REPORTAGE - ‘Die zie ik hier niet,’ zei Arjen Greeven, de man die bemiddelde bij het sluiten van tal van financiële transacties tussen allerlei banken en woningcorporatie Vestia.
Alleen al om de problemen van deze corporatie als gevolg van de handel in derivaten op te lossen, was meer dan twee miljard aan gemeenschapsgeld nodig om de betrokken banken af te kopen.
Dit bedrag dient niet alleen door Vestiahuurders, maar ook door die van andere corporaties en door de overheid te worden betaald. De parlementaire enquêtecommissie, die onderzoekt hoe het allemaal zo gekomen is, kreeg van financieel adviseur en tussenpersoon Greeven een boeiend en vooral ook verbijsterend verhaal voorgeschoteld.
De toezichthouder – het Waarborgfonds Sociale Woningbouw – bleek altijd met altijd met de voorgestelde leningsconstructies akkoord te gaan, als een bepaalde dekkingsnorm – die overigens nooit echt werd gecontroleerd – maar werd gehaald. ‘Bij het WSW begrepen ze gewoon niet hoe het werkte,’ zei Greeven. Ook zelf was hij daar pas veel later achter gekomen.
Volgens de getuige waren eigenlijk alleen de banken op de hoogte van de mogelijke grote negatieve effecten van de overeenkomsten die ze met Vestia en andere corporaties afsloten. Greeven had dit naar eigen zeggen pas in 2010 beseft en was toen ook gestopt met de handel in die soort producten. Bij Vestia was men daar gewoon mee doorgegaan.
Dat hij een deel van het geld dat hij verdiende vanaf 2005 doorbetaalde aan de Marcel de Vries, de kasgeldbeheerder van Vestia, vond hij pas veel later niet meer kunnen. Tot 2011 bleef hij echter betalen. Hij had zich niet gerealiseerd dat zijn betalingen aan De Vries zouden worden beschouwd als omkoping. Enkele leden van de enquêtecommissie vroegen het nog enkele keren aan Greeven, maar deze bleef bij zijn verhaal.
Wie overigens denkt, dat alleen Vestia te maken had met dit soort risicovolle derivaten heeft het mis. Ongeveer 160 van de bijna vierhonderd woningcorporaties hebben dit soort financiële producten in huis. Meer dan tien corporaties ondervinden daarvan op dit moment, volgens het meest recente onderzoek van het Centraal Fonds Volkshuisvesting, nog de nodige financiële risico’s en schadelijke gevolgen.
Greeven deed zaken met ongeveer veertig van die corporaties en verdiende daarmee meer dan dertig miljoen euro in een paar jaar tijd. De verdiensten van de banken bedroegen daarvan een veelvoud.
Het verhaal is eentonig, maar hij had, net als veel van zijn voorgaande getuigen, spijt van het gebeurde. Verschil met die anderen was, in Greevens woorden, dat hij er voor koos om er niet om heen te draaien. Het stadium dat hij bang was om zijn geld terug te moeten geven was hij voorbij.
Hij verklaarde dat het door hem aan Vestia verdiende geld, mocht hij worden vrijgesproken in de rechtszaak die tegen hem loopt, ‘vermoedelijk’ aan de getroffen corporatie zal teruggeven.
Of Marcel de Vries, de voormalige treasurer van Vestia, die eerder ook al door zijn bazen bij Vestia als het boze brein te kijk is gezet, daar ook zo over denkt, zal deze middag tijdens zijn verhoor door de commissie blijken.
Reacties (5)
Er is op zich natuurlijk niets mis met je indekken tegen rentewisselingen. Is zelfs zeer verstandig.
Het is pas een probleem als je contracten afsluit waarbij je moet bijbetalen als de rente boven/onder een bepaalde norm en de rente vervolgens een nogal onverwachte wending neemt.
Gelukkig heeft de overgrote meerderheid van de corporaties zich gewoon ingedekt op zo’n manier dat de betalingen op de lange termijn bekend zijn.
Wouw eentje die er niet omheen lijkt te draaien. Dat mag wel in de krant!
@2 Niet echt hé. Hij probeert een beetje goodwill te kweken om wellicht niet al te lang in de bak te belanden.
@3: In de bak? Denk je werkelijk dat er ook maar één van deze figuren in de bak belandt, of überhaupt enige vorm van straf krijgt?
@4
Die Greeven en de Vries gaan wel de bak in ja.