In de (vroege) jaren negentig was Amorphis een van de (grensverleggende) bands die agressieve death metal zang combineerde met andere elementen. Op het album Tales from the Thousand Lakes uit 1994 mixten ze hun death metal met invloeden van Finse folk en bijpassende, cleane, melodieuze zanglijnen. Samen met tijdgenoten als Fear Factory (die op hun eerste album iets soortgelijks deden, waarbij death metal werd gecombineerd met een industrial sound), Moonspell, en een aantal meer gothic georiënteerde bands die de ‘growls’ afwisselden met heldere vrouwenzang (zoals Theathre of Thragedy, en Within Temptation op hun eerste cd).
“Tales” werd juichend ontvangen door zowel fans als recensenten (ik herinner me een score van 100 uit 100 in het in Nederland toonaangevende Aardschok magazine). De band is muziek blijven maken in deze stijl, waarbij met het verstrijken van de jaren meer afstand genomen werd van de death in de metal. Maar wat niet vergeten mag worden is dat vóór het album waarmee ze doorbraken, ze een briljant debuutalbum hebben afgeleverd, waarop (relatief) melodieuze death metal de hoofdrol speelde. Van dit album, The Karelian Isthmus, komt het geweldige Exile of the Sons of Uisliu.
Dit is deel 3 in de serie Closing Times naar aanleiding van dit verslag van Graspop 2017. De komende weken zullen er op semi-willekeurige momenten meer verschijnen.