Sociale Vraagstukken

293 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Youtube (uitzending RTV Utrecht, 27 september 2024)

Asielzoekers en statushouders als pseudoburgers

ANALYSE - door Jaco Dagevos

De kabinetsmaatregelen dempen de integratie en participatie van asielzoekers en statushouders. Het gevaar dreigt dat dit een categorie pseudoburgers creëert, vindt hoogleraar Jaco Dagevos. Waar gaat het naartoe met het participatiebeleid voor asielzoekers en statushouders?

In politieke en maatschappelijke discussie weinig aandacht voor de implicaties van het voorgenomen kabinetsbeleid voor de participatie van asielzoekers en statushouders die al in Nederland verblijven. Dat terwijl de voornemens van het kabinet rond de participatie van asielzoekers en statushouders ingaan tegen de positieve ontwikkelingen die er de laatste jaren zijn geweest. De discussie gaat vooral over het terugdringen van de (asiel)migratie. Men kan van mening verschillen over de omvang van de migratie en de noodzaak om daar wat aan te doen, maar los daarvan is het belangrijk om te stimuleren dat asielzoekers en statushouders de Nederlandse taal leren en aan het werk kunnen gaan.

Meer aandacht voor participatie

In de afgelopen jaren zijn er twee maatregelen genomen die meer ruimte bieden voor de participatie van asielzoekers in ons land. Eind 2023 werd de 24-weken-eis afgeschaft. Dit betekent dat asielzoekers het gehele jaar mogen werken. Dit was het resultaat van jarenlange adviezen vanuit de wetenschap en van maatschappelijke organisaties en werkgevers. Een door een werkgever aangespannen rechtszaak gaf uiteindelijk de doorslag. En met succes: kort na het afschaffen van de 24-weken-eis nam het aantal aan asielzoekers afgegeven werkvergunningen snel toe.

Foto: Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0 Debat over geweldsincidenten Amsterdam

Hoe kabinet moslims en joden tegen elkaar uitspeelt

OPINIE - Historicus Leo Lucassen laat zien dat islamitische en joodse Nederlanders eenzelfde soort integratiegeschiedenis hebben. Dat politici ter rechterzijde hen naar aanleiding van de recente Amsterdamse rellen tegen elkaar uitspelen, is volgens hem op z’n minst wrang te noemen.

Terugkijkend op de giftige cocktail van Israëlisch hooligangeweld, anti-Arabisch racisme en de Amsterdamse tegenreactie, vermengd met antisemitisme, valt vooral op dat politici ter rechterzijde de gebeurtenissen aangrijpen om de discussie over integratie die een kwart eeuw geleden woedde weer nieuw leven in te blazen.

Alsof er sinds Rob Oudkerks ‘kutmarokkanen’ in 2002 niets is veranderd

En dan met name die van Amsterdammers met Marokkaanse roots. Alsof we terug tuimelen in de tijd en er sinds Rob Oudkerks ‘kutmarokkanen’ in 2002 niets is veranderd. Dat dat een grote misvatting is, valt te lezen in het laatste integratierapport (2024) van het CBS. Het rapport laat zien dat met name nakomelingen van Marokkaanse en Turkse gastarbeiders onverwacht grote sprongen hebben gemaakt als het gaat om onderwijsniveau, arbeidsmarkt, terwijl de criminaliteit al jaren gestaag daalt.

Onverwachte sociale stijging

Onverwacht, omdat het startpunt van hun vestigingsproces verre van gunstig was. De gezinshereniging aan het einde van de jaren zeventig viel immers samen met een lange economische recessie die met name de bedrijfstakken trof (de textiel, de scheepsbouw) waar veel ‘gastarbeiders’ voor geworven waren. Vaak geconcentreerd in de slechte wijken van de grote steden, veel vaders – geselecteerd op lage scholing – werkloos en de taal gebrekkig meester, waren de vooruitzichten bepaald niet rooskleurig.

Foto: Thirdman, via Pexels.

Morele nood sociaal werkers onder radicaal rechts

ESSAY, LONGREAD - door Thomas Kampen

Veel sociaal werkers tonen een gespleten loyaliteit bij moeilijke morele keuzes. Hoe reageren zij als radicaal rechts beleid hun morele integriteit onder druk zet? Volgens hoogleraar Thomas Kampen helpt een robuuste kennisbasis tegen radicale invloeden en populistisch gedachtegoed.

Door de komst van het nieuwe kabinet komt het sociaal werk in nieuw vaarwater terecht. De plannen van dit kabinet verhouden zich op onderdelen moeizaam tot de kernwaarden van het sociaal werk, zoals het waarderen van diversiteit en gelijke toegang tot ondersteuning. Dat zien we bijvoorbeeld aan de beëindiging van de bed-bad-broodregeling per 1 januari 2025. Gemeenten vrezen dat veel mensen daardoor op straat zullen belanden.

In onmogelijke situaties ontstaat morele nood: geen enkele oplossing doet recht aan alle morele verplichtingen

Als zij voor een slaapplek aankloppen bij sociaal werkers kan dat bij hen leiden tot morele nood. Volgens de regels kunnen zij uitgeprocedeerde mensen niet onderbrengen in de reguliere opvang, maar mensen tegen hun zin op straat laten slapen, strookt niet met de kernwaarden van het beroep. Dan ontstaat wat Bernardo Zacka (2017) een ‘onmogelijke situatie’ noemt: een situatie waarin beleid haaks staat op beroepsidealen. In onmogelijke situaties ontstaat morele nood omdat er geen enkele oplossing is die recht doet aan alle morele verplichtingen. Deze druk op de morele integriteit van sociaal werkers resulteert in gevoelens van frustratie, schuld en machteloosheid.

Foto: Waitress, photo Andrea Piacquadio, via Pexels.

Strijd tegen platformisering is zaak van ons allen

De vakbonden FNV en CNV voeren al jaren actie tegen de platformisering van werk. Universitair hoofddocent Sociaal Recht Anja Eleveld en onderzoeker Erik Wesselius vinden dat de overheid meer moet doen. Ook de werkgevers mogen niet achterblijven.

Ongeveer twee jaar geleden startten de vakbonden FNV en CNV een rechtszaak tegen Temper. De rechtbank Amsterdam oordeelde onlangs dat mensen die voor platform Temper werken, vooral in de horeca, géén uitzendkrachten zijn.

De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken

Het vonnis van de rechter betekent dat deze horecawerkers zich zelfstandige of zzp’er mogen blijven noemen. Maar dat houdt ook in dat zij niet, zoals werknemers in loondienst, bescherming genieten onder het arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.

De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken. Die uitspraak kan nog jaren op zich laten wachten. Maar zelfs dan is het nog maar de vraag of alle mensen die via een platform in de horeca werken, zullen worden gekwalificeerd als werknemer (of uitzendwerknemer). De nasleep van een eerder door de vakbonden gewonnen zaak, tegen het platform Deliveroo, doet anders vermoeden. Maaltijdbezorgers die via het platform Uber Eats werken, worden bijvoorbeeld nog steeds aangemerkt als zzp’er.

Ongewenst

Platformisering in de horeca heeft ongewenste gevolgen, met name voor de onderlinge solidariteit. Dat blijkt ook weer uit ons recente onderzoek.

Foto: Rijksoverheid, foto Martijn Beekman

Hoe politici kiezers overtuigen op ze te stemmen

ONDERZOEK - door Maaike Homan

Volgens psychologisch onderzoek zijn mensen uiterst vatbaar voor de emoties van anderen. Emotionele uitdrukkingen geven immers informatie over hoe de persoon zich voelt, en wat zijn intenties zijn. Daarnaast kunnen de emoties die we waarnemen bij anderen ook besmettelijk zijn, ze roepen soortgelijke emoties bij ons op.

Psychologen zeggen dat de emoties van anderen onze meningen en beslissingen beïnvloeden. De vraag hier is of deze psychologische processen ook werken in de politiek. Met andere woorden, zijn we vatbaar voor de, al dan niet gespeelde, emoties van politici.

Lachwekkend

Uit onderzoek blijkt dat onze reactie op de emoties van bekende politici sterk afhangt van onze politieke voorkeur. In verschillende experimenten heb ik de activiteit in de gezichtspieren en hersenen gemeten, terwijl proefpersonen emoties van politici waarnemen.

Zodra we iemand zien lachen, gaan we zelf ook lachen

De belangrijkste bevindingen op een rij, bieden ons de volgende inzichten.

Ten eerste roept alleen al het zien van een bekende politicus, los van onze politieke sympathieën, sterke maar onbewuste emotionele reacties op. Daar hoeft deze niets voor te doen.

Ten tweede blijkt onze politieke lens te bepalen hoé we op de emoties van bekende politici reageren. Normaal gesproken zijn de emoties van anderen besmettelijk. Zodra we iemand zien lachen, gaan we zelf ook lachen. Ook de proefpersonen in mijn onderzoek spiegelden de emoties van andere individuen. Bij het zien van bekende politici gebeurde er echter iets anders.

Foto: Andrea Piacquadio, via Pexels

Jongvolwassenen zeggen ‘nee bedankt’ tegen flexwerk

ONDERZOEK - Flexwerk komt het vaakst voor onder mensen jonger dan 35 jaar. Lin Rouvroye toont in haar proefschrift aan dat jongvolwassenen hier niet uit zichzelf voor kiezen. Sterker nog, ze wijzen onzekere arbeidscontracten juist af.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt gegevens bij over het aantal flexibele arbeidsrelaties onder de beroepsbevolking. De meest voorkomende vormen van flexwerk zijn: een tijdelijk contract voor bepaalde tijd (al dan niet met ‘uitzicht op vast’), een arbeidsovereenkomst via een uitzendbureau en een oproepcontract zonder een vaststaand aantal werkuren. Van de werkenden jonger dan 35 jaar had in 2023 iets meer dan de helft, 51 procent, een flexibel contract. Daarnaast werkte 8 procent van hen als zzp’er.

Je loopbaan beginnen met een flexibel arbeidscontract is in korte tijd een nieuwe norm geworden

Een flexibele start van het werkzame leven is een relatief nieuw gegeven. Figuur 1 toont het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie per leeftijd in jaren, uitgesplitst naar verschillende geboortecohorten. Van de mensen die tussen 1965 en 1970 zijn geboren, had iets minder dan een kwart (24 procent) op 23-jarige leeftijd een flexibel arbeidscontract. Van diegenen die tussen 1990 en 1995 geboren zijn, slechts een paar decennia later, had de meerderheid op 23-jarige leeftijd (56 procent) een flexibele arbeidsrelatie. Je loopbaan beginnen op basis van een flexibel arbeidscontract is dus in relatief korte tijd een nieuwe norm geworden.

Foto: Soumyadeep Paul (cc)

Maak stap naar rechter niet moeilijker voor belangenorganisaties

De nieuwe coalitie wil het voor ideële belangenorganisaties moeilijker maken om politieke besluiten bij de rechter aan te vechten. Ze zouden niet representatief genoeg zijn en het algemeen belang negeren. Volgens universitair docent Rowie Stolk hebben de coalitiepartijen het mis.

Als belangenorganisaties naar de rechter stappen – en dat doen ze al heel lang – is dat vaak over lokale kwesties. In het algemeen besteden de media er weinig aandacht aan. Dat is anders als grote maatschappelijke kwesties in het geding zijn, zoals de vluchtelingenopvangcrisis, de wooncrisis en de klimaatcrisis. De politieke ophef is vaak groot als Urgenda, Mobilisation for the Environment of Milieudefensie successen boeken in de rechtbank.

Representativiteit

Sterker nog, dat succes lijkt de hoofdreden te zijn dat de SGP halverwege maart van dit jaar opnieuw een motie indiende die de rechter verplicht voortaan extra eisen te stellen aan ideële belangenorganisaties die procedures aanspannen tegen de staat. Ook in het Hoofdlijnenakkoord (pagina 18) is een zin opgenomen over hun representativiteit.

Mensenrechten zijn er juist ook voor minderheden. Massa lijkt dan geen criterium

De vraag is of als een gerechtelijke uitspraak grote politieke gevolgen heeft, dat dan de eis rechtvaardigt dat een belangenorganisatie over voldoende massa moet beschikken. Het antwoord kan kort zijn: nee. Mensenrechten zijn er juist ook voor minderheden. Massa lijkt mij dan geen criterium.

Foto: NIAID (cc)

De vercookiesering van sociaalwetenschappelijk onderzoek

COLUMN - van Jos van der Lans

Zijn ze op de universiteit gek geworden, dacht cultuurpsycholoog en publicist Jos van der Lans toen hij voor een onderzoek een informed consent-formulier moest ondertekenen. Hij ziet er het zoveelste voorbeeld in van bureaucratie die creativiteit en eigen verantwoordelijkheid doodt.

Onlangs werd ik benaderd voor een interview door een buitenpromovendus van de Universiteit Twente over een onderwerp waar ik het nodige over heb geschreven. Aan zo’n eervol verzoek werk ik altijd mee. Een paar dagen voordat het interview zou plaatsvinden, ontving ik een mail met daarin bijgesloten een Informatieblad & Toestemmingsformulier Onderzoek.

Wat is dit voor bureaucratische flauwekul?

In het informatieblad werden doel en werkwijze van het onderzoek, de potentiële risico’s van het vraaggesprek, de vertrouwelijkheid van de gegevens en de vrijwilligheid van mijn deelname in anderhalf A-4tje uitgelegd. In het daaropvolgende toestemmingsformulier kon ik door het zetten van kruisjes toestemming geven dat het gesprek werd opgenomen, dat er een transcript van werd gemaakt, dat er citaten zouden worden gebruikt, dat mijn naam mag worden gebruikt, en dat de verzamelde informatie mag worden bewaard. Zowel de onderzoeker als ik moesten deze verklaring vervolgens ondertekenen.

Gek geworden

Wat krijgen we nu, dacht ik. Zijn ze in Twente gek geworden? Wat is dit voor bureaucratische flauwekul? Na enige navraag werd mij duidelijk dat bij álle universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten studenten, onderzoekers, promovendi die voor hun scriptie, these of onderzoek met mensen spreken met een informed-consent-formulier de boer op moeten.

Foto: Henley Design Studio via Pexels.

Niet naïef denken als heersers, maar als debutanten

De bijbelse traditie heeft ons wijsgemaakt dat we in Gods evenbeeld geschapen zijn en dat we daardoor de kroon op de evolutie vormen. Volgens hoogleraar filosofie Jan Bransen moeten we anders leren denken: niet als heersers, maar als debutanten.

Ons brein is het meest ingewikkelde en wonderbaarlijke orgaan dat het leven op aarde heeft voortgebracht. Dit orgaan stelt ons in staat de werkelijkheid te doorgronden en wetenschappelijk te verklaren. Wat kunnen wij anders zijn dan de voltooiing van het leven op aarde, een begeesterd leven dat – aldus de Duitse filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770 – 1831) – in de mens zijn zelfbegrip en zelfexpressie heeft bereikt.

Arrogant en agressief

Wat een zelfoverschatting. En wat onvoorstelbaar naïef voor een soort die pas net komt kijken, die niet meer is dan een prille debutant. Het zou van zelfkennis getuigen als wij erkennen dat we debutanten zijn op deze planeet die zich vertwijfeld zal afvragen waar ze ooit aan begonnen is. Waarom ze deze hufters überhaupt op aarde toegelaten heeft.

Alsof het menselijk bestaan slechts om onafhankelijkheid en invloed draait
Als arrogante, intimiderende en agressieve wezens hebben wij zonder enige gêne de planeet totaal in beslag genomen, zonder aandacht te hebben voor de aanspraak die andere levensvormen zouden kunnen maken op hun deel van de beschikbare ruimte. Alsof onze planeet, in de woorden van de Amerikaanse emeritus-hoogleraar taalkunde Noam Chomsky, niet meer is dan ‘een bodemloze hulpbron en een oneindige afvalbak’.
Foto: cottonbro studio via Pexels.com.

Betere bezetting woningvoorraad: goed voor jong en oud

Veel van de discussie over de woningmarkt gaat over meer bouwen. Maar er is volgens hoogleraar Marcel Canoy een betere manier om de markt te verbeteren: gebruik de bestaande voorraad efficiënter.

Veel ingewikkelde beleidsdossiers kennen complexe afruilen. In de zorg: hoe combineren we toegankelijkheid met betaalbaarheid en kwaliteit? Bij migratie: hoe zorgen we voor een balans tussen humaan beleid en nationaal draagvlak? Bij klimaat: hoe kunnen we als klein land een zinvolle en betaalbare bijdrage leveren aan een mondiaal probleem?

In de woningbouw is (praktisch) een win-win beschikbaar, eentje die heel veel kan opleveren

Bij al die dossiers leidt het kiezen van het een of het ander tot pijn ergens in de samenleving. Er zijn maar weinig complexe dossiers waar de magische win-win bereikbaar is: we gaan er als land op vooruit zonder dat iemand wezenlijk moet inleveren.

Beter benutten

Ook de woningmarkt kent vele dilemma’s. Wie geef ik voorrang bij het toewijzen van corporatiewoningen? Waar bouw ik wat eerst? Hoe ga ik om met de afruil tussen de behoefte aan grond voor woningbouw en natuur of recreatie? Hoe zorg ik dat nieuwe woningen gebouwd worden met inachtneming van stikstofregels? Allemaal verre van win-win.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Hoe links weer relevant kan worden

Wil links terrein terugveroveren, dan moet het allereerst ferm afstand nemen van het dominante xenofobische frame, betoogt hoogleraar Leo Lucassen. Met daarnaast de focus op grotere sociale gelijkheid, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en betere collectieve voorzieningen voor iedereen ongeacht achtergrond.

Eén van de vaak gegeven antwoorden is dat de electorale achterban van partijen als GroenLinks-PvdA en zeker D66 vooral is gaan bestaan uit hoger opgeleiden, door de Franse econoom Thomas Piketty wel als ‘Brahmin left’ aangeduid, en dat de traditionele arbeidersklasse heeft gekozen voor populistisch en extreem rechts.

PVV, BBB en NSC zouden de zorgen van deze ‘normale’ Nederlanders wel serieus nemen

En dat zou zeker gelden voor de ‘normale’ (Van der Plas) kiezers op het platteland, die zich in de steek gelaten voelen door ‘de Randstedelijke elite’ en hun voorzieningenniveau aanzienlijk hebben zien slinken. Anders dan de stedelijke bakfietsende en havermelk drinkende elite zouden partijen als de PVV, BBB en NSC de zorgen van deze ‘normale’ Nederlanders over migratie en de uitholling van de verzorgingsstaat namelijk wel serieus nemen.

Klopt dit wel?

Het is echter de vraag of deze aannamen wel kloppen. Zo is het idee dat de traditionele arbeidersklasse is overgelopen naar populistisch rechts en dat links dus zijn best moet doen om die terug te winnen door kritischer te zijn op migratie een misvatting, zoals politicoloog Cas Mudde al jaren betoogt. Daarnaast is het aandeel van ‘links’, met name van de PvdA, al sinds de jaren negentig sterk afgenomen. En is het bovendien moeilijk vol te houden dat (extreem)rechts in hoofdzaak een vluchtheuvel is voor de ‘verliezers van de globalisering’.

Foto: still uit 'Waarom vindt Claude het zo leuk om in het Frans te zingen' (Youtube)

Media moeten stoppen met stereotyperingen van vluchtelingen

De nieuwe Spreidingswet roept weerstand op. De voortdurende stereotypering van vluchtelingen in de media is hier een van de belangrijkste oorzaken van, betoogt onderzoeker Hanneke Felten van Movisie. Ze legt uit hoe dat werkt en hoe het anders kan.

Stereotypen worden vanuit de sociale psychologie beschreven als kenmerken die we aan een groep mensen toeschrijven (Vonk, 2013). Over het algemeen hebben we stereotyperende gedachten over groepen waar we zelf niet toe behoren, in de meeste gevallen zijn deze negatief.

Stereotypen en vooroordelen zijn een belangrijke voorspeller van discriminatie

Stereotypen zijn allesbehalve onschuldig. Als je bijvoorbeeld steeds opnieuw hoort dat een bepaalde groep mensen gevaarlijk is (of mensen uit die groep ziet op tv-beelden met onheilspellende muziek erbij), dan lopen de rillingen uiteraard over je rug. Stereotypen kunnen dus gepaard gaan met angst en angst is weer de motor van vooroordelen (zie bijvoorbeeld Stephan et al., 2005). Dat zijn negatieve gevoelens ten aanzien van groepen mensen zoals afkeer, walging of haat. Stereotypen en vooroordelen zijn daardoor een belangrijke voorspeller van discriminatie (Cuddy et al., 2007Dovidio et al., 2010).

Als ik ‘Bassie’ zeg, dan denken de meeste mensen automatisch aan ‘Adriaan’

Het venijnige van stereotyperende gedachten is dat vrijwel iedereen ze heeft en dat ze onbewust invloed kunnen hebben (Nordell, 2023). Stereotypen worden als het ware automatisch actief in je brein, aldus psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman (2012). Het zijn onbewuste associaties. Als ik ‘Bassie’ zeg, dan denken de meeste mensen automatisch aan ‘Adriaan’. Dat dit fictieve personen zijn die je nog nooit ontmoet hebt, maakt daarbij niks uit voor je brein. Je denkt aan ‘Adriaan’, óók als je daar helemaal niet aan wil denken.

Volgende