P.J. Cokema

1.332 Artikelen
178 Waanlinks
2.626 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
P.J. Cokema is het pseudoniem van Peter de Jonge. Hoewel geen fervent voorstander van pseudoniemen, toch deze internet-identiteit aangenomen, omdat er erg veel Peter de Jonges op het world wide web te vinden zijn.

Tot juli 2018 werkzaam geweest in de dak- en thuislozenopvang. Blogt sinds 9 januari 2006 op zijn eigen website Peterspagina (voorheen Codes, keuzes en maakbaarheid). Onder het pseudoniem P.J. Cokema voegde hij zich in 2008 als gastlogger bij GeenCommentaar, waar hij in mei 2011 toetrad tot de vaste groep redacteurs.

Na de fusie met Sargasso verzorgde hij sinds oktober 2011 de wekelijkse rubriek Kunst op Zondag, nu nog 1 tot 2 keer per maand. Daarnaast zijn binnenlands bestuur en de gezondheidszorg de belangrijkste aandachtsgebieden voor zijn artikelen.

Tevens initiatiefnemer van de Blogparel (tot 2014), de blogprijs voor stukjes die lezers eerst doen lachen en vervolgens tot nadenken stemmen.
Foto: Marcela (cc)

Kunst op Zondag | Rouw

Memento mori zou een notitie op uw ‘nog-te-doen’-lijstje kunnen zijn. Maar tegen beter weten in leven we als onsterfelijken en noteren we de dood pas als die zich aandient.

Waarschijnlijk denkt u er vooral pas aan als in uw omgeving mensen sterven. In mijn omgeving is het aardig raak, hetgeen me op piëtas en sterfbed bracht. En eerder op het Memento Mori als voorbereiding op het onvermijdelijke. Zo lang we leven kunnen we ons voorbereiden op ons overlijden.

Als het dan zo ver is, zullen veel nabestaanden het uiterst aangenaam vinden als je bij leven je overlijden een beetje op orde hebt. Van verklaringen over medische behandelingen bij terminale ziekten tot beschikkingen over voorkomen van uitzichtloos lijden. Van goed vindbare documenten en adressenlijstjes tot wensen aangaande kist, kaart en koffie.

Dan doet de rouw haar intrede.

Er is veel publieke rouw de laatste tijd. Bijvoorbeeld rond Eberhard van der Laan. In een radioprogramma van de NPO stelde AT5-hoofdredacteur Paul van Gessel dat veel mensen niet alleen om Van der Laan rouwen maar ook om het gemis van eigen dierbaren:

Mensen beginnen gelijk over hun eigen man die net is overleden. Op de een of andere manier maakt Van der Laan dit los, landelijk.

Closing Time | Zorg goed voor elkaar

Om een uitspraak van een net overleden burgemeester te parafraseren:

Gotta take care of each other
Gotta take care of each other

Tekst hieronder.

Scavenging with urgency, gotta get the best for me
Why am I in such a rush, I’ve already got too much

I could die in just a blink, sippin’ on my selfish drink
It didn’t matter anyway, nothing is here to stay

Closing Time | Triohattalaha

Folklore heeft zijn waarde als historisch erfgoed. Het wordt wel leuk als het evolueert. Kijk en luister hier hoe het duo Stimmhorn het Zwitserse culturele erfgoed (de alpenhoorn en jodelen) op een hoger plan trekt.

Wie Triohattalaha wil meezingen: hier de tekst.

Loin’ deo – Ah!
Wobbendidend’ loin’ deo.
Hmmmm, däää! – Hmmmm, däää!
(x2)
loin’ deo – Ah!
Wobbendiden’ loin’ deo.
hm’ deo – Ah!
Leyo – Wobbendiden’ loin,
(2x)
Eyoioioi – Lideleyn
Ah! Ah!
(x3)
Eyoioioi – lideleyn,
Wobbediden’ loin – Ahhhh!
Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum, Burrlibabedibababedibabum,
Burrli, Burrli, Burrli, Burrli, Burrli, Burrli,
Loin’ de! – Loin’ de!
(x2)
Uh Ahhhhhhhh!
Dalahab, dalaha, delahalalalala!
‘Hab, dalahab, dalahalalalala!
‘Hab, dalahab, dalahalalalala!
‘Hab, dalahab dalaalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalalala
Dalahab, dalaha!
Dalahab, dalaha!
Dalahab, dalahab, dahalalalala!
Didihi, didihi, didihidididididi!
‘Hab, dalaha!
Dalahab, dalaha!
Dalahab, dalahab, dalahalalalala!
Didihi, didihi, didihi, didihi, hidididididididi,
didihi, di, dui,
didihi, di, dui,
didihi, di, di, di,
‘hab, dalaha!
Hooaaaaaauu!
‘hab, dalaha!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!
Hooaauu!

Foto: Gandalf's Gallery (cc)

Kunst op Zondag| Sterfbed

In beeldende kunst is het doodsbed een genre apart, schreven we vorige keer. U zag toen piëtas: de armen van een moeder of van een geliefde vormen een laatste rustplaats voor de overledene.

Aanwezig zijn bij het sterven, de laatste adem, de eerste uren na de dood, de opbaring, het zijn geen unieke momenten, maar wel minstens zo bijzonder als het bijwonen van een bevalling. Dat laatste heb ik nooit meegemaakt, dat eerste al vaker en het is elke keer een totaal andere ervaring.

Het doodsbed, het sterfbed, is in de kunst ook niet uniek, maar wel met grote verschillen als het gaat om religieuze iconen en wereldlijke bekenden of gewone stervelingen. Het is een apart soort portretkunst. Zelden zie je een poging het sterfproces zelf uit te beelden. De emoties van de nabestaanden willen nog wel eens toegevoegd worden aan het intieme, verstilde doodsbed.

De maagd Maria is beslist niet eenzaam gestorven.
Caravaggio – De dood van Maria, 1605 – 1606.
cc Flickr Steven Zucker photostream Caravaggio, Death of the Virgin

Kindersterfte zie je tegenwoordig amper meer op schilderijen, maar vaker in persfoto’s. Het is de wereld nog niet uit. Bij  Matthijs van den Bergh lijkt het Jongetje op zijn doodsbed (1658) meer van een weldoorvoede, serene rust.

Foto: glasseyes view (cc)

Kunst op Zondag | Pietà

De dood ligt gevoelig. Het blijft bijzonder en het wil maar niet wennen. Van het moment dat je weet dat iemand niet lang meer heeft te gaan, langs de dagen of uren dat iemand steeds verder wegvalt, tot de eerste uren na het overlijden waarbij iemand in starre levenloosheid verandert, het is allemaal geen stof voor een alledaags praatje.

Terwijl we het allemaal toch meerdere malen meemaken. Kunst wil soms helpen het onbesprokene bespreekbaar te maken. Maar bij sterven en dood helpt dat weinig. Zoals ik al zei: het wil maar niet wennen. Elk heengaan is anders, dus er valt weinig over te veralgemeniseren.

In beeldende kunst is het doodsbed een genre apart. Met een groot verschil tussen dode religieuze iconen en wereldlijke bekenden. Gewone stervelingen zijn weer een verhaal apart.

In tegenstelling tot wat een enkele sekte beweert: Jezus is dood. Hij is een wrede dood gestorven en in kruisbeelden kan men daar niet genoeg van krijgen. Het verdriet over zijn heengaan is uitgebeeld in de vele pietàs. Waarlijk een ding tussen kunst…

Pietà van Michelangelo
cc Flickr Caleb and Tara VinCross photosteam Pieta Michelangelo

… en kitsch:
cc Flickr Jiuguang Wang photostream Pietà (Vesperbild) by 16th century sculptor of Tosco-Emiliano, Ca Rezzonico, Venice

Het aangrijpende van de pietà zit hem natuurlijk in dat beeld van de gestorvene die als een dode dweil in de armen van een dierbare ligt. Een beeld van liefde en verdriet. Het is een sterk beeld dat ontkerstend even indrukwekkend blijft. Jan Fabres variatie op Michelangelo’s pietà leidde in 2011 nog tot ophef op de biënnale van Venetië. Maria kreeg een doodshoofd, in haar armen lag een zelfportret van Fabre, met zijn hersens in zijn hand.

Foto: garlandcannon (cc)

Kunst op Zondag | Over vloed

We hebben hier ook wel eens last van een stormpje hier en een overstrominkje daar. En dan loopt er soms een museum onder water of raakt kunst beschadigd.
We hebben wel wat wateroverlast van betekenis gehad, hoor. Zo wordt nog tot 1 oktober de Kerstvloed van 1717 herdacht met een kunstroute langs de kust van Groningen. Met deelname van kunstenaars afkomstig uit hedendaagse vloedgebieden als Indonesië (zeebeving, 2004), Japan (tsunami, 2011) en de Verenigde Staten (Katrina flood, 2005).

Hoewel hier de regenbuien heftiger lijken te worden, zijn onze druppels toch niets vergeleken bij de orkaan Harvey en het rotweer dat er nog van na raast.

Op één museum na lijken de musea in Texas de orkaan goed doorstaan te hebben. Het Rockport Center for the Arts (RCA) heeft schade aan het gebouw en vermoedelijk ook aan wat kunstwerken opgelopen. Het plaatsje Rockfort is sowieso zwaar getroffen.

In Houston hebben de gebouwen van The Menil Collection het goed gehouden. Geen schade dus aan Rothko Chapel en de Cy Twombly Gallery.

We kijken even wat rond bij The Menil Collection, uiteraard op een moment dat er in de verste verte nog geen orkaan te zien was.

Foto: See-ming Lee (cc)

Kunst op Zondag | Humor

Net zo min als je in een museum zelden iemand in snikken ziet uitbarsten, zo weinig schalt er een bulderende lach door de zalen.

In de beeldende kunst is humor altijd aanwezig geweest en dankzij Dada en Fluxus is kunstzinige humor niet meer weg te denken. Maar je zal in een museum of galerie geen schaterlachende menigten tegenkomen.

Tot 10 september kun je in Haarlem je lachspieren testen bij de tentoonstelling ‘Humor. 101 jaar lachen om kunst’. Een dubbelexpositie in het Frans Hals Museum (parodieën op kunstwerken) en De Hallen Haarlem (overzicht van Nederlandse kunst uit de tijd van dada tot nu).

Lachen om kunst. Hoe verzinnen ze die titel. Be-la-che-lijk! Het moet zijn: lachen met kunst. Of lachen dankzij kunst. ‘Lachen om’ refereert toch aan een negatief soort spot. Het zal de ondraaglijke lichtheid van de lach wel zijn dat de organisatoren op deze uitglijder kwamen.

Dat karikaturen van en parodieën op beroemde kunstwerken in het Frans Hals Museum ‘lachen om kunst’ mag heten, wil nog niet zeggen dat de gehele tentoonstelling de spottende titel verdient.

En dan: 101 jaar humor bij elkaar brengen is riskant voor de lach.

Natuurlijk zijn er altijd mensen die van lachen geen ophouden weten als in de programmaboekjes staat dat er sprake is van humor. Denk bijvoorbeeld aan de lieden die een hele voorstelling bij elke oogwenk van een cabaretier in een deuk liggen.

Closing Time | George Carl

Hé, geen muziek meer in Closing Time? Tuurlijk wel. Hier begint het met een drumsolo in een act van de in 2000 overleden George Carl. Die act heeft hij ontelbare keren uitgevoerd over heel de wereld en op internet lijkt het of dit ook het enige is dat de man heeft gepresteerd.

In dit filmpje de Tonight Show uit 1986 met de dan 70-jarige Carl.

Foto: gfpeck (cc)

Wiens tijd zal de formatie wel duren?

COLUMN - De informatie verhuist naar Hilversum omdat de onderhandelaars nu meters willen maken. Na zo’n 160 dagen gemillimeter wordt dat ook wel eens tijd.

Als die Hilversumse meters binnen uiterlijk 40 dagen tot een concreet kabinet leiden, dan wordt dit de op één na langste kabinetsformatie, sinds 1946.

Top 5 langste (in)formaties (bron: Parlement.com)
Van Agt I 201 dagen
Den Uyl 158 dagen
Rutte I 124 dagen
Balkenende II 123 dagen
Drees IV 119 dagen

Dat lukt alleen als óf D66, óf de CU in het stof van de ander gaat bijten. Zelfs als D66 en CU het op miraculeuze wijze eens zouden worden, dan nog is niet gegarandeerd dat er binnenkort een kabinet op het bordes staat. Je weet tenslotte maar nooit of Rutte nog een record wil vestigen.

Bij eerdere kabinetsformaties schreef hij net geen geschiedenis met een kabinet dat de kortste formatietijd kende.

Top 5 kortste (in)formaties (bron: Parlement.com)
Drees I 25 dagen
Beel I 37 dagen
De Jong 44 dagen
Rutte II 47 dagen
Lubbers II en Biesheuvel I elk 52 dagen

Ook schopte hij het net niet tot jongste premier ooit, omdat de kabinetsformatie iets te lang duurde. Rutte schrijft wél geschiedenis met het langstzittende kabinet. Dat ligt niet aan hem, zo verklaarde hij, maar aan de trage formatie. Indirect beschuldigt hij de andere partijen aan de onderhandelingstafel. Alsof hij achterover leunt en het helemaal aan de anderen overlaat om tot een akkoord te komen. Gelooft u dat?

Foto: risastla (cc)

Het vrije woord

Sprekerd: “Voorzitter, nu ik toch het woord heb….”
Voorzitter: “Meneer de Sprekerd, u kunt het woord niet hebben”.

Sprekerd: “Pardon?”
Voorzitter: “U kunt het woord niet hebben, het woord is vrij”.

Sprekerd: “Maar u zei zelf dat ik nu aan de beurt ben, dus neem ik dan ook het woord…”
Voorzitter: “Ho! Niet zo grof alstublieft! Het woord nemen! Kuis uw taal een beetje”.

Sprekerd: “Voorzitter, ik volg u niet. In de Dikke van Dale staat het woordje nemen, dus mag ik dat gebruiken”.
Voorzitter: “In de Dikke van Dale staat: nemen – gebruikmaken van de gelegenheid; (plat) iem ~ seksuele gemeenschap hebben met; dat kan ik dus niet accepteren”.

Sprekerd: “Nou ja zeg, dit is te gek voor woorden! Het woord is geen iemand”.
Voorzitter: “Het woord is, in al haar vrijheid, wel kwetsbaar. Het kan zich niet verdedigen”.

Sprekerd: “Daar wilde ik het nu juist over hebben”.
Voorzitter: “Goed, komt u ter zake, maar let wel op uw woorden”.

Sprekerd: “Voorzitter, ik ben van mening dat het woordgebruik alle vrijheid dient te krijgen. Het is een democratie onwaardig als de burger wordt gemuilkorfd en beperkt in de vrije keuze van het woord”.
Voorzitter: “Mooi gesproken. Kunt u dat toelichten?”

Vorige Volgende