Klimaatverandering

26 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Klimaatverandering is een blog waar Sargasso af en toe stukken van overneemt.
Schrijvers aldaar: Dr Bart Verheggen, Jos Hagelaars, Hans Custers en Bob Brand
Foto: Ian Britton (cc)

Wat is eigenlijk een broeikasgas?

ACHTERGROND - Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stijgt, gaat de temperatuur omhoog. Maar hoe komt dat eigenlijk? En waarom hebben sommige gassen wel deze werking, en andere niet?

Broeikasgassen zijn gassen die warmtestraling opnemen. Die warmte wordt vervolgens weer teruggestraald naar de omgeving. Oók terug naar de aarde, die daardoor een hogere temperatuur krijgt. Dit noemen we het broeikaseffect. Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer toeneemt, dan stijgt de temperatuur.

Maar wat maakt een gas dan een broeikasgas?

Verreweg het grootste deel van de lucht, stikstof en zuurstof, is niet alleen doorzichtig voor zichtbaar licht (blauw, geel en rood), maar ook voor warmtestraling (infrarood). Die straling gaat er dus net als zichtbaar licht dwars doorheen. Een aantal andere gassen laat warmtestraling niet zomaar door. Dat zijn broeikasgassen: gassen die een deel van de warmtestraling absorberen. Hoewel hun concentratie in de lucht relatief laag is, is hun effect op de temperatuur groot.

Maar waarom dan? Dat heeft te maken met de vorm van de moleculen waar het gas uit bestaat. En dat is nog best complex: een molecuul kan warmtestraling absorberen als het kan meetrillen met dezelfde golflengte als de warmtestraling. Dat kun je vergelijken met een stemvork die meetrilt met een bepaalde toonhoogte. Het trillende molecuul neemt de warmtestraling in zich op, waardoor de lucht er omheen ook opwarmt. De extra warmte wordt vervolgens in alle richtingen uitgestraald, dus ook terug naar de aarde.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Klimaatverandering, Kinderen en Bevolkingsgroei

ANALYSE - Zondagavond 24 Maart was er een reportage bij Nieuwsuur over mensen die geen kinderen willen, omdat je de planeet ermee belast, of omdat de effecten van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden en zij daar hun toekomstige kinderen niet mee willen belasten. Ik werd gevraagd hoe ik hierover denk.

Mijn eerste reactie was dat dit een hoogstpersoonlijke beslissing is, en ik niet oordeel over de keuze die mensen hierin voor zichzelf maken. Dat moeten ze helemaal zelf weten. Maar of ik dan als wetenschapper iets kon zeggen over waar het heen gaat met klimaatverandering, en wat de rol van (over-)bevolking nu eigenlijk is? En zo geschiedde. Dit is natuurlijk een ontzettend heikel onderwerp, en het was tegelijkertijd mijn vuurdoop voor de televisie. Hieronder enige context bij het interview en over de rol van (over-)bevolking in het bijzonder.

Is de angst voor klimaatverandering terecht?

Angst is een subjectieve ervaring, dus daar kan ik als klimaatwetenschapper niet zo veel over zeggen. Maar het is wel duidelijk dat als de uitstoot van broeikasgassen ongebreideld door blijft gaan er flink negatieve effecten zullen optreden die niet allemaal omkeerbaar zijn op menselijke tijdschaal. Denk bijvoorbeeld aan zeespiegelstijging. En tot nu toe ziet het er niet naar uit dat we de uitstoot heel snel naar nul zullen hebben teruggeschroefd, zoals we onszelf wel tot doel hebben gesteld in Parijs.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De aarde warmt op door de mens. Dat is overvloedig aangetoond, en derhalve is er binnen de klimaatwetenschap brede consensus over.

ANALYSE - Uit meerdere, onafhankelijke studies blijkt dat verreweg de meeste klimaatwetenschappers het eens zijn dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens. Dat is ook vrij logisch, als je de wetenschappelijke achtergrond begrijpt. Sommige van deze studies zijn op basis van enquêtes onder klimaatwetenschappers, en andere concluderen dat op basis van de wetenschappelijke literatuur. De bekendste studie van de laatste categorie is die van John Cook et al, één van de vijf studies die een consensus van 97% of hoger vond. Deze wordt vaak aangehaald, en vaak bekritiseerd, tot in de Nederlandse Tweede Kamer aan toe. De argumenten die tegen Cook’s onderzoek naar voren worden gebracht snijden echter geen hout.

En niet onbelangrijk, uit de verscheidenheid aan studies komt ook naar voren dat de mate van overeenstemming sterker is onder groepen met meer relevante expertise. Zo is de consensus hoger onder publicerende klimaatwetenschappers dan onder aardwetenschappers in het algemeen. Dat is ook vrij logisch: die eerste groep weet er waarschijnlijk meer van. De mensen die het hardste roepen dat de wetenschappelijke conclusies er compleet naast zitten hebben zelf vrijwel nooit relevant onderzoek verricht.

Dat de grote lijnen goed bekend zijn wil overigens niet zeggen dat we alles weten; over allerlei details en ‘cutting edge’ onderzoek (bijv over hoe snel de West-Antarctische ijskap instabiel kan worden) blijven wetenschappers natuurlijk flink bakkeleien. Met de wapens van de wetenschap: solide argumentatie op basis van goed begrepen theorieën en goed uitgevoerde metingen, waarbij ze elkaar continue scherp houden door inhoudelijke feedback en kritiek.

Foto: Rob Oo (cc)

Climate Intelligence

ANALYSE - Vastgoedmagnaat Niek Sandmann wil een stichting oprichten om onafhankelijke klimaatstudies te financieren, bericht De Telegraaf. De naam van die stichting wordt Climate Intelligence.

Nu is er geen enkele reden om aan te nemen dat het overgrote deel van het klimaatonderzoek van de afgelopen twee eeuwen niet onafhankelijk zou zijn. Voor de regelmatig terugkerende insinuaties van het tegendeel, afkomstig van mensen die de wetenschappelijke conclusies niet kunnen of willen accepteren, is geen enkel bewijs. Maar extra onderzoek, of een extra toetsing van de bestaande kennis, kan natuurlijk nooit kwaad. Zolang het tenminste volgens de wetenschappelijke methode gebeurt. Berkeley Earth is een goed voorbeeld van hoe dat kan. Berkeley Earth werd in 2010 opgericht door Richard en Elizabeth Muller, omdat ze hun twijfels hadden over de juistheid of de accuraatheid van datasets over de mondiale temperatuur van instituten als NASA, NOAA, Hadley en JMA. Ze besloten daarom om hun eigen versie van zo’n dataset te ontwikkelen. Ze zochten en vonden financiering voor hun onderzoek, zetten een team op en gingen aan de slag. Binnen enkele jaren volgde het resultaat: een bevestiging van de opwarming die ook bleek uit de gegevens van anderen. Hun scepsis leverde dus een echte bijdrage aan de wetenschap op: een dataset die onafhankelijk van andere datasets een beeld geeft van de ontwikkeling van de mondiale temperatuur. En Richard Muller herzag zijn mening.

Foto: go_greener_oz (cc)

Het nut van worst-case scenario’s, of: waarom dijken niet worden berekend op de gemiddelde waterhoogte

ANALYSE - Klimaat is een belangrijk thema in Nederland, tegenwoordig. Ook in Elsevier. De boodschap is daar steevast dat een stevige aanpak van klimaatverandering geen goed idee is. Die boodschap wordt nogal eens gebracht met de holle retoriek en drogredenen die we kennen uit het pseudosceptische repertoire. Dat is jammer. Klimaat en klimaatbeleid zijn belangrijke onderwerpen, waarover een constructief en inhoudelijk debat zou moeten worden gevoerd. Holle retoriek en drogredenen helpen daarbij niet, ze saboteren een serieus debat juist. Onlangs (betaalmuur) had Simon Rozendaal, oudgediende bij Elsevier, de beurt om iets te schrijven.

Er is één punt uit dat stuk waar ik wat dieper op in wil gaan: de bewering[1] dat er “altijd voor het meest extreme scenario” wordt gekozen. Het lijkt me overdreven om te zeggen dat dat altijd het geval is, maar het gebeurt best vaak. Mijn opvatting van wetenschapsjournalistiek zou zijn dat er duidelijk wordt gemaakt waarom dat zo is. Door te wijzen op het verschil tussen een scenario en een voorspelling, bijvoorbeeld. En door te wijzen op het belang van worst-case scenario’s in wetenschap en beleid bij het analyseren, het afwegen en het zo nodig beheersen van risico’s. Risico impliceert onzekerheid: het kan mee- en het kan tegenvallen. Er zijn goede redenen waarom de mogelijke tegenvallers vrijwel altijd zwaar meewegen in de uitkomst van een risico-analyse. Risico is kans maal gevolg; een kleine kans vermenigvuldigd met een enorm gevolg kan een aanzienlijk risico betekenen. Dus krijgen zulke scenario’s de nodige aandacht.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De vergroening van de aarde – over de bomen, het bos en andere zaken

ACHTERGROND - door Hans Custers
Klimaatverandering vergroening fig. NVDI-indez Bron Matthias Forkel

De aarde vergroent. Daar zijn zo ongeveer alle deskundigen het wel over eens. En het is weinig aannemelijk dat de natuur uit zichzelf besloten heeft om maar eens een tandje bij te schakelen. Het ligt er dus dik bovenop dat die vergroening het – deels bedoelde en deels onbedoelde – gevolg is van menselijke activiteiten.

Tot zover het eenvoudige deel van het verhaal. Want wie er wat dieper induikt ziet al snel dat het knap ingewikkeld is om op wat meer detailniveau te begrijpen wat er precies gebeurt. Bijvoorbeeld omdat er zoveel factoren meespelen, die elkaar ook nog eens kunnen beïnvloeden. Maar ook omdat het nog niet zo makkelijk is om die vergroening te meten, of zelfs maar te definiëren. Een artikel dat in november verscheen in Nature Ecology & Evolution illustreert dat: Enhanced peak growth of global vegetation and its key mechanisms van Huang et al..

De complexiteit van het onderwerp en de verschillen tussen onderzoeksmethodes verklaren waarschijnlijk waarom de resultaten van verschillende studies nogal uiteenlopen, of dat op het eerste gezicht lijken te doen.

In 2016 constateerden Zhu et al., weliswaar met een forse onzekerheidsmarge, dat CO2-fertilisatie de belangrijkste oorzaak van de vergroening was. Huang et al. komen tot een ander resultaat. Volgens hen zijn drie factoren, elk in min of meer gelijke mate, samen verantwoordelijk voor ongeveer 60% van de vergroening. Behalve CO2-fertilisatie spelen ook de depositie van stikstof en landbouw een rol van betekenis. Ook veranderingen van temperatuur, hoeveelheid neerslag en de hoeveelheid invallend zonlicht kunnen van invloed zijn.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Ongekende smelt van de Groenlandse ijskap

ONDERZOEK - Op onze aardbol zijn twee hele grote ijskappen te vinden, op Antarctica en Groenland. Het plaatje hierboven van de Groenlandse ijskap is afkomstig uit een video over een 3D analyse van NASA. De ijskap van Groenland is in het midden zo’n 3 km dik en bevat totaal ca. 3 miljoen km³ ijs (ca. 2,7 miljoen gigaton), wat genoeg is om het zeeniveau met 7,4 m te laten stijgen. Gelukkig is dat niet iets dat in de komende eeuw zal gebeuren, het smelten van zo’n ijskap is een traag proces. In een wereld die warmer en warmer wordt, zal logischerwijs de hoeveelheid ijs verminderen. Dat zien we ook terug bij de ijskap van Groenland, het massaverlies van Groenland (gemeten met de GRACE-satellieten) bedroeg tussen april 2002 en juni 2017 circa 260-270 gigaton per jaar (een gigaton is 1000 miljard kilogram). Dit heeft uiteraard bijgedragen aan de zeespiegelstijging, wetenschappers schatten de bijdrage van Groenland aan de zeespiegelstijging in de afgelopen jaren op ongeveer 25%.

Er spelen diverse processen een rol bij het groeien en smelten van een ijskap. Heel in het kort: Op de hoogste gebieden van de ijskap valt er meer sneeuw dan er smelt, dit heet het accumulatiegebied. Het gebied waar er meer sneeuw wegsmelt (of sublimeert) dan er valt, heet het ablatiegebied. Het ijs in de ijskap beweegt onder invloed van de zwaartekracht naar de rand van de ijskap. Indien de ijskap eindigt in zee, zullen er uiteindelijk stukken ijs afbreken en ijsbergen vormen en via dit proces verliest de ijskap dus ook massa. De som van alle processen is de massabalans en een ijskap groeit als deze massabalans positief is en krimpt als deze negatief is. Het image hierboven geeft een overzicht van deze processen voor de Groenlandse ijskap.

Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de componenten van de massabalans van de ijskap op Groenland over de periode 1958 t/m 2015 (afkomstig uit Van den Broeke et al. 2016). De processen die bijdragen aan de massabalans van alleen het oppervlak is de oppervlakte massabalans, in het Engels aangeduid met SMB, de oranje lijn in de grafiek. Het afkalven van ijsbergen wordt in de grafiek aangeduid met de D van Discharge, de blauwe lijn. Een positieve waarde betekent hier meer afkalving, dus meer massaverlies. De totale massabalans (MB = SMB – D) is de rode lijn, vanaf 1998 tot en met 2015 is de MB niet meer positief geweest. Van den Broeke et al. geven aan dat 60% van het massaverlies vanaf 1991 veroorzaakt is door veranderingen in de SMB. Deze veranderingen zitten hem voornamelijk in een toename van de oppervlaktesmelt en het daaropvolgende wegstromen van het smeltwater.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Stropop, cherry-pick, ad ignorantiam: een retorisch standaardrecept

ANALYSE - In de argumentatie van pseudosceptici komen nogal wat drogredenen voorbij. En er is een vast patroon van drie drogredenen dat heel regelmatig terugkomt. Het kan handig zijn om dat patroon te herkennen. Het patroon gaat als volgt: eerst een stropop, dan een cherry-pick en tenslotte een ad ignorantiam.

De verhalen bij de grafiekjes van Baudet volgen steeds weer dat patroon. Dat is goed te zien in de toelichting op die grafieken van de hand van Marcel Crok, die inmiddels op de site van het FvD is verschenen. Een weerlegging van onze kritiek op die grafieken is het allerminst. Het is eerder een herhaling van de onwetenschappelijke retoriek waar we op wezen. Retoriek die steeds weer als volgt is opgezet.

Stropop: Dit is een verzonnen “alarmistische” claim, die zonder bronvermelding, meer of minder expliciet wordt gepresenteerd. De suggestie is dat die claim een algemeen geaccepteerd en belangrijk onderdeel is van de wetenschappelijke kennis over de menselijke invloed op het klimaat. In werkelijkheid is het in het beste geval een van alle nuances ontdane karikatuur van wat de wetenschap zegt en in het slechtste geval een bewering die maar bar weinig met de echte wetenschap te maken heeft. Veel voorkomend voorbeeld: de verwachting van iets dat in de loop van deze eeuw zou kunnen gebeuren wordt gepresenteerd als een voorspelling die nu al waarneembaar zou moeten zijn.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

7 tot 12 meter

FACTCHECK - Trouw had deze week een interview met de nieuwe fractievoorzitter van D66 Rob Jetten en met de Europese klimaatspecialist van die partij Gerben Jan Gerbrandy. Gerbrandy maakt in dat interview een enorme misser:

Zelfs als we de beloftes van Parijs netjes uitvoeren, stijgt de zeespiegel deze eeuw zeven tot twaalf meter. Dat is de eeuw die mijn zoon zal meemaken. Hij is tegen het eind van deze eeuw een bejaarde man. Dat is de urgentie.

Er is geen enkele serieuze projectie die ook maar in de buurt komt van 7 tot 12 meter zeespiegelstijging deze eeuw, ook niet in een worst-case scenario, zelfs als er helemaal niets zou worden gedaan om broeikasgasemissies te beperken. Een recent advies aan de Deltacommissaris geeft 3 meter zeespiegelstijging als bovengrens in een scenario met extreme opwarming. Pas een eeuw later zou, in het ergste geval, de stijging in de buurt kunnen komen van de cijfers die Gerbrandy geeft. Bij het halen van de doelstellingen van Parijs is het worst-case scenario 2 meter in 2100.

En wat deed Gerbrandy toen hij op deze enorme fout werd gewezen? Zich verschuilen achter een wetenschapper en “IPCC-lid”.

Wie ons kent weet wat wij in zo’n geval gaan doen: de bron zoeken. Waarschijnlijk hebben we die ook gevonden: een presentatie van Hans Otto Pörtner (die overigens geen zeespiegel-deskundige is, maar onderzoek doet naar mariene ecosystemen) die een zeespiegelstijging laat zien die overeenkomt met wat Gerbrandy zegt. Alleen is dat de zeespiegelstijging op zeer lange termijn, van eeuwen tot millennia. En dus geen verwachting voor de komende eeuw. Pörtner baseert zich op Knutti et al., 2015.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De grafiekjes van Baudet

ANALYSE - Thierry Baudet toont in debatten in de Tweede Kamer regelmatig wat grafiekjes [*] die zouden laten zien dat het best meevalt met de verandering van het klimaat. Grafiekjes over droogte, neerslag en orkanen. We hebben eens uitgezocht waar die grafieken precies vandaan komen en wat ze zeggen.

Wat in elk geval opvalt: wanneer het gaat om gegevens die niet in zijn straatje passen benadrukt (of beter: overdrijft) Baudet alle onzekerheden en onnauwkeurigheden en de enorme complexiteit van de materie. Dan vindt hij dat de data met de nodige terughoudendheid moeten worden bekeken. Daar is totaal geen sprake meer van bij de data die hem wel bevallen. Die presenteert hij alsof ze de absolute waarheid zijn. Terwijl daar wel wat op aan te merken is.

Sommige claims van Baudet spreken elkaar ook tegen. Hij ontkent niet dat het klimaat warmer is geworden, maar beweert vervolgens dat zowel neerslag (boven land) als droogte niet zijn toegenomen. Als het warmer wordt, verdampt er meer water. En als die extra verdamping niet wordt aangevuld door extra neerslag, dan wordt het droger. Dat is simpele, onontkoombare natuurwetenschap.

Wat Baudet heeft gedaan, of door zijn klimaatadviseurs heeft laten doen, is bijzonder selectief winkelen in de wetenschap. Er verschijnen jaarlijks duizenden wetenschappelijke artikelen over het klimaat, die allemaal een heel klein stukje van het totaal behandelen. Al die artikelen leveren wat informatie, maar ze hebben ook hun beperkingen en onzekerheden. De werkelijke stand van de wetenschap is het totaalbeeld dat al die onderzoeken opleveren. Die stand van de wetenschap wordt bijvoorbeeld regelmatig door het IPCC samengevat. Baudet kijkt niet naar dat totaalbeeld, maar pikt uit al die duizenden onderzoeken de drie artikelen die hij in zijn verhaal kan gebruiken. En negeert de beperkingen die zo’n enkel onderzoek altijd heeft, zelfs als die beperkingen in het artikel zelf worden genoemd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Klimaatbeleid is haalbaar, betaalbaar en zinvol

ANALYSE, LONGREAD - Elsevier heeft het klimaat volledig omarmd als onderwerp om zich op te profileren. En met Marcel Crok heeft de redactie een ‘waardig’ opvolger gevonden van Simon Roozendaal, die onlangs met pensioen is gegaan. Nu het klimaatbeleid in binnen- en buitenland steeds meer vorm begint aan te nemen zien we dat ‘klimaatsceptici’ en de politieke partijen die klimaatverandering als onzin afdoen, steeds meer de aanval openen op het klimaatbeleid en de vermeende torenhoge kosten die daarmee gemoeid zouden zijn. Of zoals deze week op de knalgele cover van Elsevier Weekblad in dikke zwarte en rode letters werd verkondigd:

Het artikel kwam uiteraard uit de koker van Marcel Crok, die dit soort uitspraken ook al deed in een recente hoorzitting in de tweede kamer over de kosten en baten van een eventuele klimaatwet. De hoorzitting was aangevraagd door Thierry Baudet van het Forum voor Democratie, die al jaren gretig gebruik maakt van zijn ‘klimaatkennis’. Je kunt rustig stellen dat Crok inmiddels zijn voornaamste adviseur is op dit dossier.

Overigens vind ik het een duidelijke vooruitgang dat ‘klimaatsceptici’ zich meer lijken te gaan richten op klimaatbeleid en de kosten daarvan. Een discussie daarover hoort veel meer thuis in het politieke debat dan een discussie over de klimaatwetenschap. Als het gaat over kosten is het immers belangrijk dat we die zo laag mogelijk proberen te houden en dat de rekening op een eerlijke wijze wordt verdeeld over de verschillende groepen in de samenleving. En die verdeling is (deels) een politieke keuze.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Saaie feiten en wilde fabels over het IPCC

ACHTERGROND, ANALYSE - Wie weigert breed geaccepteerde wetenschap te accepteren ontkomt niet aan een beetje complotdenken. Zonder complottheorie is het immers niet te verklaren waarom een grote meerderheid van de deskundigen vast zou houden aan wetenschappelijke opvattingen die vooral door buitenstaanders worden bestreden.

Hoewel degenen die zich verzetten tegen wetenschap het vaak ontkennen, is het onmiskenbaar voor wie hun verhalen leest of hoort: er zit altijd een flinke dosis complotdenken in verweven. De hoofdrolspeler in complottheorieën over klimaatwetenschap is steevast het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC. De volgende punten maken duidelijk waarom die complottheorieën zo onzinnig zijn:

  • Het IPCC voert geen klimaatonderzoek uit.
  • Het IPCC heeft geen enkele klimaatonderzoeker in dienst.
  • Het IPCC bouwt geen klimaatmodellen.
  • Het IPCC betaalt geen klimaatonderzoek.
  • Het IPCC bepaalt geen beleid.
  • Het IPCC kan de conclusies van klimaatonderzoek op geen enkele manier beïnvloeden.

Het IPCC heeft als taak om de actuele stand van zaken in het klimaatonderzoek samen te vatten. Dat klimaatonderzoek wordt uitgevoerd door wetenschappers die werken aan honderden wetenschappelijke instituten over de hele wereld. Elk instituut werkt op zijn eigen manier. Sommige zijn publiek, sommige zijn privaat, sommige worden sterk aangestuurd door de politiek van hun land, sommige helemaal niet, kortom: het gaat zoals het in de wetenschappelijk wereld overal gaat. Niets of niemand kan al die instituten en de wetenschappers die er werken allemaal dezelfde kant op sturen. Behalve dan de wetenschap zelf: de theoretische kennis over de werking van het klimaat en de waarnemingen die daarmee in overeenstemming zijn. Als een grote meerderheid van de wetenschappers het ergens over eens is – en er mogelijk zelfs gesproken wordt van consensus – dat komt dat omdat ze het wetenschappelijk bewijs overtuigend vinden.

Vorige Volgende