Er is een theorie, de ‘Great Man Theory’, dat het uitmuntende intellect, of de heroïsche moed, of buitengewoon leiderschap of goddelijke inspiratie van enkele bijzondere individuen de geschiedenis hebben gevormd. In 1840 ontvouwde Historicus en filosoof Thomas Carlyle dit idee in een aantal lezingen over prominente historische figuren.
In Sargasso’s serie ‘Een ander kapitalisme’ werd minstens twee keer uitgelegd dat we die geschiedenis anders moeten gaan schrijven, wil er ook maar iets ten goede veranderen.
De Franse econoom Piketty zei dat zonder massa bewegingen geen vooruitgang boeken. De ontwikkeling naar meer gelijkheid begon met de Franse Revolutie en navolgend het einde van de slavernij, de opkomst van de welvaartsstaat, progressieve belastingen, de burgerrechtenbeweging en de afschaffing van apartheid, gaan we nu via de klimaatbeweging, Black Lives Matter en de roep om meer gendergelijkheid voort op de weg naar meer gelijkheid voor iedereen. Dank aan deze grote groepen mensen.
In Kunst op Zondag legde fotografe Dulce Pinzón ‘The Real Story of Superheroes’ vast: Immigranten die door de risico’s die ze nemen, bijdragen aan de economieën van hun thuisland én het land waar ze nu wonen en werken.
Ook Gang of Four maakt gehakt van de ‘Great Man Theory’. In de geschiedenisboeken zijn het nooit watjes, maar sterke mannen die de wereld maakten. Maar de geschiedenis speelt zich af vlak voor onze neus: de armen nog steeds de ‘losers’, de rijken regeren. Luister en kijk naar ‘Not great Men’.