Koerdische grondwet goed voor Irak

De Iraakse en Amerikaanse autoriteiten in Bagdad maken zich zorgen nu het zelfstandige Koerdische parlement in het noorden van het land een nieuwe grondwet heeft goedgekeurd welke binnenkort in een referendum aan de bevolking zal worden voorgelegd. Erin eist het parlement grondgebied op alsmede de olie en gas eronder. In de hoofdstad en ter plaatse is bepaald niet iedereen het hier mee eens.
De territoriale kwestie zou aanvankelijk binnen gesloten onderhandelingen tussen de federale overheid en de Koerdische autoriteiten worden beslecht onder toeziend oog van zowel de Verenigde Naties als de Verenigde Staten. Dat het Koerdische parlement stug heeft doorgezet kan als boodschap aan de Iraakse en Amerikaanse overheden worden opgevat: de Koerden zijn niet bereid tot concessies en zullen niets minder dan autonomie accepteren.
De Amerikanen reageerden bij monde van Vicepresident Biden verontrust. Hij noemde de zet van de Koerden “niet bevorderlijk.” De Iraakse premier Maliki heeft al helemaal geen goed woord over voor de Koerden terwijl een Iraaks parlementslid de grondwet zelfs als een “verklaring van vijandigheid” opvat en waarschuwt dat “escalatie” onvermijdelijk is.
Dit is echter een weinig doordachte reactie. De Amerikanen en de regering in Bagdad zeggen immers te streven naar een federale staat met zekere maten van autonomie voor de Koerden, de soennieten en de sjiieten. (Hoewel de laatste in de meerderheid zijn waren het bijna uitsluitend soennieten die onder Saddam Hoessein het land, redelijk seculier, regeerden, tot ongenoegen van de meer traditioneel ingestelde sjiietische bevolking.) Niettemin lijkt het land onder de sjiietische Maliki meer in de richting van een eenheidsstaat te bewegen. Dit willen de Koerden niet en dit zouden ook de sjiieten niet moeten willen wanneer zij terugdenken aan de twee decennia van ondergeschiktheid onder Saddam. Nu bestaan parlement en regering weliswaar uit afgevaardigden van alledrie de bevolkingsgroepen en lijkt er geen enkele soennitische ambitie te bestaan om de sjiieten wederom te onderdrukken, niettemin zou een ware federatie ook hen hoogstwaarschijnlijk meer opleveren en daarom doen zij er goed aan het Koerdische initiatief te steunen.
Toen de Amerikaanse marine besloot 55 zogenaamde Littoral Combat Ships te kopen voor operaties nabij de kust, koos het twee concurrerende ontwerpen: één van Lockheed Martin, wat nu de
Wanneer U vandaag 
Sinds Barack Obama zich afgelopen april in Praag uitspraak ten gunste van een kernwapenvrije wereld hebben voor- en tegenstanders van nucleaire ontwapening zeker niet stilgezeten. Een kamercommissie
Het is moeilijk te twijfelen aan de kunde en de oprechtheid van defensieminister Robert Gates. Na jaren werkzaam te zijn geweest binnen de Amerikaanse inlichtingendiensten diende hij onder Bush Sr. als Director of Central Intelligence en werd hij in 2006 door Bush Jr. tot zijn huidige functie benoemd. Obama hield hem aan minister om het simpele feit dat hij zijn baan goed doet. Dus wanneer Gates na maanden van gepeins besluit dat de luchtmacht precies 187
Waarom verloor de Partij van de Arbeid toch zo dramatisch in de afgelopen verkiezingen? Wouter Bos
Aan de vooravond van de Europese Parlementsverkiezingen is het wellicht aardig eens terug te kijken op de geschiedenis van wat vandaag de dag de Europese Unie heet. Vandaar hier een overzicht van de belangrijkste inspiratoren en voormannen die de Europese gemeenschap schapen.
De oorlog verbrijzelde echter niet geheel die toekomstvisie. Al in 1946 gaf Sir Winston Churchill (1874-1965) in Zürich een toesprak waarin hij pleitte voor Europese samenwerking. “Als Europa ooit verenigd was in het delen van haar gezamenlijke erfenis zouden er geen grenzen zijn aan het geluk, aan de vooruitgang en de glorie welke haar drie- of vierhonderdmiljoen mensen zouden genieten,” zo sprak hij. Churchill was nauwelijks een overtuigd Europeaan echter zijn verwijzing naar een “Verenigde Staten van Europa” blies het Paneuropese gedachtegoed in een klap nieuw leven in.
Nog niet zo lang geleden werd de Venezolaanse alleenheerser Hugo Chávez nog wel eens als een goedwillende socialist geëxcuseerd maar sinds hij in januari 2007 zijn parlement een machtigingswet liet aannemen en in augustus van hetzelfde jaar zijn presidentiële ambtstermijn tot in het oneindige trachtte te verlengen kan toch nauwelijks meer getwijfeld worden aan de autoritaire ambities van “Orkaan Hugo.”