De president van Togo Faure Gnassingbé heeft zijn broers Essozilam en Kpatcha laten oppakken op de verdenking dat zij een coup wilden plegen. Een en ander ging gepaard met vuurgevechten, maar de president heeft zich inmiddels verzekerd van de loyaliteit van het leger.
De aan de Sorbonne opgeleide Faure geldt als de verlichte telg van de Gnassingbés, die in 1967 aan de macht kwamen na een staatsgreep. Pater familias Gnassingbé Eyadéma was een meester in het overleven van coups, aanslagen, ongelukken en dergelijke. Faure heeft het beleid om mensenrechten te schenden voortgezet. Er is een oppositie, geleid door Gilchrist Olympio, zoon van een eerdere Togolese president, die in een coup in 1963 vermoord werd. De bevolking hoeft geen honger te leiden, want Togo is zelfvoorzienend in voedsel.
Sommige commentatoren zien in de arrestatie van Kpatcha een opmaat naar de verkiezingen van 2010, hoewel de verkiezingen die Faure aan de macht brachten geen aanleiding geven te denken dat deze eerlijk verlopen. Kpatcha en Faure leefden al enkele jaren in onmin, nadat de president zijn broer had ontslagen als minister van defensie. Hun moeders zijn afkomstig uit verschillende stammen, die er traditioneel een gespannen verhouding op nahouden.
Het is onduidelijk in hoeverre de machtsstrijd zich uitstrekt tot andere van de ongeveer honderd kinderen die de pater familias bij diverse vrouwen verwekte. De enige die verder bekendheid geniet is Rock Gnassingbé, een commandant van de artillerie die zich ook met de gebeurtenissen bemoeid zou hebben. Rock is tevens voorzitter van de nationale voetbalbond. Bij zijn deelname aan het WK van 2006 viel het Togolese elftal vooral op door de aanvankelijke weigering om de wedstrijd tegen Zwitserland te spelen, vanwege een betalingsgeschil.