OPINIE - De SP belichaamt een knusse revolutie, zegt Ronald van Raak in antwoord op Hans Achterhuis. Wie gevaarlijke utopisten zoekt, kan beter naar de neoliberalen kijken met hun geloof in de markt.
Utopie is een scheldwoord. Als ik u uitmaak voor ‘utopist’, betekent dat weinig goeds. U bent naïef, u bent wereldvreemd, u gelooft in iets wat niet kan.
Ik ben socialist. Volgens sommigen ben ik daarmee ook een utopist die vasthoudt aan het verleden, aan een abstracte theorie, aan iets wat toch nooit zal komen. Ik op mijn beurt beschuldig juist politieke tegenstanders van geloof in een utopie. Liberalen die geloven dat de markt als vanzelf vrede en voorspoed zal brengen. Een utopie die onze economie in een crisis heeft gebracht, publieke voorzieningen in de uitverkoop heeft gedaan en de tegenstellingen in onze samenleving heeft vergroot. Een utopie is gevaarlijk. Zij is geen ideaal, geen droom van een betere wereld, maar een dogma dat diep ingrijpt in het leven van mensen.
Nederlanders houden niet van utopieën. Wij vinden onszelf gematigd, praktisch en nuchter. De werkelijkheid is anders. Ook wij laten ons graag meeslepen. Door verhalen van angst: van moralisten die de afbraak vrezen van onze moraal, of van milieuactivisten die de ondergang voorspellen van onze aarde. We laten ons ook graag meevoeren door verhalen van hoop: door idealen van liberalen, die spreken over de ongekende mogelijkheden van het individu, of van socialisten, die prachtige vergezichten schetsen over waar we samen toe in staat zijn. Wanneer wordt een ideaal een utopie? Wanneer maakt een verhaal ons enthousiast om dingen te verbeteren, wanneer ontneemt het ons het zicht op de werkelijkheid?
Mijn partij is ontstaan in een tijd van grote verhalen. De SP is opgericht in oktober 1972 – veertig jaar geleden – door jonge idealisten. In die tijd werden veel linkse partijen opgericht, van marxisten, maoïsten, trotskisten en wat niet meer. Vaak door intellectuelen, die in boeken de zekerheid vonden van een snelle revolutie. Al die splinterpartijtjes zijn snel weer verdwenen, maar de SP bestaat nog steeds en is uitgegroeid tot een brede volkspartij.
Die jonge SP’ers snapten al snel dat het zo niet veel zou worden met die revolutie. Dus gingen ze zich toeleggen op zaken die mensen wel belangrijk vonden: veilige speelplaatsen voor kinderen, onderhoud van woningen, zorg voor ouderen in de buurt. Daarmee kregen de abstracte idealen een concreet gezicht en een praktische uitwerking. Maar vooral steun van de bevolking, die zag hoe je samen je leven en buurt kunt verbeteren. Gezamenlijk een speeltuin bouwen, samen actie voeren tegen de woningcorporatie, zelf een zorginstelling oprichten. De revolutie was niet groots en meeslepend, maar bleek kleiner en gezelliger dan gedacht. De boeken werden getoetst aan de burgers. Dat leidde tot steun voor die idealen, maar ook tot verdere ontwikkeling daarvan.
Achterhuis stelt dat het belangrijk is de utopie ook theoretisch bij het grofvuil te zetten. Dat hebben we allang gedaan. In december 1999 werd ik uitgenodigd op het Congres van de SP, waar een nieuw beginselprogramma werd vastgesteld. Daarover was sinds het aantreden van de partij in de Tweede Kamer in 1994 gediscussieerd. Ik was aangenaam verrast door de taal en de toon van dit programma, met als titel ‘Heel de mens’. Deze socialisten formuleerden geen theoretisch dogma, maar een praktische meetlat voor de dagelijkse politiek. Zelf zeiden ze het zo: “Het socialisme is geen blauwdruk voor een toekomstige samenleving. Het is ook geen heilsprofetie, die volstaat met de belofte dat het achter de horizon allemaal beter zal zijn. Het socialisme verwoordt op de eerste plaats een bepaalde visie op mens en samenleving. Dat biedt een perspectief voor de toekomst maar heeft vooral ook betekenis in het hier en nu.”
Op het moment dat de SP definitief afscheid nam van haar dogma’s werd zij echter geconfronteerd met een nieuwe utopie: het marktdenken, in ‘Heel de Mens’ aangeduid als een ‘Brutopia’: “De vrijwel volledige vrijheid van kapitalistische ondernemingen leidt ertoe dat wereldwijd miljoenen mensen hun leven in onvrijheid moeten doorbrengen, uitgebuit, onderdrukt, ondervoed, onderontwikkeld. Grote morele vraagstukken omtrent de kwaliteit van het leven, het respect voor dieren, de maakbaarheid van genetisch materiaal zijn bij de vrije markt in verkeerde handen, omdat de markt geen moraal kent. Hetzelfde geldt voor de steeds urgenter wordende problemen van milieuvernietiging, milieuvervuiling, roofbouw en verspilling van grondstoffen. Al deze zaken vereisen een veel zorgvuldiger afweging dan alleen een eng-economische, waartoe de markt zich beperkt.”
Tegenwoordig is dit een analyse die kan rekenen op veel steun, maar twintig jaar geleden, toen de leden van de SP deze beginselen bespraken, was dit een eenzaam geluid. Dit was de tijd dat de PvdA onder Wim Kok de ideologische veren afwierp en Frits Bolkestein zei dat in de Tweede Kamer iedereen, behalve de SP, liberaal was. Terwijl de SP op zoek ging naar de menselijke maat, kozen veel andere partijen voor een nieuw dogma: de vrije markt.
Dit dogma beschouwt de mens als rationeel wezen dat volledig inzicht heeft in de markt. Maar dit wezen bestaat niet.
Dit dogma gaat uit van de overtuiging dat als mensen vooral denken aan hun eigenbelang, dit leidt tot het grootste gemeenschappelijke goed. Die samenleving bestaat ook niet. De politiek van meer markt en eigen verantwoordelijkheid is een utopie.
Directeuren van woningcorporaties die zich vergrijpen aan onbetaalbare prestigeprojecten, op kosten van de huurders. Managers op hogescholen die onterecht diploma’s uitdelen, om meer geld binnen te halen. Bestuurders van ziekenhuizen die problemen verzwijgen, om investeerders niet af te schrikken. De utopie van de markt heeft directe gevolgen voor mensen. En die gevolgen bleven niet beperkt tot de (semi)publieke sector. Minder regels en toezicht, meer vertrouwen op het eigenbelang van managers en ondernemers, hebben geleid tot onverantwoord gedrag bij banken en financiële instellingen. De idee dat de markt geen regulering behoeft, heeft geleid tot een economische crisis, die het vertrouwen van mensen in de economie en in de politiek heeft aangetast.
Tegenover de utopie van het marktdenken stelt de SP geen linkse utopie. Wij zijn geen lifestyle partij, prediken geen modieuze verhaaltjes, maar laten ons leiden door concrete beginselen, die zijn getoetst aan de werkelijkheid. Geen schitterend gewaad, maar een lekkere broek. Dat is wat anders dan het pragmatisme van de PvdA. Ik beschuldig de PvdA niet van ‘reformisme’, ik waarschuw ze dat ze paraderen in de kleren van de keizer. Door die kleurloosheid schijnt nu helaas opnieuw de utopie van het marktdenken.
Ronald van Raak is Tweede Kamerlid voor de Socialistische Partij. Hij studeerde maatschappijgeschiedenis en filosofie en promoveerde op een studie naar het conservatisme.
Dit essay verscheen samen met deel 1 (van Hans Achterhuis) eerder in Trouw.
Reacties (16)
Mooi analyse maar je eigen argumenten zijn beroerd. Je argumenten zijn vooral gebaseerd op een ideeal plaatje van je eigen partij.
veilige speelplaatsen voor kinderen, onderhoud van woningen, zorg voor ouderen in de buurt. [] Gezamenlijk een speeltuin bouwen, samen actie voeren tegen de woningcorporatie, zelf een zorginstelling oprichten.
Als buurtbewoners zelf een actie hadden georganiseerd tegen bijvoorbeeld drugsoverlast die de aandacht van de media trok, dan zagen de verbaasde bewoners opeens allerlei onbekend volk opduiken met SP-hesjes, -petjes, -borden en -folders. De SP als actiepartij bleek vooral en SP-eigen-smoel-in-de-media-partij. Het blijft irritant, de SP die voortdurend probeert acties te kapen. Het is wel een handige marketingstrategie gebleken, gezien de populariteit van de SP.
Gemeenten waar het SP in het bestuur heeft gezeten waren niet merkbaar beter af dan andere gemeenten. En de genoemde actiepunten werden elders makkelijk gerealiseerd zonder de SP. SP’ers bouwen geen speelplaatsen, onderhouden geen woningen, richten geen zorginstellingen op (? of geef een voorbeeld), en zelfs die acties organiseren ze niet zelf maar kapen ze van anderen. En al die meldpuntacties , die denk ik wel succesvol waren omdat ze problemen duidelijker maakten, waren die nou gericht op het aanpakken van een probleem of op het profileren van de SP?
Die belangenverstrengeling maakt alles wat de SP doet verdacht. In mijn buurt ondersteunde ze liever een kansloze actie van bewoners waarmee zij konden scoren in de media, dan een realistischer idee waar de lokale bestuurders iets mee konden.
Ik ben het eens met de conclusie van Ronald van Raak waar hij zegt dat de SP een utopie heeft ingeruild voor een ideaal. Maar dat ideaal is vooral een groot, populair en machtig SP. De rest zal daarna wel vanzelf komen. Toch weer een nieuwe utopie?
Teleurstellende repliek. Een welles-nietesspelletje (de SP is niet utopisch! Welles! Nietes!) en een jij-bak (jullie neoliberalen zijn nog veel erger!)… *zucht*
Ik was al zo benieuwd naar hoe Ronald ging weerleggen dat een utopisch toekomstbeeld altijd een slechte zaak is. Jammer: ze zijn het gewoon met elkaar eens dat dat zo is. Het enige wat wordt weerlegd, is of dit van toepassing is op de SP. Tsja, da’s een beetje flauwe discussie:
– Wat een lelijk blauwe auto heb jij! Blauw is een stomme kleur! Bah bah, hoe durf je jezelf nog te vertonen! Dood aan blauw!!!
– Mijn auto is helemaal niet blauw…. Jouw auto is pas blauw!
De aanname dat liberalisme als utopie de hoofdveroorzaker is van de huidige crisis lijkt mij erg kort door de bocht. Het socialisme van de centrale bank en grote financiële instellingen in samenwerking met de overheid heeft ervoor gezorgd dat in de afgelopen decenia geen grote correctie heeft plaatsgevonden. Het zogenaamde too big to fail. Als de markt werkelijk zijn werk mag doen dan zouden de rotte appels van de boom zijn gevallen. Socialisme is voor de prive personen die het nodig hebben en kapitalisme is voor grote financiële instellingen – die geen socialistische beschermheer a la centrale bank nodig zouden moeten hebben.
Het socialisme van de centrale bank en grote financiële instellingen in samenwerking met de overheid
Wat bedoel je hier nou? Of vind je het bestaan van een centrale bank an sich socialistisch?
@4:
Bedoel je soms ‘een grote correctie’ als deze? Dat was een lekker succes, niet?
Over het bovenstaande artikel:
Toch vind ik het bovenstaande verweer dat de SP niet utopistisch zou zijn niet echt overtuigend, vooral ook omdat er wel regelmatig sprake lijkt te zijn van een drang naar ideologische puurheid (zie bijvoorbeeld hier en hier).
Nu zijn het streven naar ideologische puurheid en utopisch denken natuurlijk niet hetzelfde, maar ik zie wel degelijk een zeker verband…
@6: Als je rotte appels op tijd laat vallen hoef je geen grote depressie te krijgen, naar mate je een natuurlijke correctie uitstelt des te verwoestender wordt de correctie wanneer die uit eindelijk toch plaats vindt.
@5: een centrale bank die ongelimiteerd schuldpapier schrijft met de belastingbetaler als tegenpartij maakt kunstmatig lage rente percentages die ten goede komen aan grote financiele instellingen en ten koste van de gewone man die een paar euros probeert te sparen – dat is een soort socialisme dat lastig rechtvaardig te noemen lijkt.
@ 2 Kalief over kapen van acties door de PS.
Dit is ook mijn indruk
@ 4 ‘Het socialisme van de centrale bank en grote financiële instellingen in samenwerking met de overheid heeft ervoor gezorgd dat in de afgelopen decenia geen grote correctie heeft plaatsgevonden.
Dit lijkt juist. Wel moet je er dan rekening mee houden dat het een trant van redeneren bevat waarmee socialisten (SP-ers) zich mutatos mutandis ook van hun échecs zouden kunnen vrij pleiten. Dat mag natuurlijk niet en daarom onderstaand verhaal.
In de moderne Economie van Adam Smith wordt gewerkt voor winst, niet voor mensen. Mensen beladen met goede bedoelingen, ethici en lanterfanters nemen haar dat kwalijk. Wel heeft deze ondeugd van de Economie ons rijk gemaakt, maar omdat ook zij nog niet het Paradijs op aarde heeft gerealiseerd, kun je doorgaan met op haar af te geven.
In de moderne samenleving zijn Economie en Politiek als 2 domeinen met hun eigen principes en modi operandi van elkaar onderscheiden. Wel omgeeft de Politiek de Economie met wetten en waarden; de economie zelf is WAARDENloos.
De gescheidenheid van de Politiek is de vrijheid van de Economie. Ondernemers bepalen de omvang van hun investeringen, de consumenten zijn vrij in de keuze van hun consumptie en in het bepalen van de spaarquote. Alleen door een Keynsiaans wonder – ‘multiplier’ – komen na verloop van tijd investeringen en besparingen als een gelijkheid bij elkaar. Of nooit.
Dit is in een notendop het verhaal van de Economie – uitgescholden voor Kapitalisme – met haar Vrije Markt, en wier ontstaan en functioneren de vrije individu en de politieke democratie veronderstellen.
De Bankcrisis en het geldbederf dat nu dreigt, zijn geen gevolg van ongebreideld winstsbejag van hebzuchtige ondernemers en gemene bankiers, maar komt door politieke druk op financiële instellingen uitgeoefend om NIET conform de principes van de vrije markt hun bedrijf uit te oefenen. De President democraat Carter in de USA is daarmee begonnen.
Noem je nu Carter ‘socialist’, wat best kan, weet je wat je van de SP kunt verwachten. Crisis op crisis, ten slotte bittere armoede voor iedereen, op een politieke toplaag na.
SP, leeghoofden, warhoofden, of utopisten, wat maakt het uit? Alle verstand van herverdelen, geen notie van produceren.
@7:
In 1929 liet men de rotte appels vallen. En dat werkte dus niet.
@ 4,9
Onze economie vertoont pieken en dalen = laag en hoogconjuncturen. En dit opzicht imiteert onze Economie de oude cycli van 1. overvloed, 2. demografische expansie, 3. mislukkende oogsten, 4. massale sterfte en dan weer… Deze natuurlijke periodieken kun je in Afrika nog op heterdaad meemaken.
Onze moderne economische crises verlopen tot nu toe zijn relatief zacht. Massale sterfte veroorzaken ze niet. Laag conjunctuur of niet, de geboorten gaan / gingen crescendo door. Dank zij onze vrije markt-economie! Natuurlijk komt ook onze economie een keer aan haar einde. Ze verliest de race tegen de wereldoverbevolking. Dat is niet haar schuld, maar van bakerpraatjes.
Over de economische crisis vanaf 1929 zijn we nog niet uitgepraat. Volgens sommige economen is herstel van die ramp vertraagd door overheidsinterventie. Ik geloof op dit punt T. Sowell. Toen onder President Reagan het ook eerst economisch misging met de USA, deed hij niets. En dat hielp.
Dus blijft hoogst vermoedelijk ook onder moeilijker omstandigheden het‘laissez faire, laissez aller’, gelden.
@9: in 1913 werd in de vs een centrale bank opgericht. In de 20er jaren heeft die een enorme bubbel gefaciliteerd met uiteindelijk een crash ten gevolge.
@11:
Dus de centrale bank heeft het gedaan? Creatief bedacht hoor. Betekent dit dan ook dat de Amerikaanse financiële crises van 1819, 1837, 1857, 1873, 1884, 1893 en 1907 probleemloze ‘correcties’ waren? Goh, nooit geweten.
O ja, de hoge frequentie van dergelijke crises voorafgaand aan 1913 laat natuurlijk bij uitstek zien waarom een centrale bank niet eens zo’n slecht idee is.
@12
Liever vaker een kleine crisis dan eens in de zoveel tijd een gigantische crisis met een wereldoorlog tot gevolg.
@13 We hebben nu toch zo’n gigantische crisis, waar blijft die beloofde wereldoorlog?
Ik denk dat in deze crisis niet zozeer enkele specifieke banken de rotte appels zijn die je kunt laten vallen, maar dat het om rotte werkwijzen in de gehele banksector plus een aantal rotte financiële producten gaat.
De eerste opmerking is juist. Van Raak heeft een mooi verhaal maar teveel gebaseerd op eigen partij (daar is hij onder politici overigens niet de enige in).
Graag zou ik bij sommige opmerkingen wat maar uitleg willen van Ronald van Raak, de voorbeelden vindt ik te summier:
“Dit dogma beschouwt de mens als rationeel wezen dat volledig inzicht heeft in de markt. Maar dit wezen bestaat niet.”
“Dit dogma gaat uit van de overtuiging dat als mensen vooral denken aan hun eigenbelang, dit leidt tot het grootste gemeenschappelijke goed. Die samenleving bestaat ook niet. De politiek van meer markt en eigen verantwoordelijkheid is een utopie.”
Zelf ben ik van mening dat economische èn politieke machtsconcentraties dodelijk zijn voor de ‘open socieity’.
@2.
Wat je omschrijft is nu big society in verschillende steden. Daar kunnen ook de nodige vragen over belangen van derden bij gesteld worden.