ANALYSE - van Jan Schinkelshoek
Over een demissionair kabinet, een demissionaire Troonrede en een demissionaire Miljoenennota
Hoe demissionair is demissionair?
Op Prinsjesdag, dient het zittende, demissionaire kabinet onder leiding van premier Mark Rutte de begroting voor volgend jaar in bij de Tweede Kamer. Kijk er niet vreemd van op als die begroting minder demissionair is dan je wellicht zou verwachten.
Wat mag een demissionair kabinet? Dat is een van de zwarte gaten van het Nederlandse staatsrecht. Er ligt eigenlijk niets vast. Er zijn er die met droge ogen beweren dat zo’n kabinet alles mag wat niet door God verboden is. En zelfs daarover schijnt te twisten te zijn.
Een demissionair kabinet, een kabinet dat z’n ontslag heeft aangeboden, beperkt zich tot wat het ‘lands belang’ vergt – tot er een nieuw, missionair kabinet is aangetreden. Dat is zo onbenoemd, zo breed dat een premier of minister er alles mee kan rechtvaardigen. Het is feitelijk beperkt tot wat het parlement, de Tweede Kamer, goedvindt of gedoogt. En dat is iets waar moeilijk een peil op te trekken valt.
De algemene regel is er een van terughoudendheid. Kabinetten die op punt staan te vertrekken, houden zich meestal wel in. Men zal opvolgers zo min mogelijk voor de voeten lopen. Zeker controversiële zaken worden, als hete hangijzers, doorgeschoven. Moet er een nieuwe begroting worden ingediend [de Grondwet is onverbiddelijk], zal die ‘beleidsarm’ zijn. Onthoudt die term: beleidsarm…
Maar toch. Demissionaire kabinetten, waarnemers per definitie, hebben zich in de loop der jaren heel wat bijzondere stappen veroorloofd. Zo zijn er in dit soort politieke schemertoestanden gevoelige en omstreden kwesties over omroepen, belasten en huren afgewikkeld – bijna tussen neus en lippen door. Een keer was het de Tweede Kamer te gortig. Toen minister Rita Verdonk (immigratie & asiel), na de verkiezingen van 2006, een kinderpardon bleef afwijzen, dreigde de Kamer haar – demissionair of niet – per ommegaande zonder pardon naar huis te sturen.
Rutte III is als demissionair kabinet van meet af aan een bijzonder geval geweest. Het trad, een tikkeltje aarzelend, begin van dit jaar af naar aanleiding van de kindertoeslagaffaire. ’t Is dat er geen ontkomen aan was. Maar van meet af aan verklaarde het zich ook in demissionaire toestand op een punt missionair – waar het ging om de aanpak van de coronacrisis. Dat was zo’n breed geformuleerde uitzondering – wat heeft nou niet met covid 19 te maken? – dat het zich ongeveer alles kon veroorloven. Behalve waar het echt geen zin in had. Een week na het aftreden van zijn derde kabinet, spotte premier Rutte zelfs in de Kamer ‘meer macht’ dan er voor te hebben: ‘We kunnen niet meer naar huis worden gestuurd.’
En naarmate de demissionaire dubbelzinnigheid voortduurt, zal de missionaire aandrang alleen maar aan kracht winnen. Naarmate de kabinetsformatie langer duurt, wordt de speelruimte voor het vertrekkende kabinet groter. Het rijtje beslissingen dat niet langer kan worden uitgesteld, groeit met de dag: versnelling van de energietransitie, aanpak van woningcrisis, terugdringen van stikstof, beroep op Europese steunfondsen.
De begroting voor 2022 – het pakket stukken dat op Prinsjesdag uit het Koffertje van de minister van financiën te voorschijn komt – zal daarom niet erg beleidsarm zijn. Het demissionaire kabinet heeft een pakket maatregelen in voorbereiding waar een missionair kabinet zich niet voor hoeft te schamen. Er is, zo wordt in Den Haag rondverteld, 6 à 7 miljard extern uitgetrokken om de klimaatcrisis te bezweren. Justitie & politie kunnen op een half miljard meer rekenen om de zware criminaliteit aan te pakken. Ook het onderwijs schijnt zich niet te hoeven beklagen. Ongetwijfeld zullen er de Troonrede vrome, ingetogen woorden over de staat van het kabinet [misschien wel over de lang duur van de kabinetsformatie] staan, om vervolgens weer helemaal uit te pakken.
Demissionair is wat je d’r van maakt. Laat dat maar aan Mark Rutte over.
Dit artikel verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut.
Jan Schinkelshoek, voormalig lid van de Tweede Kamer [CDA], is adviseur van het Montesquieu Instituut.
Reacties (5)
Poppenkast, vroeger en nu en nu nog veel meer, vanwege maandenlang gedoe. Poppenkast die ook altijd uitlekt van te voren, ook traditie. Neuzelaars hoeven niet uit te leggen, wat de geschiedenis en functie is van dit toneelstukje: we hebben tijdens de lessen staatsinrichting middelbare school uitstekend opgelet toentertijd….Hoekstra met zijn bekakte dictie, apenpak en koffertje. Sommige vrouwen met grote pannenkoeken op hun hoofd. Het staat allemaal zó ver af van de problemen van de mensen in de straat en allen die tekort gedaan zijn en gekneveld, door de overheid, zonnestelsels-ver.
Van mij staat het niet ver. Het gaat over waar het geld ingezameld bij de belastingbetalers naar toe gaat. En dat krijg je te horen.
Problemen zijn relatief, we wonen in een rijk land. Dat het geld niet goed verdeeld is , is vooral te danken aan het liberalisme. Je hebt alle vrijheid te laten en te doen wat je zelf wil. Geen vadertje staat en geen zedenprekerij, nou, meerderheid Nederlandse bevolking kan daar goed mee uit de voeten.
De tweede kamer heeft een rechtse meerderheid. En die meerderheid vindt het wel fijn als het kabinet niet veel doet aan de wooncrisis, de stikstof-crisis en de klimaatverandering.
De linkse partijen zullen wel protesteren een misschien komen er wat wijzigingen, maar uiteindelijk zal de begroting erdoor komen.
Een demissionair kabinet mag alles wat het van de Tweede-Kamer mag, op papier de echte baas. De demissionaire coalitiepartijen lijken het punt dat de Kamer de regering controleert niet echt serieus te nemen. Wat mij betreft is de echte schande hier dat een groot deel van de volksvertegenwoordiging niet in staat is te functioneren, en al helemaal niet volgens het dualisme.
Die zin over het onderwijs slaat als een tang op een varken, zeg ik als docent: het gaat al heel lang niet wezenlijk over een zak geld erbij, maar meer leerkrachten, meer passende woningen voor hen en een veel natuurlijker onderwijs: veel meer ruimte voor kinderen om zich vrijer en blijer te ontplooien dan de huidige prestatiecultuur voor leerling en leerkracht, al vele, vele jaren. De leegloop op de PABO’s is enorm; gisteren had ik nog een goed gesprek met onze wijkagent hierover, die gillend van de PABO na een jaar is weggerend (om redenen die ik al genoemd heb: leerdictatuur en prestatiecultuur) en door te weinig aanwas, heel veel te grote klassen, docententekort en geen passende woonruimte voor hen, vooral in de Randstad. Sommige onzinnige zaken weiger ik al jaren te doen op mijn school en ik ken er meer.
Een extra zak geld lost deze fundamentele problemen niet op, die vooral ook aantonen dat onderwijs in de basis al vele jaren ernstig te kort schiet. Vóór corona, hebben veel docenten regelmatig gestaakt voor beter onderwijs in genoemde opzichten.
Niet alleen voor meer salaris, ook voor kleinere klassen, meer docenten (beter woonbeleid) en vooral een andere visie op onderwijs en leerdoelen.
Grote, fundamentele ontsporingen in de school, die al jaren uitsluitend leerfabriek is met alle rompslomp en administratie die erbij horen. Waarom moeten kinderen zó vaak getoetst worden als in Nederland, div. vakken en een paar keer per schooljaar en al vanaf 4 jaar??? Een ziekmakende cultuur van eisen, toetsen, stress, controle-dwang en enorme administratie: iedereen in een dwangbuis.
De scholen met een levensbeschouwing (Montessori, Jenaplan, Vrije School enz.) hebben een belangrijk deel van hun visie moeten afleggen, om aan alle van bovenaf opgelegde dwang en drang te voldoen: het leven is al heel lang uit de school!
Buiten kijf moeten kinderen kunnen lezen, schrijven, rekenen enz. maar niet in de verstikkende eenheidsworst, die onderwijs al decennia heet. Dat vereist een fundamenteel andere visie op onderwijs en gezonde ontwikkeling van kinderen: daar kan geen zak geld tegenop, want dat is onbetaalbaar.