Studium Generale Universiteit Utrecht

211 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Functionele wreedheden

Is de staatsterreur van Assad in Syrië goed te praten vanuit de machiavellistische ethiek? Als het zo is dat de slachting van tientallen, zo niet honderden burgers tegelijk door de machthebbers te verantwoorden is met Machiavelli in de hand, dan moet er toch iets mis zijn met de schrijver van Il principe. Een interessant punt dat Joep Dohmen Maarten van Buuren voor de voeten werpt in hun discussie na afloop van de lezing over Machiavelli in de serie Levenskunst van Studium Generale Utrecht.

Functionele wreedheden

‘Het doel heiligt de middelen’, zo is de politieke filosofie van Machiavelli samen te vatten. Assads doel is de macht behouden, net zoals ‘il principe’ (de vorst), en hij doet dat door extreme middelen in te zetten. Kan dat geoorloofd zijn? De vraag is of de aard van het doel wat uitmaakt. Volgens Maarten van Buuren wel. Zeker uit het latere werk van Machiavelli, de Discorsi, spreekt de overtuiging dat een doel in dienst moet staan van de republiek, anders gezegd: het volk. Op die gronden kun je wreedheden van dictators afkeuren.

Niettemin staat Machiavelli bekend als een meedogenloze denker, die niet terugschrikt om wreedheden onder sommige omstandigheden verstandig te noemen, de beste keus, of zelfs ‘functioneel’. Het zijn smakelijke anekdotes die Van Buuren opdist, bijvoorbeeld over Cesare Borgia, de Italiaanse gruwelheerser die model stond voor Il principe. Meedogenloos was Machiavelli wellicht, maar dan vooral in de zin dat hij zich niet liet leiden door de heersende moraal; in zijn handelen noch in zijn denken.

Foto: copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Stambomen en mobiles

Een gastbijdrage van Jelle Reumer, directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en paleontoloog.

Zelden waren Wetenschap en Kunst zo met elkaar verweven als in de periode van renaissance tot en met verlichting. Sindsdien zijn ze uit elkaar gedreven: wetenschappers specialiseerden zich ad absurdumen kunstenaars staarden meer en meer naar de eigen navel.

En toch kunnen wetenschap en kunst veel van elkaar leren. Neem de reconstructie van stambomen, een wetenschap die de laatste decennia dankzij fraaie computerprogramma’s een hoge vlucht heeft genomen. In de beroemde stamboom van het leven die Ernst Haeckel in de negentiende eeuw publiceerde stond de mens nog trots bovenaan, vlak boven de gorilla en de orang-oetan aan een boomtak die Apen heet. Helemaal onderaan de boom vinden we de Oerdieren, die een flinke dikke stronk vormen waar de rest van het dierenrijk op rust. De mens, dat mocht maar duidelijk zijn, was na Darwin weliswaar van zijn voetstuk gestoten als Kroon der Schepping, maar een positie als Kroon der Evolutie kwam er voor in de plaats.

Tegenwoordig heet het maken van stambomen ‘cladistiek’. Door allerlei kenmerken van soorten van een beoordeling te voorzien (bijvoorbeeld ‘aanwezig’ of ‘afwezig’, oftewel + of – dan wel 1 of 0) en die aldus gescoorde kenmerken in de juiste statistische software te gieten, kun je gevisualiseerde verwantschapsrelaties maken, zogenaamde cladogrammen, die sterk op ouderwetse stambomen lijken. En ook bij cladogrammen staat helemaal aan het uiteinde van het schema, dat is meestal rechts op het papier, de soort of het geslacht waar het om gaat. Een cladogram over de verwantschappen tussen mensen en mensapen laat bijna altijd de mens aan het uiteinde zien. Toch een beetje de Kroon op de Evolutie dus. En dat terwijl de chimpansee als hij dat zou kunnen beoordelen ongetwijfeld zichzelf als de Kroon zou beschouwen. En dat zou de gorilla ook, en de kapucijneraap, de spitsmuis en de pissebed of de oorworm. Er is niet zoiets als een Kroon op wat-dan-ook. Maar die cladogrammen staan muurvast gedrukt op papier of beeldscherm.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zijn wij ons brein (12)?

In de vorige aflevering van Marian Joëls zagen we dat stress een goed voorbeeld is van een fenomeen waarbij omgeving, ‘geest’ en lichaam nauw op elkaar betrokken zijn. Deze keer is hoogleraar Taalbeheersing Ted Sanders aan het woord. Bepaalt onze taal hoe we denken of andersom?

‘Als ik ’s avonds de fietsenstalling bij het station in mijn woonplaats uitfiets, kom ik langs een toonbank waarachter meestal een besnorde man van een jaar of 45 staat. Hij werkt daar. Als ik voorbij kom, zeg ik: “daaag” en hij antwoordt “daaag”. Zeg ik “tot ziens”, dan zegt hij ook “tot ziens” en zeg ik “fijne avond”, dan wenst hij mij ook een fijne avond. Ik ben dit quasi-experiment gaan uitvoeren omdat het me op was gevallen dat hij in het spitsuur tegen een voorbijtrekkende rij fietsers binnen 15 seconden vijf verschillende groeten achter elkaar produceerde: “daaag”, “groetjes”, “tot ziens”, “fijn weekend”, “houdoe” (u hebt nu een idee van de regio waar we ons bevinden).’

Papegaaien

‘Waarom doet die man dat? Imiteert hij simpelweg de mensen die hem aanspreken? En hoe bijzonder is het taalgebruik van deze man? Het antwoord op de laatste vraag is: dit is niet bijzonder. Zo doen taalgebruikers dat voortdurend, al wordt het verschijnsel in dit geval nogal op de spits gedreven omdat de man in een context verkeert waarin hij in zeer korte tijd op verschillende gesprekspartners reageert. In de taalwetenschap noemen we dit verschijnsel waarbij taalgebruikers voortdurend hun bijdrage optimaal proberen af te stemmen op de gesprekspartner: speaker alignment (Pickering & Garrod, 2006). Interessant is dat het niet alleen op lexicaal niveau speelt (woorden imiteren), maar bijvoorbeeld ook op grammaticaal en fonetisch niveau: in een gesprek gaan mensen dezelfde constructies gebruiken en hun gesprekstempo aanpassen aan hun gesprekspartner.’

Foto: Ivan Radic (cc)

Knip het klimaatprobleem op in deelproblemen

‘Het zeldzame geval waarin gemeenschappelijke belangen je laten rekenen op de coöperatie van je medemens.’Zo definieerde Jean-Jacques Rousseau een paar eeuwen geleden het begrip ‘collectieve actie’. Vandaag de dag heeft die uitspraak niets aan kracht verloren. Het blijkt erg moeilijk om in grote groepen samen te werken, zeker als de gemeenschappelijke belangen niet helder zijn. Dat is zeker het geval bij het probleem van klimaatverandering. Prof. dr. Rosemary Rayfuse, hoogleraar Internationaal Recht aan de University of New South Wales en hoogleraar Internationaal Milieurecht aan Lund University, laat zien dat collectieve actie mogelijk is als we het klimaatvraagstuk opdelen in deelproblemen die met een kleiner aantal partijen aangepakt kunnen worden, bijvoorbeeld met het mensenrechteninstrumentarium. Klimaatverandering biedt kansen om het rechtssysteem aan te scherpen en opnieuw te definiëren wat belangrijk is. 

Groepspsychologie

Wie de wetenschappelijke onderzoeken naleest ziet dat er drie hoofdproblemen zijn wanneer mensen in een groot collectief iets proberen te bewerkstelligen. Hoe groter de groep, hoe kleiner het individuele voordeel is dat de afzonderlijke groepsleden hebben. Omdat het voordeel van het individu zo klein is, zet niemand de eerste stap. Bovendien is het erg duur om een dergelijke groep op te zetten en draaiende te houden, waardoor het economisch gezien ook niet gemakkelijk is om vanuit een groot collectief te opereren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Martha Nussbaum en levenskunst

Nut en rechtvaardigheid zijn de twee leidende principes van de moderne moraal. Martha Nussbaum, een van de belangrijkste hedendaagse Amerikaanse filosofen, onderzoekt hoe die moraal weer een bredere invulling kan krijgen. Daarvoor grijpt ze terug op de levenskunstfilosofen van de klassieke oudheid, in het bijzonder Aristoteles. De centrale vraag in haar ethiek is dan ook ‘Hoe te leven’? Ethiek, Bildung, maar ook politieke filosofie krijgen allemaal haar aandacht onder de centrale noemer van het ‘goede leven’. Het goede, zo laat Joep Dohmen in zijn lezing over Nussbaum zien, is niet singulier maar meervoudig.

Wat is dan het goede? Dat blijft nogal impliciet. Een belangrijk onderdeel van Nussbaums beschrijving van het goede is dan ook dat het niet singulier of eenduidig is. Voor Plato was het goede weliswaar moeilijk te bereiken, maar in zijn aard wel helder. Nussbaum volgt Aristoteles in zijn kritiek op deze enkelvoudige opvatting van het goede. Zoals de titel van haar boek over dit onderwerp zegt, is zij geïnteresseerd in The Fragility Of Goodness, de broosheid van het goede.

Die broosheid is te beschrijven aan de hand van het tragische. Aristoteles heeft uitgebreid de tragedies bestudeerd en geeft die een plaats in zijn ethiek. Van de tragici leren we dat waardevolle zaken in het leven niet altijd commensurabel zijn. Een beroemd voorbeeld is Antigone. Zij staat voor de beslissing of zij haar overleden broer de laatste eer zal bewijzen, of de koning gehoorzamen die haar dat verboden heeft. Hier bestaat geen juiste keuze, beide opties zijn even ‘waarden-vol’ en door te kiezen voor het ene, moet zij het andere laten. Het is een tragische situatie bij uitstek, waarin de kwetsbaarheid van Antigone wordt getoond, maar ook de kwetsbaarheid van het goede zelf.

Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Klimaatverandering is vooral een politiek probleem

1,2 miljard mensen zijn voor water afhankelijk van de bergen van het Hindu-Kush gebergte. Door sneeuw in de winter, die smelt in de lente en de zomer zijn de bewoners van dat gebied het hele jaar door verzekerd van een constante toevoer van water. De opwarming van het aarde verandert dat ingrijpend. Sneeuwval zal plaatsmaken voor regenval en waar er in eerste instantie een overschot aan water ontstaat door het smelten van gletsjers, zal op lange termijn een tekort aan water zijn, omdat de gletsjer verdwijnt. Volgens prof. dr. Lennart Olsson, hoogleraar Fysische Geografie aan de Universiteit van Lund en oprichter-directeur van het Lund University Centre for Sustainability Studies (LUCSUS), is dit slechts een van de voorbeelden van de gevolgen van klimaatverandering op het leven op aarde.

In de wetenschappelijke wereld is er brede consensus over de aard en betekenis van het woord ‘klimaatverandering’. Die consensus berust op drie pijlers: het klimaat verandert op dit moment op een fundamentele manier die niet door natuurlijke variatie te verklaren valt; broeikasgassen zijn verantwoordelijk voor klimaatverandering; en de enorme toename in broeikasgassen wordt veroorzaakt door fossiele brandstoffen en boomkap. Wetenschappelijke rapporten leiden keer op keer tot de conclusie dat de mens een aanzienlijke bijdrage levert aan de opwarming van de aarde. Hoe kan het dan toch dat er maatschappelijk gezien nog zoveel scepsis is rondom klimaatverandering en het menselijk aandeel daarin?

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (11)?

‘Net zoals een zin niet meer is dan een reeks inktstrepen, zo is ook een gedachte niet meer dan een verzameling hersenprocessen, maar je mist wel het essentiële van het verschijnsel als je een zin enkel beschouwt als een reeks inktstrepen en een gedachte enkel als een verzameling hersenprocessen.’ Dit was de les die dr. Menno Lievers ons meegaf in de kerstvakantie. Volgens Lievers is het bestaan van het begrip vrije wil niet afhankelijk van de mogelijkheid een kwabbetje in de hersenen te lokaliseren.

Vandaag is neurowetenschapper prof. dr. Marian Joëls aan het woord. Zij doet onderzoek naar de invloed van stress op de hersenen. Zoals veel mensen uit ervaring weten, kan stress zorgen voor behoorlijk wat lichamelijk ongemak en wordt het veroorzaakt door omgevingsfactoren. Hoe denkt Joëls over de verhouding tussen lichaam en geest?

Niet meer dan genen en omgeving

Als bioloog zie ik geen reden om te denken dat er meer is dan de genen en de omgeving die in interactie bepalen hoe onze hersenen worden aangelegd en hoe ze reageren op wat we meemaken. Ik denk wel dat er een inherente toevalsfactor kan zijn in hoe processen verlopen, waardoor het nog niet simpel is te voorspellen hoe alles precies wordt aangelegd en werkt. Maar naar mijn idee kunnen de hersenen en hun werking als een natuurwetenschappelijk proces begrepen worden, al kunnen we dat nu bij lange na nog niet.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (10)?

‘De tegenwerping dat het niet ethisch zou zijn om iemand op te sluiten die hier niets aan kan doen, kan worden beantwoord in die zin dat het ook onethisch is om hen die gruweldaden verrichten ongestraft te laten’, aldus prof. mr. Nora van Oostrom-Streep in haar bijdrage aan de kettingreactie gisteren. In het recht gaat men er vooralsnog van uit dat de mens normaliter niet wilsonbekwaam is. Er zijn wetenschappers die daar anders over denken, wetenschappers die menen dat wij ons brein zijn. Volgens neurowetenschapper dr. Martijn van den Heuvel zijn wij onze connecties. Volgens Van den Heuvel hangen connecties nauw samen met ons IQ. Van Oostrom-Streep wil hier meer van weten en vroeg hem: ‘Wanneer onze (neurologische) connecties samenhangen met ons IQ, wat is dan de invloed hiervan op ons gedrag?’ En laten deze connecties ruimte voor een vrije wil?

Een optelsom van connecties

Ben ik mijn connecties in mijn brein? ‘Absoluut. Waar zou mijn “ik” anders zitten?’ Wat zit er opgeslagen in al deze connecties? ‘Alles. Onze ervaringen, herinneringen en onze persoonlijkheid. Het is de optelsom van de connecties die bepaalt wie we zijn. Niet één of twee connecties, één los gebiedje of een “emotienetwerk”, “aandachtsnetwerk” of een andere deelverzameling van gebieden, maar de continue interactie tussen de hersengebieden maakt wie we zijn. Deze communicatie bepaalt dus ook onze intelligentie (IQ) en EQ (emotionele IQ).’

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (9)?

Gisteren riep prof. dr. Frans Verstraten wetenschappers op om eerst in de studieboeken te duiken voordat zij zich met andere disciplines bemoeien. Op die manier kunnen wetenschappers uit verschillende vakgebieden beter met elkaar in discussie treden en pas dan heeft het zin om elkaars werk te beoordelen. We zetten vandaag de discussie weer voort. Na psychologen, filosofen, een neuroloog, een psychiater en een bioloog is het tijd voor een rechtsgeleerde. Prof. mr. Nora van Oostrom-Streep vertelt hoe het in het recht gesteld is met de vrije wil. Zij beantwoordt deze week onder andere de vraag die Verstraten aan haar stelde: ‘Als we de media en sommige wetenschappers moeten geloven en het zou inderdaad zo zijn dat de mens geen vrije wil heeft, kan de mens dan nog verantwoordelijk worden gesteld voor zijn (foute) daden? Is het dan nog wel ethisch om iemand op te sluiten of te veroordelen?’

Een op rechtsgevolg gerichte wil

Als de discussie rondom vrije wil ergens praktisch relevant voor is, dan is het wel het recht. Heel simpel gezegd moet iemand die een misdaad pleegt een sanctie opgelegd krijgen om drie redenen: verbetering van de misdadiger, het afschrikken van misdadigers in spe en vergelding oftewel boetedoening. Deze laatste functie zou geen grond hebben als we niet zelf kiezen wat we doen. Je hoeft toch niet te boeten voor iets waar je niets aan kunt doen? Het recht moet dus wel stelling nemen in het vrije wil debat. En? Wordt in het recht uitgegaan van een vrije wil?

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (8)?

Als de vrije wil een illusie is en redenen die we geven voor handelingen slechts rationalisaties zijn die we achteraf vormen, belanden we in een paradox, betoogde prof. dr. mr. Herman Philipse gisteren. Want: ‘Waarom zou men zijn [Victor Lammes] conclusie dat alle redenen rationalisaties zijn, geloven, indien de redenen voor die conclusie niets meer zijn dan rationalisaties?’ vandaag is het woord aan hoogleraar Psychologische Functieleer prof. dr. Frans Verstraten. Philipse wil weten hoe Verstraten hierover denkt en vraagt hem: Ben je het als psycholoog eens met Victor Lamme en Dick Swaab dat de menselijke vrije wil niet meer is dan een “plezierige illusie” (overigens is Swaab iets genuanceerder dan Lamme op dit punt)?’

Verstraten is er nog niet over uit of de vrije wil een illusie is. Voorlopig schort hij zijn mening over die vraag dus nog even op. Wat kan Verstraten zeggen over de manier waarop ons brein werkt? ‘Ik zie het brein als een luie machine, die het liefst automatisch koerst op succesvolle strategieën die we geleerd hebben in het verleden, en enkel bewust wordt als we even goed moeten opletten of als er iets gebeurt waar het brein – op basis van die kennis uit het verleden – even geen raad mee weet. Dan bepaal IK wat er moet gebeuren.’ Ook over onbewuste invloeden vanuit de omgeving op het brein is Verstraten niet zo stellig. ‘Ik moet daar nog eens goed over nadenken en durf geen boude uitspraken te doen.’

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (7)?

Zelfs als we de spraakverwarring over de vrije wil ontrafelen, zullen we het niet eens worden over haar bestaan en eigenschappen. Dr. Ria van der Lecq bleek gisteren niet al te optimistisch over eensgezindheid rondom de vrije wil. ‘Een eenduidig antwoord zullen we niet aantreffen, omdat er bij verschillende vakgebieden verschillende en conflicterende aannames een rol spelen’, aldus Van der Lecq. Aan filosoof prof. dr. mr. Herman Philipse stelde zij de vraag: ‘Uit de bijdragen van de anderen blijkt dat elke discipline over de vrije wil zijn eigen vragen heeft geformuleerd. Wat houdt dan ‘het verhelderen van DE vraag’ in?’

Volgens Philipse moeten de verschillende gebruiken van de term ‘vrije wil’ en de daarmee samenhangende noties geanalyseerd en verhelderd worden. In deze zin is Philipse het eens met Ria van der Lecq en ook met Thomas Müller. Philipse geeft de volgende invulling aan zijn analyse.

‘In de wijsgerige traditie zijn veel verschillende begrippen van vrije wil ontwikkeld, die allemaal naast elkaar kunnen bestaan en deels aansluiten bij het alledaagse spraakgebruik. Men kan wilsvrijheid bijvoorbeeld begrijpen als een vermogen of dispositie om op grond van goede redenen te kiezen uit verschillende gedragsmogelijkheden. In deze betekenis is de ene mens vrijer dan de andere en er zijn altijd beperkingen van vrijheid. Neurowetenschap kan een bijdrage leveren aan het verklaren van deze verschillen. Ze zal echter nooit kunnen ontdekken dat wilsvrijheid in de zin van dit vermogen in het geheel niet bestaat, want het is een empirisch feit dat mensen het in verschillende mate bezitten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Zijn wij ons brein (6)?

Dat wij een product zijn van evolutionaire processen betekent niet dat onze wil hierdoor per definitie beperkt is, zo verklaarde gedragsbioloog Johan Bolhuis eergisteren. Hij merkte op dat de werking van het brein niet kan worden afgeleid uit haar geschiedenis en dat we best een vrije wil zouden kunnen hebben, ook al vinden we zoiets niet terug bij mensapen. Wat men eigenlijk bedoelt met ‘iets als de vrije wil’ blijft een lastige vraag volgens Bolhuis. Het is een filosofische vraag, en na dr. Thomas Müller is dr. Ria van der Lecq de tweede filosoof die hierop zal ingaan. Zij is voormalig hoofddocent middeleeuwse filosofie en interdisciplinair onderzoeker. Hoe kijkt een historicus van de wijsbegeerte tegen een oud filosofisch idee als ‘de vrije wil’ aan?

‘De belangrijkste taak van de filosoof is de vraag te verhelderen’, merkt Ria van der Lecq op. Daar zijn Thomas Müller en zij het in ieder geval over eens. Voor de vraag naar de betekenis en het bestaan van de vrije wil betekent dit dat we vooral eens goed naar het woordje ‘wil’ moeten kijken.Er is veel verwarring over vrije wil, hoe komt dat? ‘Een deel van de verwarring in de discussie over het thema ‘vrije wil’ is mijns inziens te verklaren doordat meerdere betekenissen in één term (in dit geval de term ‘wil’) zijn vervat. Het maakt namelijk nog wel wat uit of je het hebt over een verlangen of wens of over een keuze. Dat wij vrij zijn om van alles en nog wat te willen (wensen) lijkt wel duidelijk. De meesten van ons willen veel geld verdienen, reizen, lang en gezond leven, en er is niets of niemand die ons kan dwingen dit niet te willen. Of wij vrij zijn bij het maken van concrete keuzes die zich in ons leven voordoen, is een andere vraag.’

Vorige Volgende