Het Handelsblad wijdde kort voor kerstmis enkele pagina’s aan auteurs die beroemd waren om het verkeerde boek. Neem Herman Melville, wiens beroemde Moby Dick een goed boek is, ook al is zijn minder bekende The Confidence-Man beter. Ik kon het niet laten te bedenken wie ik zélf een mooi voorbeeld van een om het verkeerde boek beroemde auteur, en dacht meteen aan Jan van Aken.
De reden kan ik het beste illustreren met een analogie. Onlangs schaakte ik tegen mijn neefje, die kwam met een briljant nieuwtje: hij plaatste een loper op een toren en zei dat ik het stuk niet kon slaan zolang het in het kasteel veilig was. De zet getuigde natuurlijk van creativiteit, maar schaken is nog mooier als een speler iets verrassends doet binnen de regels.
Ik voor mij kijk ook zo naar historische romans. Ik vind het knapper als iemand een roman schrijft die blijft binnen de grenzen van het historische bewijsmateriaal. De schrijver die een anachronisme gebruikt, mag zich beroepen op zijn creatieve vrijheid, maar leidt ondertussen wel de lezer van de tekst af en bederft zo diens leesplezier. Een goede schrijver daarentegen kan een overtuigende historische roman schrijven zonder zijn publiek te storen met onmogelijkheden.
Dit betekent automatisch dat ik met meer bewondering kijk naar een auteur die zijn verhaal plaatst in het recente verleden, waarover veel bekend is, dan naar de schrijver die kiest voor het verdere verleden, waar de speelruimte wijder is. Daarom is Jan van Akens Het fluwelen labyrint me dierbaarder dan zijn bekendere De valse dageraad.
Niet dat ik het laatste een slecht boek vind. Ik las die roman over de Volle Middeleeuwen met zoveel plezier dat ik besloot alles van deze auteur te lezen. Het fluwelen labyrint bleek ambitieuzer. De beschrijving van de uitzichtloosheid van de generatie die in de jaren tachtig volwassen werd, klopt in alle opzichten: “van alle markten thuis, behalve van de arbeidsmarkt”. Nergens heeft de lezer het idee dat de schrijver het drugsgebruik, de vlucht naar geweld en de demoralisering verzint omdat hij anders geen goed verhaal zou hebben.
Van Akens tweede troef is de prettige complexiteit. Drie mensen vertellen twee verhalen, waarvan het ene gaat over een moderne Orfeus die naar de onderwereld terugkeert om zijn geliefde te redden en het andere over hun romance. De vertellers baseren zich daarbij op een dagboek, dat echter niet altijd betrouwbaar is. Deze labyrintachtige vorm maakt het boek interessanter dan het eenvoudigere De valse dageraad. Je moet als lezer wat meer voor doen voor Het fluwelen labyrint, maar de beloning is ernaar.
Reacties (1)
Bill Bryson. Zijn reisverhalen zijn ook heerlijk om te lezen.