COLUMN - We stonden achter de kist te wachten tot we de kerk in mochten. De bel klonk en de pastoor kwam aangelopen. Hij was in het zwart en paars gekleed en had een zwarte bonnet op zijn hoofd. De jongens keken elkaar aan en een grijns verscheen op hun gezichten. Voor de zekerheid keken ze even mijn kant op. Als mama lacht kunnen we los, zag je ze denken. Ik keek ze aan met een blik die boekdelen sprak. Ze besloten om elkaar maar niet meer aan te kijken. De slappe lach was nu zeker geen goed idee.
De jongste zat omgedraaid in de kerkbank. Terwijl de mis aan de gang was bekeek hij iedereen die achter hem zat op zijn gemak. Een lange gaap kon hij niet onderdrukken. ‘Wanneer mogen wij?’ vroeg hij al na vijf minuten. Ze hadden een taak. Mijn jongens en nog een neefje zouden het herdenkingskruisje naar de kapel brengen. Ik zei dat het nog wel even ging duren. Hij zuchtte en draaide zich weer om in de bank.
‘Is dat Jezus mama, die daar hangt?’ Ja, dat is Jezus. Ik heb ze de kinderbijbel voorgelezen, ik vind het wel fijn als ze in musea straks weten waar ze naar kijken en dat ze, mochten ze ooit aan de literatuur verslaafd raken, ook weten wat ze lezen. Die verhalen kenden ze dus wel, maar een mis, die hadden ze nog nooit bijgewoond. Niet met kerst, niet met Pasen. Laat staan dat ze wisten hoe een katholieke begrafenis zou gaan verlopen.
De oudste stelde de ene vraag na de andere. ‘Mam, waar is dit boekje voor? Mam, wat is een heilige geest? Mam, waar dienen al die kaarsen voor? Mam, wat is dat stoffen ding dat hier voor me hangt? Op mijn knieën? Mam, wat voor lichaam eet die man?! Mam! Er zit bloed in die kelk en hij drinkt ervan! Mam, heeft sinterklaas ook zo’n muts? Mam, wat is een hostie? Mag ik die een? Waarom niet? Mam, vind jij wierook ook zo stinken? Wat betekent eucharistie? Gaan we zo klappen als die meneer klaar is met praten? Nee? Mama, mama, mama!
Ik siste naar hem dat hij zijn vragen tot na de mis moest bewaren, dat ik hem nu niet uitgebreid alle katholieke gebruiken uit kon gaan zitten leggen. Ik had er geen seconde bij stilgestaan dat de jongens zo veel vragen zouden hebben. Ik heb er genoeg van meegekregen toen ik klein was, als misdienaar mocht ik bij alle begrafenissen op komen draven. Vrij van school, daar had ik veel voor over. De jongens maakten dit allemaal voor de eerste keer mee. Het kan ook best eens de laatste keer zijn. Cremeren is toch een stuk hipper tegenwoordig.
Bij de kist stortte de oudste in. Hij besefte ineens echt wat we aan het doen waren. Het waren nogal wat indrukken. De kerk met al die rare gebruiken, volwassenen die huilden en dan weer lachten, een kist met zijn liefste overgrootmoeder erin die in de grond zou verdwijnen. De tranen kwamen en hij kon niet meer ophouden met huilen. Hij kroop dicht tegen me aan. De jongste vroeg ongeduldig wanneer we nou worstenbroodjes gingen eten en of er ook cake was? Hij had op school gehoord dat als er iemand dood is, dat je dan cake eet. Nee, maar wel broodjes kaas. Hij knikte tevreden.
Reacties (1)
Tsja, jong geleerd, oud gedaan.
Maar dat katholieke haal je niet meer in, dat moet er echt met de paplepel in, anders werkt het niet. Ook niet in musea :)