Jan Paul van Soest

75 Artikelen
20 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Duurzaam onderlangs of bovenover?

Het is een decennia oude discussie: moeten de veranderingen naar duurzaamheid van onderop plaatsvinden (bottom-up), of juist bovenover (top-down)? Allebei, ja – dat is een gemakkelijk antwoord, maar ook onbevredigend: volgens welk mechanisme dan?

Rebound-effect:
energiezuinige verlichting zorgt voor
lagere prijzen per lumenuur, met
als gevolg: groei van het verbruik,
o.a. in de tuin.

De huidige tijdgeest is duidelijk: alle energie gaat naar ‘onderop’. Het wemelt werkelijk van de meest fantastische initiatieven. Een beetje wethouder durft zijn collega’s niet meer onder ogen te komen zonder plannen voor een eigen duurzaam energiebedrijf in de achterzak. Een beetje bedrijf onderzoekt minstens vijf business-cases tegelijk om te verduurzamen. De nieuwe media dienen de sociale entrepreneurs met de snelheid van het licht. Overal en nergens worden plannen voor duurzame energie ontwikkeld: zonnecellen, windturbines, biogas. Aan initiatieven geen gebrek. Aan het enthousiasme zal het, gelukkig, niet liggen.

Maar wie druk doende is duurzaam, klimaatneutraal, energieneutraal en maatschappelijk verantwoord te ondernemen, kan makkelijk het zicht op het grotere geheel uit het oog verliezen. Begrijpelijk: de aandacht moet nu eenmaal uitgaan naar de tijdige levering van apparatuur, naar de financiering van de toenemende voorraden, naar de verbetering van de omvormer die gelijkstroom in wisselstroom omzet, of andere praktische zaken die de ondernemer of projectontwikkelaar nu eenmaal moet organiseren. Hoe het eigen handelen doorwerkt in een groter systeem is dan even niet aan de orde.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

We moeten praten over kernenergie, zeker na ‘Japan’

De problemen met de kerncentrales in Japan laten zien dat gebeurtenissen met een zeer kleine kans toch kunnen plaatsvinden. Hoewel dat rationeel al duidelijk was, is het toch emotioneel confronterend als het daadwerkelijk gebeurt. In verschillende landen om ons heen, Duitsland voorop, klinkt de roep om herbezinning op de bijdrage van kernenergie in de toekomst. De EU wil een ‘stresstest’ voor alle reactoren in Europa. Ook al zijn er in Nederland geen aardbevingen en tsunami’s, een kans betekent dat iets kan, en er zijn verschillende andere redenen ook in Nederland de toekomstige rol van kernenergie in de brandstofmix kritisch te bekijken. Het goede nieuws is: er is alle tijd voor een heroverweging. In Nederland wordt zoveel nieuw elektrisch vermogen gebouwd, dat er voor stroom uit nieuwe kerncentrales voorlopig toch amper ruimte is op de markt.

De vraag of er nieuwe kerncentrales in Nederland zullen komen hangt sterk af van de keuzes die de overheid maakt. De opstelling van de overheid is echter paradoxaal. Aan de ene kant is er in de energiesector marktwerking ingevoerd, stelt de overheid slechts de voorwaarden vast en bepalen marktpartijen welke technologieën daaraan voldoen en in hun strategie passen. Aan de andere kant kiest het kabinet uitdrukkelijk voor kernenergie, en rolt het de loper voor investeerders uit. Minister Verhagen van EL&I heeft zelfs andere besluiten van kernenergie afhankelijk gemaakt: CO2-afvang en –opslag onder land is pas bespreekbaar als er een vergunning voor een kerncentrale is. De overheid wil dus én markt én heeft eigen voorkeuren. Deze dubbele pet is niet bevorderlijk voor het vertrouwen in een neutrale rol van de overheid: de voorvechter van kernenergie, de minister van EL&I, is tevens degene die de vergunningen verleent en de randvoorwaarden stelt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoog tijd voor klimaatalarmisme

Door de niet aflatende ijver van de ‘klimaatsceptici’ en de verschuiving van het politieke zwaartepunt, is klimaatverandering zo goed als van de Haagse agenda verdwenen. In het kielzog daarvan zijn ook andere milieu-issues zo goed als uit beeld verdwenen, en is het natuurbeleid in een paar weken tijds ontmanteld. Wie in dit maatschappelijke en politieke klimaat zegt dat hij zich zorgen maakt over de teloorgang van de natuur, de schade van milieuvervuiling, en de risico’s van klimaatverandering, krijgt meteen een label opgeplakt. Linkse hobbyist. Subsidieslaaf. Hoaxer. Dat soort werk. En als het over klimaatverandering gaat: alarmist.

Bij de eerste de beste sneeuwbui galmt hoongelach in Telegraaf en Elsevier, op blogs en fora, en zelfs in NRC-Handelsblad in de columns van Martin Bosma: sneeuw! Zie je wel! Klimaatverandering is een leugen! Wie denkt dat de situatie in Nederland gepolariseerd is, help ik graag uit de droom. Kijk vooral naar de doorgaande stroom aanvallen op de klimaatwetenschap en klimaatwetenschappers in de Verenigde Staten. Zo bezien staan we in Europa nog maar aan de vooravond van The Age of Skepticism, waarin industriële lobby’s, marktideologische goeroes, religieuze fundi’s en naïeve hobbyisten een onvoorstelbaar pact zijn aangegaan.

Sinds eind 2008 De Aarde heeft Koorts verscheen (uitg. Ten Hove, Engelse vertaling Earth Fever, uitg. Cosimo, 2010), volg ik zowel de sceptische gemeenschap als de klimaatwetenschap tamelijk intensief. Het beeld dat uit studies van de afgelopen jaren, zeg maar na het vorige IPCC-rapport van 2007, naar voren komt is, ik kan het niet anders zeggen, schokkend. Nog schokkender is dat hiervan amper iets in de mainstream-media doorklinkt. Mijn vermoeden is: doordat er een maatschappelijk en politiek taboe op klimaatkennis is ontstaan, dat doorwerkt in de nieuwsselectie.

Vorige