Is de hulp aan Zuid-Soedan nu ‘weggegooid geld’?
ACHTERGROND - De 500 miljoen euro die Nederland de afgelopen tien jaar aan ontwikkelingshulp besteedde voor Zuid-Soedan besteedde, is in een half jaar burgeroorlog in rook opgegaan. Zo stond vorig weekend in de Volkskrant. Klopt dit?
Dat is niet helemaal waar, oordeelt Rens Twijnstra, die komende week promoveert op onderzoek in Zuid-Soedan, maar de Nederlandse regering heeft wel geld aan de verkeerde dingen besteed. Albert Sikkema interviewde hem voor Resource, het universiteitsblad van de Wageningen Universiteit.
‘Als je in Zuid-Soedan geld geeft, is dat altijd politiek – daar kun je niet omheen,’ zegt Twijnstra. ‘Maar Nederland heeft, net als andere financiers als de Wereldbank, de machtsstructuren niet goed in kaart gebracht. De gedachte was: we gaan een nieuwe staat van de grond af opbouwen, met nieuwe overheidsinstellingen, een nieuw belastingstelsel en andere technische hervormingen. Maar die hervormingen hebben weinig invloed gehad, want de oude machtsstructuren vanuit de burgeroorlog met noord-Soedan waren er nog. Er was te veel aandacht voor state building en te weinig aandacht voor nation building.’
Welke problemen zijn onderschat?
‘De Zuid-Soedanese economie draaide vooral op olie-inkomsten, maar die olie kon alleen via een pijpleiding door noord-Soedan worden verkocht. Toen de regeringen het niet eens werden over de transitkosten, draaide Zuid-Soedan in 2012 de oliekraan helemaal dicht. Daardoor kromp de economie met negentig procent en konden de diepgewortelde problemen binnen het leger en de politieke top niet meer met oliegeld worden afgekocht.’