Beurshausse en beurskracht, oorzaak en gevolg

ACHTERGROND - De economische crisis van de afgelopen jaren moet in context worden gezien: het is de laatste fase van de derde industriële revolutie, schrijft Wim Grommen.

Iedere maatschappij, productiefase of ander menselijk verschijnsel doorloopt een zogenaamd transformatieproces. Transities zijn maatschappelijke transformatieprocessen, die tenminste één generatie beslaan en hebben de volgende eigenschappen:

  • het betreft een structurele verandering van de (wereld)-maatschappij, of een complex deelsysteem daarvan;
  • er is sprake van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende technologische, economische, ecologische, sociaal-culturele en institutionele ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus;
  • het is de resultante van langzame veranderingen (ontwikkelingen in voorraden) en snelle dynamiek (stromen).

Een transitie ligt niet bij voorbaat vast, omdat er gedurende een veranderingsproces altijd sprake is van aanpassen aan, leren van, en inspelen op nieuwe situaties. Een transitie is geen wetmatigheid.

Vier transitiefasen

In het algemeen beschrijven transities de S-curve en zijn vier transitiefasen te onderscheiden:

  1. een voorontwikkelingsfase van dynamisch evenwicht waarin de status-quo niet zichtbaar verandert;
  2. een ‘take-off’-fase waarin het veranderingsproces op gang komt, doordat de toestand van het systeem begint te verschuiven;
  3. een versnellingsfase waarin zichtbaar structurele veranderingen plaatsvinden door een cumulatie van op elkaar inspelende sociaal-culturele, economische, ecologische en institutionele veranderingen; in de versnellingsfase is sprake van collectieve leerprocessen, diffusie en processen van inbedding;
  4. een stabilisatiefase waarin de snelheid van maatschappelijke verandering afneemt en al lerend een nieuw dynamisch evenwicht wordt bereikt.

Ook een productlevenscyclus en een bedrijfslevenscyclus beschrijven een S-curve. In dit geval is er nog een vijfde fase: de aftakelingsfase, waarin kosten stijgen door overcapaciteit en waarin een producent zich uiteindelijk terugtrekt uit de markt.

Als we terugkijken in de geschiedenis, dan hebben in de laatste twee eeuwen drie ingrijpende transities (industriële revoluties) plaatsgevonden:

  1. De 1e industriële revolutie  (1780 tot circa 1850); de stoommachine.
  2. De 2e industriële revolutie (1870 tot circa1930); electriciteit, olie en auto.
  3. De 3e industriële revolutie (1950 tot ….); computer en microprocessor.

Het ontstaan van een beurshausse

In de voorontwikkelingsfase en take-off-fase van een industriële revolutie ontstaan er veel nieuwe bedrijven. Al deze bedrijven doorlopen min of meer gelijktijdig dezelfde levenscyclus. Tijdens de 2e industriële revolutie waren dit de bedrijven in de staal-, olie-, auto- en elektriciteitsindustrie. Tijdens de 3e industriële revolutie waren het de bedrijven in de hardware-, software-, consultancy- en communicatieindustrie. Tijdens de versnellingsfase van een industriële revolutie bevinden veel van deze nieuwe bedrijven zich, min of meer gelijktijdig, in de versnellingsfase van hun levenscyclus  (Figuur 1).

 

Figuur 1: Verloop van een marktontwikkeling: introductie, groei, bloei en verval

De verwachte waarde van de aandelen van deze bedrijven die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, ​​stijgt enorm. Dit is de reden waarom aandelen in de versnellingsfase van een industriële revolutie erg duur worden. De koers-winstverhouding van aandelen is tussen 1920 – 1930, de versnellingsfase van de 2e industriële revolutie, enorm gestegen en ook tussen 1990 – 2000, de versnellingsfase van de 3e industriële revolutie. De stijging van de koers-winstverhouding wordt nog eens versterkt doordat veel bedrijven tijdens de versnellingsfase van hun bestaan besluiten hun aandelen te splitsen. Een aandelensplitsing is gewenst als de beurswaarde van een aandeel te groot is geworden en daardoor de verhandelbaarheid onvoldoende is. Omdat er bij de lagere koers meer potentiële beleggers zijn, heeft een splitsing dus een positief effect op de waarde van het aandeel. Tussen 1920 – 1930 en 1990 – 2000 zijn er enorm veel aandelensplitsingen geweest, die de koers-winstverhouding positief hebben beïnvloed. Tijdens de versnellingsfase van een industriële revolutie zal er dus altijd een beurshausse ontstaan.
 
Figuur 2: Twee industriële revoluties: koers-winstverhouding

Het gevolg van een beurshausse is een beurscrash

De stabilisatiefase van een industriële revolutie kenmerkt zich doordat de markt verzadigd raakt en de concurrentie toeneemt. Alleen de sterkste bedrijven kunnen de concurrentie aan, of nemen de concurrentie over. Hierbij komen veel van de nieuw ontstane bedrijven in de stabilisatiefase of aftakelingsfase van hun levenscyclus en zullen de groeimogelijkheden van deze bedrijven gaan afnemen en dus ook de verwachte waarde van de aandelen. De koers-winstverhouding van aandelen zal hierdoor gaan dalen. Deze trend heeft zich destijds vanaf 1930 ingezet en vanaf 2000 heeft het patroon zich weer herhaald.

De toekomst zal leren, mede afhankelijk van het gedrag van de centrale banken, of en in welk tempo de koers-winstverhouding van aandelen nog verder zal dalen. Aristoteles’s wet van oorzaak en gevolg geldt voor een beurshausse en een beurscrash.

Reacties (10)

#1 Derpjan

Dit verhaal is van het soort waarmee je alles kunt verklaren en dat betekent doorgaans dat het eigenlijk niets zegt.

De huidige economische crisis is trouwens veel meer dan een beurscrash of zelfs een vertrouwenscrisis.

  • Volgende discussie
#2 Folkward

Klinkt een beetje onvolledig, waardoor je er niks mee kan. Figuurtjes ontbreken.

Dit artikel is elders ook beschikbaar (je kunt zoeken op een citaat, bijvoorbeeld). Zo is het mij duidelijk dat de fout ‘beurskracht’ niet van Wim Grommen zelf is.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Kalief

Bij #2:
https://www.google.com/search?as_q=laatste+twee+eeuwen+drie+ingrijpende+transities

Beurskracht is een soort waskracht. Wim Grommen, wast elk plagiaat witter dan witst.

Inhoudelijk is het natuurlijk ook onzin. Die stoommachinerevolutie heeft bijvoorbeeld in Nederland nooit plaatsgevonden en de automatisering was er al voordat er computers kwamen. Het interessante aan die automatisering is niet het industriële gebruik maar het doordringen in het dagelijks huiselijk leven. (PC = personal computer.) Het heeft verder niet voor een revolutie gezorgd. Alleen de logistiek in de detailhandel is een beetje veranderd en het gepeupel communiceert onderling anders waardoor ongenoegens beter zichtbaar zijn. Maar zelfs dat leidde niet tot andere machtsverhoudingen, hoewel een socioloog misschien nog iets kan maken van individualisering en verrechtsing.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 qwerty

@Kalief
Jouw laatste alinea staat zo bol van de onzin dat het het oorspronkelijke logje naar de kroon steekt. Maar omdat in dit draadje het sop echt de kool niet waard is (zie #1 en #2) laten we het hier maar bij.

@2 Grommen heeft dit artikel in meerdere versies trouwens sinds 2010 als een virus op het internet geplempt. Verbazend dat Sargasso dit publiceert (hierin is getrapt).

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 qwerty

Ah, de minkukel! Doe ik iets wat de redactie niet zint?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 A

Sargasso-onwaardig schrijfsel. Geen content is beter dan onzin.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 qwerty

@5: (voor de minkukel) ach ach …

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 qwerty

Jongens, blijven minnen lost de irritatie en het probleem niet op.
Slecht management!

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 parallax

Investeer in inhoud.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#10 Inkwith Barubador

Economie is evenmin een wetenschap als astrologie of koffiedikkijken.

  • Vorige discussie