Waarom zijn wij de enigen met taal?
RECENSIE - Taal heeft de mens veel gebracht: de naakte, zwakke aap die niet noemenswaardig kan rennen of verscheuren vinden we in grote – sommige zouden zeggen: veel te grote – aantallen over de gehele wereld, en er komen er nog steeds bij. En dat komt waarschijnlijk voor een groot deel door de vele voordelen die de taal biedt.
Wanneer taal zo belangrijk is voor de evolutie van de menselijke soort, waarom zijn wij dan de enigen die taal hebben? Dat is de vraag die de taalkundigen Bob Berwick en Noam Chomsky stellen in hun onlangs verschenen boek Why only us?
Eén mogelijk antwoord is: wij zijn niet de enigen. Andere diersoorten – apen, dolfijnen, zangvogels – hebben op zijn minst een rudimentaire vorm van taal.
Maar volgens Berwick en Chomsky is dat niet juist: er is wel degelijk een essentieel verschil tussen menselijke taal en die dierencommunicatiesystemen.
Rotte appels en peren
Het begint er al mee dat menselijke taal volgens Berwick en Chomsky niet in de eerste plaats een communicatiesysteem is. Ze kan natuurlijk worden gebruikt voor communicatie – maar de auteurs wijzen erop dat dit voor ongeveer alle menselijk gedrag geldt, van lichaamshouding en kledingkeuze tot het koken van een fijn driegangendiner. Mensen zijn nu eenmaal sociale wezens die elkaar de hele tijd aan het interpreteren zijn, en daarom niets doen zonder te communiceren.