COLUMN - door Rineke van Daalen
De overblijf is een van de ongemakkelijkste hoekjes van het schoolse leven, en krijgt onmiskenbaar de prijs voor het meest verzwegen onderwerp van school. Ook De Luizenmoeder weet er nog geen raad mee.
‘Als ik je een keer moet helpen? Met overblijven bijvoorbeeld? Ik ben op woensdag altijd vrij.’
‘Helpen? Op woensdag, bij de overblijf….’
‘Ahh nee, dat kan natuurlijk niet…. Stom…’
‘Nee, en als je nieuw bent, dan moet je toch echt van onderaf beginnen: luizenmoeder, lief-en-leed-moeder, groene-vinger-moeder, voorleesmoeder, overblijfmoeder, klassemoeder, schoolreismoeder, kampmoeder, medezeggenschapsraad, oudercommissie, ouderraad.’
Dit mooie citaat uit De Luizenmoeder demonstreert verschillende dingen. Drukbezette, werkende moeders hebben er hun hoofd niet echt bij – overblijven op woensdag, ha ha ha. Ook lijkt het alsof het gewoon is dat moeders tussen de middag op de kinderen letten, dat de overblijf gewoon een van de zoveel ‘moedertaken’ is, of beter, een van de zoveel ‘oudertaken’ – vaders doen natuurlijk ook mee, dat weten we toch.
En ten slotte krijgt de ‘overblijfmoeder’ in De Luizenmoeder een geflatteerde plaats in de hiërarchie van ‘oudertaken’. De ‘overblijfmoeder’ wordt ergens in het midden ingeschaald, hoger dan de ‘voorleesmoeder’, maar lager dan de ‘klassemoeder’. In deze voorstelling van zaken horen overblijfkrachten gewoon bij de school, maar in het echte leven is dat niet het geval – goede uitzonderingen daargelaten.
Het is mogelijk dat ouders op sommige scholen beurtelings op de kinderen passen maar de standaard is het zeker niet. Op hoeveel scholen komt er om twaalf uur niet een gezelschap buitenstaanders de school binnen, die tot taak hebben om de lunch en de pauze harmonieus te laten verlopen? Voor deze overblijfkrachten is het overblijfwerk echt werk waarvoor ze betaald krijgen: een onbelaste vrijwilligersvergoeding, die van de Belastingdienst tot 1500 euro per jaar mag oplopen.
Ouders, leerkrachten, schooldirectie en politici kijken er liever overheen
De overblijf is een van de ongemakkelijkste hoekjes van het schoolse leven, en krijgt onmiskenbaar de prijs voor het meest verzwegen onderwerp van school. Ouders, leerkrachten, schooldirectie en politici kijken er liever overheen. Ze houden zich niet bezig met de vraag wat er nodig is voor een gezellige lunch en een ontspannen pauze. Ze voelen zich er niet verantwoordelijk voor.
Werkende ouders hebben niet veel ruimte om er zich druk over te maken en hopen er het beste van. Als ze met school in debat gaan, hebben ze het liever over ‘belangrijke dingen’, niet over een side line als de overblijf. Voor leerkrachten ligt het anders – die zien tussen de middag als hun eigen pauze, en ook zij hopen dat de schade tussen de middag beperkt blijft. Politici bagatelliseren het onderwerp.
Een publiek geheim: op de overblijf loopt veel mis
Wat de overblijf zo gênant maakt, dat is dat het een publiek geheim is dat er op de overblijf veel misloopt, zonder dat iemand daar de verantwoordelijkheid voor neemt. De overblijf wordt toevertrouwd aan onderbetaalde, ondergewaardeerde mensen die vaak niet op hun taak zijn berekend. Die vaak niet in staat zijn om een klas vol lawaaiige, uitgelaten kinderen na drie uur les in toom te houden.
Iedereen weet dat kinderen in de leeftijd van de basisschool bij wijze van ontspanning gaan rennen en lawaai maken, en dat spelen dan gemakkelijk uit de hand kan lopen. Wanneer ze teveel aan hun lot worden overgelaten, is dat een voedingsbodem voor pesten, treiteren en rotzooien. Het is aan de overblijfkrachten – ‘vrijwilligers’, moeders, vaders, wie dan ook – om de lieve vrede te bewaren. En heel vaak lukt dat niet.
Is ‘de overblijf’ te ongemakkelijk voor De Luizenmoeder?
Ook in De Luizenmoeder zijn nog geen overblijfkrachten in beeld, en de aangehaalde citaten wekken niet de verwachting dat dat zal veranderen. Volgens Ilse Warringa, beter bekend als Juf Ank, wil de serie laten zien hoe gênant ons gedrag vaak is, hoe we ons ingraven en op onze strepen gaan staan (Volkskrant 23/2/2018). In verklaringen van de populariteit van het programma wordt vaak gewezen op het overschrijden van de taboes van dit tijdsgewricht. Vooral het ongemak van kleur krijgt daarin veel aandacht, en er zijn meer pijnlijke onderwerpen die in de Luizenmoeder een plaats krijgen. Maar hoe zit het met ‘de overblijf’? Is ‘de overblijf’ te ongemakkelijk voor De Luizenmoeder of ligt dat onderwerp nog op de plank?
Iedereen weet dat de regeling van de overblijf in Nederland onder de maat is, maar iedereen kijkt de andere kant op. Als de makers van De Luizenmoeder nog op zoek zijn naar pijnlijke onderwerpen, dan raad ik ze aan om de overblijf in hun serie op te nemen. De overblijf is een goudmijn voor ongemak en kan een schat aan scènes opleveren.
Kortom, waar blijft de overblijf?
Dit artikel van Rineke van Daalen, socioloog aan de Universiteit van Amsterdam en columnist van Sociale Vraagstukken, verscheen eerder op Sociale Vraagstukken. Zij schreef eerder deze analyse van De Luizenmoeder.
Reacties (3)
De Luizenmoeder is vooral satire over de volkomen doorgeslagen politieke correctheid en identitietspolitiek in Nederland. De aflevering Winterklaas was hilarisch en tegelijkertijd eng dicht bij de “regenboogpiet” realiteit op sommige scholen. Het is een spiegel die wordt voorgehouden aan de maatschappij, met als van Kooten en de Bie vroeger pleegden te doen.
Interessant om te zien dat er op 7 maart twee verschillende draadjes lopen waarin verschillende personen proberen de zwartepietdiscussie weer een beetje aan te jagen. Opmerkelijk genoeg is het in beide gevallen een zwartepietbehouder die het onderwerp aansnijdt. Waarmee maar weer wordt aangetoond dat het toch vooral de conservatieve hoek is die van dergelijke onderwerpen polariserende discussies wil maken.
@2 maar dat is precies wat ook landelijk gebeurt, zie https://sargasso.nl/uitgesloten/#comment-1006422