doen, en de armeren niet. Nog afgezien van wat je zelf al als probleem constateert, dat de verliezen dan af worden gewenteld op de belastingbetalers, bijvoorbeeld…