COLUMN - Hoe besmettelijk dat nieuwe coronavirus is, vragen we ons af. Moeten we hier in Nederland mondkapjes gaan dagen? Kunnen we nog wel veilig naar godweetwaar reizen? Maar dat zijn voor Nederland de verkeerde vragen – ze spitsen zich toe op het individuele risico besmet te raken. (Mondkapjes dragen heeft echt alleen zin in gebieden waar het virus rondwaart. Ze nu kopen, zorgt vooral dat mensen die ze nodig hebben, ze niet meer kunnen bemachtigen.)
Maar een pandemie gaat niet over individuen. Wie alleen is kan niet besmet raken, noch een ander besmetten. Een pandemie gaat per definitie over groepen mensen en hun onderlinge verkeer. Over collectieven en subsets, over hun onderlinge verhouding, over hun conditie voordat het virus uitbrak, over alledaagse toegang tot zorg, over voedselvoorziening, over humanitaire bejegening. En juist daar hebben we het weinig over.
Wie meldt zich ziek in een dictatuur? De kans dat je gevangengezet wordt, is groter dan de kans dat je een ziekenhuisbed en zorg krijgt. Wie meldt zich ziek in een vluchtelingenkamp? Daar zijn veel mensen systematisch verzwakt en ondervoed, daar zijn geen dokters, medicijnen of hospitalen. Wie meldt zich ziek als daarna straf dreigt? Wie meldt een zieke medepassagier op een schip, trein of vliegtuig als daarna niemand het voertuig mag verlaten, wat vooral het risico voor alle andere inzittenden ernstig vergroot?
We gedragen ons nog of we de ziekte kunnen stoppen. Daarvoor lijkt het te laat. Beter zou zijn te gaan nadenken over inperking: hoe kunnen we een pandemie remmen of vertragen. Dat betekent voorlopig: niet meer als haringen in een ton reizen, grote evenementen afgelasten, en bespreken hoe je groepsquarantaine het beste kunt aanpakken, zonder de geïsoleerde groep extra in gevaar te brengen.
Een stad of dorp stilleggen en afsluiten kan wellicht in China, maar lukt je niet in Italië – of in de Randstad. Hoe houd je de bevoorrading van zo’n stad op peil? En we moeten nadenken hoe we de zorg kunnen organiseren: een op de tien besmette mensen moet worden opgenomen. Hoe deel je informatie, terwijl je tegelijkertijd paniek voorkomt en desinformatie bestrijdt?
‘Burgers wordt niet verteld hoe ze zich kunnen voorbereiden op een pandemie. In plaats daarvan wordt hun voorgehouden dat de overheid het virus wel buiten de deur zal houden,’ schreef de Australische viroloog Ian Mackay dit weekend.
De vorige pandemie, de Spaanse griep, kon zo huishouden omdat mensen op een kluitje zaten (hij reisde mee met de Amerikaanse mariniers die over de oceaan stoomden), mensen ernstig verzwakt waren en troepen soldaten van land naar land werden verscheept (want Wereldoorlog). Naar schatting stierf eentiende van de wereldbevolking aan deze griep.
Ik houd mijn hart vast voor de mensen in vluchtelingenkampen. Dat zijn de beste verspreidingshaarden die je je als virus kunt wensen: ondervoede mensen zonder zorg, als haringen in een ton opeen gepakt.
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.
Reacties (4)
“Dat betekent voorlopig: niet meer als haringen in een ton reizen, grote evenementen afgelasten, en bespreken hoe je groepsquarantaine het beste kunt aanpakken, zonder de geïsoleerde groep extra in gevaar te brengen.”
Ik denk dat je daarmee altijd te laat bent. Op dit moment lopen we met maatregelen simpelweg twee weken achter. Neem dat echtpaar uit Gangelt. Inmiddels blijkt dat die op 15 februari anderen hebben aangestoken bij een zitting (er zijn inmiddels 3 van die aangestoken mensen ontdekt). Er worden nu quarantainemaatregelen genomen, maar dat is al te laat; Het is immers net carnaval geweest en de mensen die naar zittingen gaan, vieren gewoonlijk ook uitbundig tijdens de carnaval zelf (dat wil zeggen afgelopen vrijdag tot en met dinsdag). Veel carnavalisten zijn daarbij behoorlijk mobiel; Selfkanters bezoeken vaak ook een dagje Sittard (daar komen ze sowieso vaak, want dichtstbijgelegen stad), Sittardse carnavalsvierders trekken naar de Zoepkoel in Venlo, waar mensen uit heel Limburg samen komen. Afijn, voor carnaval hoef je maar een paar Limburgers aan te steken om de hele provincie te besmetten, dus met een beetje pech zien we over een week op meerdere plaatsen in de provincie ziektegevallen opduiken. Aangezien ik niet verwacht dat de scholen maandag gesloten worden (deze week zijn ze vanwege carnaval wel dicht), zit een uitbraak er dus echt wel in.
Schattig wel, al die mensen die het RIVM van advies voorzien hoe ze het virus moeten bestrijden.
in de communicatie is het natuurlijk belangrijk om mensen goed voor te bereiden op rampspoed, maar het is minstens zo belangrijk om mensen tot rust te manen als die rampspoed zich feitelijk nog niet heeft aangediend. Er is in Nederland nog geen besmetting vastgesteld, dus er is geen reden om de communicatie nu al op te schalen naar ‘pandemie!!!’.
[ Naar schatting stierf eentiende van de wereldbevolking aan deze (Spaanse) griep. ]
Nou, de diverse Wiki’s hebben het over rond 50 miljoen mensen, ongeveer 2,5% van de bevolking destijds. Dus zelfs de hoogste schatting van 100 miljoen is 5% en geen 10%.
@1: Niemand is te laat om te vertellen of schrijven of vragen stellen, alles op hun eigen tijd. Karin kan heel goed gedetailleerd verslag schrijven. Heel bewustmakend vanuit alle kanten hoe je dan anders moest aanpakken. Niemand weet er raad van, maar ze is er wel voor iedereen te vertellen hoe ze anders moeten uitpakken en of juist inpakken….(ziek, doodgaan, lopende COVID-19 enzovoorts)
Ik lees jouw reactie ook precies hetzelfde als iedereen sowieso op de hoogte is gesteld.
Bijv. als ik nu zeg: “Owweeeee daar heeft Tilburger ook al met die virus te hebben gelopen….”. Dan duikt iedereen ook met elke verhaal onder elkaar, dat is vrij normale reactie.
Hoef ook geen kritiek aan te lezen alsof iemand betweter is, ook zeker elke journalist niet. Iedereen kan falen waar de virus in de lucht toch blijft hangen.
Ik zei al met harde motto: “Nou Coronavirussen zijn net vliegende sprinkhanen over de wereld, dat is nou pech hebben voor anderen en wie niet…”.
Zoals bij mijn geval al vanaf mijn geboorte rode hond verrekte handicapje bij gekregen, dat is nou mijn pech hebben. Dat is het dan!