Studium Generale Universiteit Utrecht

213 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: Lab Science Career (cc)

Big Data in medisch onderzoek

ACHTERGROND - Het grootschalig en ongericht verzamelen van patiëntgegevens maakt nieuw medisch onderzoek steeds gemakkelijker. Maar er zitten ook nadelen aan deze werkwijze.

Als je als patiënt of gezonde vrijwilliger gegevens afstaat voor medisch onderzoek is dat voor patiënten in de toekomst, want na het onderzoek is er niet meteen een therapie. Deze gegevens vertellen echter steeds meer over jou, bijvoorbeeld over de aanleg die je hebt voor een andere ziekte, die zich veel later pas ontwikkelt. Krijg je dat te horen? Zou je dat willen? Wat doen onderzoekers met die gegevens en hoe blijven ze privé? Prof. dr. Frank Miedema (Raad van Bestuur, UMC Utrecht) sprak over de moeilijkheden en mogelijkheden van onze snel groeiende kennis over ziekten en gezondheid.

Vissen naar resultaat

In klassieke wetenschappelijke studies dienen onderzoekers een zorgvuldig gedefinieerd voorstel in, met een heldere onderzoeksvraag die wordt getoetst door de medisch ethische commissie. De commissie kijkt streng naar betrokkenheid van de proefpersonen. Ervaren zij niet te veel druk om mee te doen ‘omdat de dokter het vraagt’? Telkens moet de belasting voor de patiënt opwegen tegen het belang van het onderzoek voor de wetenschap.

Bij modern dataonderzoek gaat echter dit andersom: eerst dien je een aanvraag in om (medische en maar ook andere) gegevens, bloed of weefsel te verzamelen van grote groepen patiënten en gezonde vrijwilligers. Vervolgens formuleren onderzoekers vanuit de verzamelde data telkens nieuwe onderzoeksvragen, waarbij ze de eerder verzamelde kennis meenemen.

Foto: Lauren Macdonald (cc)

Twintigers lijden aan angst voor de vrijheid

ACHTERGROND - De ‘Millennials’ oftewel de ‘Generatie Y’, groeiden op in de jaren negentig, in een tijd van snelle technologische verandering, welvaart en vrijheid. In de media worden ze afgeschilderd als narcistisch en lui, maar zelf zeggen ze te lijden aan de druk om te presteren, het ‘goed’ te doen. Je hebt immers zoveel keuzes, dus als je dan nog niet slaagt, is er echt wat mis met je. Maar wat is ‘goed’ en hoe maak je de juiste keuzes in de huidige maatschappij?

Vier jonge filmmakers maakten een film over de Generatie Y genaamd Kinderen van het Succes, waarin drie twintigers aan het woord komen. Ze proberen de ‘volwassen wereld’ waarin ze leven te duiden met behulp van duizenden jaren filosofie en hun eigen verstand. Een van hen is Naomi Jacobs, student filosofie. Zij was te gast tijdens de filmvertoning op 8 september en ging daarna in gesprek met prof. dr. Joep Dohmen (hoogleraar Wijsgerige en Praktijkgerichte Ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek) in een volledig uitverkochte zaal in filmtheater ’t Hoogt.

Angst en vrijheid

Naomi Jacobs spreekt in de film over een grondstemming die ze ervaart en omschrijft als ‘angst voor je eigen vrijheid’: het onbepaalde grote niets. Dit is een angst die volgens haar veel twintigers ervaren, een angst om de goede keuzes te maken terwijl de verwachtingen zo hoog zijn. Je kunt in deze tijd toch alles doen wat je wil? Angst en vrijheid zijn volgens haar twee zijdes van dezelfde munt. Vrije momenten zijn de momenten waar een ‘schilletje angst’ omheen zit, waarbij je over een drempel moet, waar iets onzekers omheen zit. Zelf haalt Naomi veel inspiratie uit de negentiendeeeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard. Door zijn gedachtegoed te bestuderen en er zelf over na te denken, concludeert ze dat je je angsten moet leren kennen en leven in het moment. Aan de ene kant moet er ruimte zijn voor dingen die je overkomen, terwijl je aan de andere kant het lef moet hebben om zelf keuzes te maken.

Foto: Carlos Luna (cc)

Handlangers van Google, dat zijn wij

De digitale wereld is bijna alomvattend. Tussen jou en je vrienden zit Facebook en Whatsapp. Tussen jou en je muziek zit Spotify. Tussen jou en wat je leest en kijkt, zitten Amazon, Bol.com, Blendle en Netflix. En Google zit als grootste speler op dit terrein tussen jou en wat je zoekt, wilt weten, inplant, waar je heen gaat en hoe je daar komt.

Hans de Zwart, directeur van Bits of Freedom, laat ons voelen hoe diep we ons in het virtuele bevinden tijdens de eerste Privacyrede die SETUP samen met Studium Generale organiseerde.

Sporen die we online achterlaten zijn moeilijk uitwisbaar. Alles lijkt traceerbaar. En het is lang niet alleen de overheid die we moeten wantrouwen. Meestal zijn het juist commerciële bedrijven die onze gegevens bewaren en geïnteresseerd zijn in waar we ons geld uitgeven. Het doel is niet te zien wat we doen, maar ons gedrag te voorspellen. Het verzamelen van data en het opstellen van profielen is de sleutel daartoe. Maar de hoofdrolspeler in het surveillancecircus, dat zijn we zelf.

Googles ogen, oren, handen en voeten

De Zwart noemt veel voorbeelden van manieren waarop we zelf bedrijven als Google en Amazon helpen de controle te vergroten. Google Maps gebruikt satellietfoto’s. Google Streetview gebruikt auto’s met camera’s. Google Glass gebruikt jou voor de plekken waar de satellieten en auto’s niet kunnen komen. In cafés, winkels of bij mensen thuis.

Foto: Mark B. Schlemmer (cc)

letit ed si tiD

COLUMN - Richelle Boone is uitgekozen tot beste columnist van de cursus wetenschapsfilosofie Creativiteit. Lees hier haar winnende column over experimenteren in kunst en wetenschap.

Het het beGin, dit isssss het begin heT begin is dit begininin dit dit dit begin hhhet begin IS. Opening openingSzin opening aanvanggggg! Jeeee leeSt leest je leeeeest de inleiding dE inleiding inleiiiding.

Mooie experimentele titel en inleiding, hè? Hartstikke vernieuwend en origineel! Echt creatief! Of toch niet? Nee. Hier is geen ‘echte’ creativiteit aan te pas gekomen. Geen mysterieuze ingevingen of dagenlange overwegingen. Geen geschuif en gewissel. Ik deed zomaar wat, binnen twee minuten was het getypt. Nee, ik maakte deze titel en inleiding niet omdat het me zo’n goed, vernieuwend, creatief idee leek, maar puur om experimenteel te zijn. Experimenteren om het experimenteren, deze inleiding is daar niet het enige slachtoffer van.

Begrijp me niet verkeerd, met experimenteren op zich is natuurlijk niets mis. Maar het gaat om de motivatie die erachter zit. Experimenten om een theorie te testen of om iets nieuws proberen te ontdekken zijn prachtig. Maar experimenten om alleen maar te laten zien hoe origineel en creatief je wel niet bent, zijn dat niet.

Geniaal of geklungel?

Foto: Brett Davies (cc)

Vriendschap: altruïsme of egoïsme?

COLUMN - Een bekende Utrechtse volkszanger caféhouder en politicus is, zoals bekend, al jaren geleden teleurgesteld geraakt in vriendschap; het is volgens hem niets meer dan een illusie of een droom. Hij is bepaald niet de enige die een dergelijke teleurstelling verwoord heeft; denk bijvoorbeeld aan Voskuils Bij nader inzien, dat uiteindelijk hetzelfde zegt, maar daar iets meer woorden voor nodig heeft.
Eigenbelang

Het gesignaleerde probleem zal voor een ieder herkenbaar zijn: vriendschap (dat wil zeggen: stil en ongedwongen alles voor een ander doen), dat klinkt leuk, maar kan uiteindelijk niet op tegen de fundamenteel egoïstische krachten in ons. Als puntje bij paaltje komt, kiezen wij allemaal toch voor het eigen genot, het eigen voordeel, het eigen geluk.

Met andere woorden, vriendschap heeft slechts een instrumentele waarde – als het bijdraagt aan ons geluk, prima, maar als dat geluk op een andere manier bereikt kan worden, laten we onze vrienden direct vallen. We kunnen natuurlijk zeggen: dat is dan helemaal geen vriendschap, want echte vrienden cijferen juist zichzelf weg ten bate van de ander. Ware vriendschap zou zich dan kenmerken door altruïsme, waarbij we de belangen van de vriend dus zwaarder laten wegen dan ons eigenbelang.

Maar bestaat zoiets eigenlijk wel? Zijn wij werkelijk in staat om het goed van de ander te verkiezen boven ons eigen goed? Velen zijn hier sceptisch of zelf cynisch over, en zien zogenaamd altruïsme als niets anders dan beter of slechter verholen eigenbelang. Ik geef aan giro 555, maar toch vooral om mij goed over mezelf te voelen (en om daar op filosofische avonden goede sier mee te kunnen maken), en ik help mijn vriend met het verplaatsen van z’n koelkast opdat hij daarna niet kan weigeren mij te helpen verhuizen.

Foto: MPD01605 (cc)

Europa en de betrokken burger: een kwestie van gezond boerenverstand

COLUMN - Waarom zijn steeds minder mensen tevreden over de EU? Zijn we allemaal eurosceptici geworden of is er iets anders aan de hand? Femke van Esch denkt dat laatste.

De steun voor Europese eenwording is in de afgelopen jaren flink gedaald in Nederland. Niet dat we ooit in grote getale naar de Europese stembus gingen. Maar decennialang kwam Nederland als een van de grootste aanhangers van Europa uit de bus als het ging om steun voor en vertrouwen in de EU. Sinds een aantal jaar zien we een grote verandering in deze trend. Afhankelijk van wie je het vraagt en hoe je het vraagt is 33 tot 45% van de Nederlanders tevreden over de EU en 26 tot 37% niet.

Wat is er aan de hand? Wat verklaart de dalende cijfers? Allereerst is wat relativering op zijn plaats. Niet alleen is de liefde tussen de Nederlandse burger en Europa bekoeld, ook het vertrouwen in de Nederlandse politiek heeft in de afgelopen jaren een flinke knauw gehad. Den Haag, de Tweede Kamer, politieke partijen, we zijn er een stuk sceptischer over dan in de vorige eeuw. Deels is de dalende steun voor Europa dus simpelweg een sign-of-the-times.

Daarnaast stellen wetenschappers dat de Nederlandse steun voor Europa nooit ‘werkelijke steun’ maar een zogenaamde permissive consensus was: het oogluikend toestaan van wat er in Brussel gebeurde. De EU als abstract eliteproject waar we weinig last van hadden, en waar we ons dus simpelweg niet druk om hoefden te maken. De heren en dames politici sloten zich zo nu en dan eens gezamenlijk op in een vreemdvormige kantorenflat in Brussel, en wij gingen gewoon met de broodtrommel onder de snelbinders naar het werk. Met andere woorden: iedereen deed waar’ie voor betaald werd en wat er uitkwam zagen we ‘s avonds wel voorbijkomen in het journaal.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Respect voor de rechter

OPINIE - Het recht is geen onpersoonlijke natuurwet, maar een bouwsel gestoeld op morele idealen, die eindeloos multi-interpretabel zijn. En dus is ook de rechtsspraak niet objectief, vindt Jurriën Hamer.

Toen ik niet zo heel lang geleden rechten studeerde en fantaseerde over wat ik later wilde worden, dagdroomde ik weleens over het zijn van een rechter. In mijn verbeelding verscheen ik als een krachtig magistraat, die met verstandige besluiten, scherpe taal, priemende ogen en inspirerende argumenten recht sprak en de goede orde handhaafde. Tot mijn ontnuchtering leerde ik al snel dat de meeste in de realiteit rondlopende rechters meer streefden naar een heel ander ideaalbeeld dan de wijze man: het ideaalbeeld van de onvermijdelijke natuurwet.

Idealiter is de Nederlandse rechter namelijk geen individu met specifieke morele opvattingen, maar een representant van de Nederlandse rechtsorde, in elk relevant opzicht exact hetzelfde als alle andere Nederlandse rechters. Het parlement, gelijk een schepper van de natuur, creëert middels wetten de samenleving, en die onvermijdelijke orde dient simpelweg begrepen en toegepast te worden, in plaats van door individuele rechters aangepast en bepaald. Voor zover er hiaten blijken te zijn in de wet, vult ‘de rechter’ deze hiaten met uitspraken die dezelfde onvermijdelijke logica dienen te hebben als de oorspronkelijke wet zelf.

Wellicht is het dit natuurwetenschappelijke ideaalbeeld dat rechters de neiging geeft zich zo onpersoonlijk mogelijk op te stellen, en in de motivering van beslissingen van de bespreking van feiten in één klap over te gaan naar de juridische conclusie, alsof er eigenlijk maar één evidente uitslag mogelijk was. Het is wellicht dit ideaalbeeld dat rechters doet schuilen achter mystieke slagzinnen zoals ‘naar de omstandigheden van het geval’ en ‘naar redelijkheid’, frases waar het hoofd van menig filosoof flink van zou gaan tollen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Psychiatrie en maatschappij zijn onlosmakelijk verbonden

ACHTERGROND - Er is een toename aan kinderen die ADHD-medicatie gebruiken, er zijn steeds meer twintigers met een burn-out en ‘Nederland is het depressiefste volk van Europa’. Als je de berichten mag geloven, neemt het aantal psychiatrische diagnoses toe. Is dat inderdaad zo en waar komt die toename dan vandaan? Wordt de samenleving steeds ingewikkelder of mogen we gewoon niet meer ongelukkig zijn?

In de lezingenserie ‘Waanzin’ onderzochten we de scheidslijn tussen normaal en abnormaal. Wat is oorzaak en gevolg bij mentale aandoeningen? Acht sprekers uit verschillende disciplines lieten hun licht schijnen op trends in de psychiatrie en maatschappij.

Geluk en ongeluk

Volgens de Belgische psychiaters Dirk de Wachter en Paul Verhaeghe heerst er tegenwoordig ‘een taboe op ongelukkig zijn, wat veel psychische druk met zich mee brengt’. Zou dat mentale problemen kunnen veroorzaken?

Onzin, volgens prof. dr. Paul Schnabel (Universiteitshoogleraar, UU). Nederlanders zijn, als je het hen zelf vraagt, voor het overgrote deel ‘gelukkig’ tot ‘zeer gelukkig’, zo blijkt uit cijfers.

Toch heeft deze geluksbeleving op het persoonlijke vlak niks te maken met de medische consumptie, aldus Schnabel. Een klein deel van de bevolking heeft psychische stoornissen, zoals angsten, depressies of psychoses waarvoor men naar tweedelijns gezondheidszorg stapt. Daarnaast is er een grote groep mensen die met prangende vragen zitten over identiteit, sociale contacten, carrière en de liefde. Zij zoeken daarvoor hulp bij coaches en consultants. Dat is overigens wel een iets van de laatste decennia.

Foto: carnagenyc (cc)

Met liegen is niets mis

ACHTERGROND - Stel je voor: aan je deur staat een man met een pistool die vraagt waar je beste vriend zich bevindt. Jij weet dat deze bij jou thuis schuilt. Hij is bang om gedood te worden. Moet je de man aan de deur vertellen dat je beste vriend bij jou op de bank zit? Of mag je tegen hem liegen en zeggen dat je vriend tien minuten geleden vertrokken is naar zijn eigen huis?

Beschuldigen

Het negende gebod geeft een duidelijk antwoord op bovenstaande vraag: ‘Gij zult geen valse getuigenis afleggen.’ Dat betekent dat je de persoon aan je deur netjes moet vertellen dat degene die hij zoekt bij jou op de bank zit. Lange tijd is het gebod zo rechtlijnig geïnterpreteerd. Liegen was minstens net zo slecht als tegen het geloof in God ingaan, zo vertelt prof. dr. Maarten van Buuren in de serie ‘10 geboden revisited‘. Het gebod is namelijk ooit ingesteld om mensen te kunnen bestraffen, in dit of in een volgend leven. Dit was noodzakelijk omdat er geen duidelijke rechtsorde bestond. Daardoor kon iedereen elkaar valselijk beschuldigen. Dat is natuurlijk geen ideale basis voor een samenleving.

Moreel neutraal

In de zeventiende eeuw veranderde het perspectief op dit gebod. Hugo de Groot bracht toen een nuance aan. Soms is het geoorloofd om onwaarheid te spreken. Je bent de waarheid alleen aan diegenen verschuldigd die daar recht op hebben. Iemand die aanbelt en vraagt naar je vriend is, met het doel hem om te brengen, heeft dat recht natuurlijk niet. En dus is in zo’n geval liegen toegestaan.

Foto: Patrick Bouquet (cc)

Lieve apen

ACHTERGROND - Is empathie voor apen een bewuste keuze of een geautomatiseerd proces? En hoe zit dat dan eigenlijk bij de mens? En wat is eigenlijk het nut van empathie?

Prof. dr. Frans de Waal is een graag geziene gast bij Studium Generale. Hij laat zich niet meevoeren door de ‘onderzoekswaan van de dag’ en schrikt er niet voor terug om baanbrekende hypotheses op te stellen. Zo was hij één van de eersten die durfde te stellen dat mensen en apen overeenkomen qua gedrag. Maar waarin lijken wij dan precies op elkaar?

De Waal heeft met zijn onderzoeken aangetoond dat mensapen een vorm van empathie kennen. Hij voerde een aantal spraakmakende experimenten uit. Een aspect van deze empathie is bijvoorbeeld het kopiëren van lichaamsgedrag. De Waal en zijn onderzoeksgroep toonden aan mensapen filmpjes van gapende apen, en die werkten op hen aanstekelijk.

Daarnaast herkent hij troostgedrag bij zijn primaten. Als een vrouwtjesaap is gebeten door een andere aap uit de groep en krijsend wegvlucht, springt een andere aap op haar af om haar even flink te omhelzen. Uit andere experimenten bleek dat mensapen (maar ook olifanten) in staat zijn tot samenwerking, zelfs als ze daar niet allebei baat bij hebben. Eén experiment, dat al in 1930 plaatsvond, laat zien hoe de ene aap de andere helpt om voedsel binnen te halen door tegelijk met hem aan een touw te trekken. Hij heeft daar eigenlijk niet zoveel zin in, want hij heeft net zelf al lekker gegeten. De andere aap weet echter, op een voor ons herkenbare manier, te zorgen dat de onwillige aap toch meedoet.

Foto: Aaron van Dorn (cc)

Bezeten van bezit

ACHTERGROND - ‘Gij zult niet stelen’ is een duidelijk gebod. Het is lekker kort, en volstrekt duidelijk. Eigendom is heilig. ‘Lag het maar zo simpel…’ verzucht prof. dr. Hans Achterhuis tijdens de achtste lezing in de reeks 10 geboden revisited. Want wanneer ben je nu eigenlijk een dief, en wanneer niet? Sinds de bankencrisis is een grote verontwaardiging opgerezen over de manier waarop bankiers zichzelf ongestraft kunnen verrijken ten koste van anderen. Maar wat ze doen is geen stelen, of toch?. Het idee van diefstal veronderstelt een bepaalde definitie van bezit, en dat is er een die in de loop van de tijd veranderd is. Daarom, het achtste gebod opnieuw bekeken.

Eerlijk zullen we alles delen

Achterhuis legt uit dat het gebod in de zesde eeuw voor Christus eigenlijk precies het omgekeerde betekende van onze hedendaagse opvatting. Eigendom was in het oude Israël niet absoluut: de vrucht van de aarde was voor iedereen gezamenlijk geschapen. Daarom hadden arme mensen, als ze hongerig waren, ook het recht om de door de velden van de rijken te struinen en te eten wat ze nodig hadden. Dat zie je ook terugkomen in het Bijbelverhaal van Ruth en Naomi, die tijdens hun reizen leven van andermans akkers. De rijke persoon die alles voor zichzelf hield, die was schuldig aan diefstal. De rijke handelaren en grootgrondbezitters werden zo door dit gebod gewezen op de verantwoordelijkheden die hoorden bij hun eigendom.

Terug naar de meent

Foto: Nancy Verkooijen (cc)

Burgerschap? Dat doe je thuis maar!

OPINIE - Na de gemeenteraadsverkiezingen, mogen we vandaag weer naar de stembussen voor de Europese verkiezingen. Maar burgerschap is meer dan eens in de vier jaar stemmen. De universiteit zou veel meer kunnen bijdragen aan burgerschapsvorming.

Een paar weken geleden werd ik geïnterviewd door een student van een Belgische universiteit die een vergelijkende landenstudie deed naar burgerschapsvorming en de rol van de universiteit. Hij was begonnen bij de faculteiten, maar werd door veel mensen doorverwezen naar Studium Generale. Die doen aan burgerschap, wij geven onderwijs in ons vak, stelden de geïnterviewden.

Verzuiling

Erkenning voor het belang van Studium Generale dus, maar is burgerschap niet iets wat in het hele onderwijs thuishoort? De student viel het op als typisch Nederlands. En dat is ook mijn ervaring. In Nederland blijkt het moeilijk om aandacht te vragen voor dingen die extra zijn, naast werk of studie.

Volgens mij een restant van de verzuiling: toen ik studeerde volgde ik het vak toekomstverkenning en beleid, van de toenmalig voorzitter van de WRR, Theo Quené. Hij vertelde dat Nederlanders veel minder dan anderen buiten het werk omgingen met collega’s en dat je het niet echt had over waarden, over wat jou bewoog. Dat deed je met mensen uit je eigen zuil. Na het werk fietste je naar huis en oefende je hobby’s uit in een clubje, niet per se van de kerk, maar wel van een bepaalde signatuur. Zo was het ook toen ik opgroeide. Zelfs met godsdienstles op de middelbare school werden we opgesplitst naar godsdienst. Nederland werd bij elkaar gehouden door het er samen op school of op het werk ‘niet over te hebben’.

Vorige Volgende