Een van de leuke tradities die overgebleven is van december (Sint is dood en Piet is even op non-actief gesteld, het knalvuurwerk werd verboden, alcoholverkoop na 20.00 uur werd ook verboden in hotels) was het Kerstpakket.
Het Kerstpakket was een doos met daarin het blijk van waardering van de werkgever voor de werknemer. En zoiets kan vele vormen aannemen, bijvoorbeeld een code voor een web-catalogus waarin allerlei leuke overbodige spulletjes. Maar, heel verstandig zoiets, want dat beperkt de verkeersbewegingen van de werknemers, en dat is in coronatijd wel zo veilig. En soms was het kerstpakket een doos, een tas die je op kon halen in een leegstaand gedeelte van het gebouw. Of je dan nog wel even je krabbel achter je naam wilde zetten op die lijst. En thuis wroette je dan tussen de chips, de houtwol, de snippers naar de fles wijn, de crackers, de blikjes, iets duurzaams vaak ook . Maar wat gebeurde er dit jaar bij het bedrijf waar ik werkzaam ben? Kreeg ik een code? Kon ik een pakket ophalen, mijn krabbel achterlaten? Nee. Ik kreeg een kerstkaart van de top van het bedrijf, met een liefdevolle groet daarop van de CEO, de CFO en de COO (nee, ook geen idee wat dat is) van de club. Op de kaart spraken ze hun waardering uit voor ons, de medewerkers. Dat wij het verschil maakten in de geluksbeleving van de klanten. Maar ja, moeilijk jaar, pittig, lastig, lastig, corona immers. En de kaart besloot met een bedankje voor de inzet van de medewerker en ‘Het mooiste cadeau dat je elkaar kunt geven, zijn mooie herinneringen.’ Daarom nodigden de CEO, de CFO en de COO mij uit om herinneringen te maken met mijn collega’s. Geen kerstpakket dus? Alleen een kaart? Wacht. De tekst op de kaart ging nog verder: ‘Toost op de collegialiteit en neem de eerste slok met vertrouwen op de toekomst.’ Een toost? Mooi, maar waarmee dan? Er zat geen fles bij de kaart. Er zat verder helemaal niks bij de kaart. Toost, maar neem je eigen drankje mee.