Karin Spaink

475 Artikelen
83 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Terry King (cc)

Scheef

COLUMN - We hebben collectief besloten dat scheefwonen fout is. Wanneer een huurhuis een te klein deel van iemands inkomen vergt, mag de huurprijs worden verhoogd. Zo iemand woont immers evident ‘te goedkoop’, en dat is niet de bedoeling, vinden we.

Nu kan ik me terdege voorstellen dat je als overheid een woonpolitiek wilt voeren. Dat je graag ziet dat goedkope huurhuizen worden uitgegeven aan mensen met een laag inkomen, en wilt bevorderen dat wie inmiddels meer is gaan verdienen, doorstroomt naar een duurdere woning.

Maar daar zijn toch betere methodes voor dan elke inkomensstijging van huurders, sinds zij hun intrek in een pand namen, bestraffen met een fikse huurverhoging? De overheid krijgt er niet meer inkomsten door en wint er geen millimeter extra speelruimte mee op de woningmarkt; noch komen er daardoor meer huurwoningen beschikbaar.

De enige partij die beter wordt van dit beleid, zijn de verzamelde woningcorporaties. Zij mogen plots, met dank aan de overheid, hogere huren innen, zonder dat daar enige prestatie tegenover staat. Meer bouwen doen ze al jaren niet, en sinds deze maatregel is het zelfs in hun belang om in- en doorstroom te belemmeren: van deze recent uitgevonden scheefhuurders kunnen ze voor dezelfde woning immers veel meer geld innen dan van ‘horizontale’ huurders.

Foto: Compassion in World Farming (cc)

Vieze plaatjes

COLUMN - In reclames en verpakkingen voor vlees en zuivel zien we uitgestrekte weides, huppelende lammetjes, grazende koeien, modderige varkens en vrolijke boeren.

Het meeste daarvan is gelogen. De meerderheid van de koeien zien nooit van hun leven een wei. Veel biggen staan permanent in kooien waarin ze zich niet kunnen omdraaien en elkaar nooit kunnen aanraken. Kippen wonen (als ze mazzel hebben en ‘scharrelkip’ heten) met hun negenen op één vierkante meter; buiten komen ze niet. Plofkippen vertrappen elkaar.

Wetten die het welzijn van dieren in de bio-industrie moeten beschermen, worden slecht nageleefd. Bovendien is controle of zulke wetten worden nageleefd, helaas grotendeels in handen van de belanghebbenden zelf gelegd, zo constateerde de Algemene Rekenkamer in een rapport over de intensieve veehouderij dat vorige week verscheen.

Vooral de regels rond plofkippen – waarvan we er in Nederland maar liefst 44 miljoen hebben – worden ronduit slecht nageleefd. Meer dan de helft van de plofkippenhouders overtreedt de wet stelselmatig. In een derde van de varkensstallen vinden massale overtredingen plaats.

De afgelopen weken heb ik diverse documentaires over de voedselindustrie bekeken. Ja, er zijn gerust boeren – ook veeboeren – die goed en gewetensvol met hun levende have omgaan, en die nog steeds volop stof voor idyllische reklameplaatjes leveren.

Foto: Els ten Napel (cc)

Zaad zonder licentie

COLUMN - Vanwege de voedselveiligheid wil de Europese Commissie dat alleen wie geregistreerd is, nog zaaigoed mag verhandelen. Alle zaad moet worden getest en gecertificeerd voor het mag worden verkocht, en handelaars moeten bijhouden wie welke partij heeft gekocht. Elk EU-land krijgt een nationaal bureau voor zaaigoed, dat testresultaten moet beoordelen en toezicht op de handel houdt.

Om redenen van efficiëntie mogen bedrijven die op industriële schaal werken, de certificering van hun zaaigoed zelf verzorgen. Alleen kleine handelaars ontkomen niet aan de bureaucratie; zij moeten voor elke partij zaaigoed op certificering wachten. Ook nichegoed (zaad van ‘vergeten’ groentes en zeldzame rassen) valt onder de werking van de richtlijn, zodat zelfs ruilhandel in zaad mogelijk illegaal wordt.

Dat dit voorstel kleine handelaars hindert, is evident. Zij moeten door allerlei hoepels springen om nog zaaigoed te mogen verhandelen, terwijl grote producenten zelf hun certificering mogen regelen.

Dat is raar. Temeer daar het niet de kleine, maar juist de grote voedselproducenten zijn die de voedselschandalen van de afgelopen jaren hebben veroorzaakt. Wat voor nut heeft meer controle, wanneer je degenen op wie je toezicht wilt houden, vervolgens zelf de controles laat uitvoeren?

Het voorstel past in een trend. Biotechbedrijven, zoals Monsanto en Dupont Pioneer, hebben tal van cruciale zaden gepatenteerd en dwingen overal monopolies af. Hun motto: ‘U koopt geen zaad. U koopt slechts een licentie op ons patent.’

Foto: Winfried (cc)

Niks lief

COLUMN - Oh, die kortzichtige bezuinigers: ze staan voor een raadsel. In de zorg voor chronische patiënten voltrekt zich een dramatische verschuiving van lichte naar zware indicaties. Aanvragen voor lichte zorg zijn afgenomen, die voor duurdere vormen – zoals plaatsing in een verzorgings- of verpleegtehuis – gingen met de helft omhoog. Resultaat: een kostenstijging van bijna veertig procent.

Waar komen die zware gevallen ineens vandaan?

De overheid heeft geen idee. Deskundigen vermoeden dat goedbedoelende zorgverleners hun patiënten hebben ‘doorgeschoven’ naar een hogere indicatie, waardoor ze voor plaatsing in een tehuis in aanmerking komen.

Luister naar gezondheidseconoom Guus Schrijvers; hij spreekt meewarig over ‘lieve hulpverleners die proberen het voor de patiënt zo gunstig mogelijk te maken’. Mij lijkt dat de kerntaak van zorgverleners, maar enfin. Schrijvers vindt zo’n taakopvatting problematisch, economisch bezien.

Het klinkt of we een nieuwe vorm van fraude op het spoor zijn. Lieve, maar onnadenkende hulpverleners schalen hun patiënten ‘ten onrechte’ te hoog in, waardoor die valselijk aanspraak maken op een dure categorie van zorg. Strenger indelen is het devies, en vooral: minder lief zijn!

Dat klinkt ferm en stoer. Behalve dan dat lievigheid niet de oorzaak is van de huidige verschuiving van lichtere naar zware zorg. Wat wel? Eerdere bezuinigingen in de zorg.

Foto: Nico Veenkamp (cc)

Opruimen

COLUMN - Nadat we Christiane’s huis na haar overlijden eindelijk leeg hadden – het heeft ons al met al tien weken gekost – ben ik in mijn eigen huis aan de slag gegaan. De exemplaren die ik uit de bibliotheek van Chris had meegenomen, pasten niet meer in mijn boekenkast; mijn eigen boeken pasten er eigenlijk al een paar jaar niet allemaal meer in.

In het afgelopen jaar was er een boel blijven liggen. Overal bevonden zich stapels papier en knipsels, de tuin had een grote beurt nodig, en de tuinstoelen waren helemaal grijs uitgeslagen. Mijn schoenenrek was veranderd in een stofnest, de kledingkast hing bomvol. En waar moest ik al die geërfde fotolijstjes laten? Ik had amper plek op mijn muren.

Voorjaarsopruiming, dus! Telkens blijkt dat ik heel blij wordt van klussen in het huis. Inmiddels heb ik drie boekenkasten uitgemest, de stapel dozen uitgezocht die godbetert al tien jaar onder de eettafel verstopt stonden, de tuinmeubels opgeknapt, alle videotapes en cassettebandjes weg gemieterd, en stapels papier de deur uitgedaan. Het schoenenrek is verplaatst, en alle schoenen zijn schoongemaakt. Mijn lange leren jas is weer zwart, alle snoeren van computers en toebehoren zijn ontward en weggewerkt. Ik heb een plan voor de kledingkast en voor een fotolijstenmuurtje.

Foto: patries71 (cc)

Afpellen

COLUMN - Al ben je nog zulke goede vrienden, je zult niet snel in iemands kasten snorren of in diens laatjes wroeten. Na Christianes dood was dat precies wat we moesten doen. Haar huis moest worden ontruimd, en om haar spullen een ander onderdak te kunnen geven, moesten die eerst nauwgezet worden doorgevlooid.

Chris was nogal op haar privacy gesteld, zodat het als een akelige inbreuk voelde om al haar spullen uit hun gewone doen te halen. Bovenal onderstreepte onze arbeid dat Chris er écht niet meer was – anders had ze er vast iets van gezegd, toch, dat we dit zomaar deden?

Zus, broer, ex en ik – soms aangevuld met andere vrienden – scheidden samen de boedel. We zochten juwelen uit: wat had ze van wie gekregen, ter gelegenheid waarvan was die ring, die ketting? Wat was van waarde, wat een frutsel? We sorteerden honderden foto’s. We liepen schoenendozen vol correspondentie door, en maakten stapeltjes voor alle verschillende afzenders. Nadat we voor de tiende keer op een verliefde brief van een aspirant-vriendje stuitten, brak de eerste lach door: ja, Chris was inderdaad geliefd geweest, en hoe!

Naarmate we meer van Christianes bezittingen hadden gesorteerd, raakte het verband uit haar spulletjes kwijt: wat jarenlang bij elkaar was gehouden door Chris zelf, werd los zand.

Foto: Nicoline Wouterlood (cc)

Doosje

COLUMN - In het zijkamertje was het licht gedempt, bijna beschroomd. De kamer was schaars ingericht: tafel, stoelen, een etalagekast. Op tafel stonden flesjes water, glazen en – vrij prominent – een doos tissues.

Na vijf minuten kwam de dienstdoende mevrouw weer binnen. Ze zette een grote koker, bekleed met groenig glanspapier in een bladmotief, op de tafel en keek me onderzoekend aan. Moest ze de tissues alvast naar me toe schuiven?

Vlak voor me stond wat over was van Christiane, mijn hartsvriendin en mijn onverwachte echtgenote. Ik kon alleen maar denken: ‘Dat ze daar in past! Ze is vreselijk afgevallen… Hoeveel zou ze nu wegen?’

Ik toonde mijn papieren, tekende voor ontvangst, kreeg een lichtgroene draagtas waar de koker in paste – de mevrouw bond hem dicht met een lint – en toog naar huis. (Waar ik Chris subiet op de weegschaal zette: 2,5 kilo.)

Thuis zocht ik naar een mooi doosje waar ik iets van haar as in kon overhevelen. Natuurlijk had ik niets dat geschikt was. In Christianes boedel zaten talloze mooie doosjes, maar niks dat stevig sloot, en ik wilde niet dat Chris langzaam in mijn huis zou verstuiven en ik een leeg doosje overhield.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Niet normaal

COLUMN - De demonstraties tegen Poetin hielpen weinig, maar toch is het goed dat ze gehouden werden.

Natuurlijk helpen de Amsterdamse demonstraties van eergisteren tegen Poetin geen klap. Dat Amnesty Internnational het gebied rond de Hermitage had afgezet met geel gevaarlint en daarop ironische teksten als: ‘Geen homopropaganda binnen dit gebied’, ‘Vandaag geen kritische blogs a.u.b.’ en ‘Jaag president Poetin geen schrik aan, hou Amsterdam op 8 april mensenrechtenvrij’, zal de nieuwe tsaar immers niet van gedachten doen veranderen. Dat er op het Oosterdok – pal tegenover het Scheepsvaartmuseum waar Poetin met Beeatrix dineerde – duizenden mensen met regenboogvlaggen stonden te zwaaien, al evenmin.

Want kritiek van buitenlandse burgers op Poetin is best prettig, maar in de praktijk hebben de mensen om wie het gaat, er bitter weinig aan. Wanneer er in een paar maanden tijd tweeduizend invallen worden gedaan bij ngo’s, en wanneer kritische journalisten aan de lopende band worden opgepakt, gevangen gezet en soms zelfs worden vermoord, zet een demonstratie in Amsterdam weinig zoden aan de dijk.

En toch was het goed dat het gebeurde. Omdat de mensen in Rusland wiens rechten aan de lopende band worden geschonden – homo’s, journalisten, critici – zich er mogelijk een beetje door gestut voelen; en omdat alleen buitenlanders Poetin er nog veilig op kunnen wijzen dat wat hij doet, bepaald niet normaal is.

Foto: Rhys Asplundh (cc)

Speelbal

COLUMN - ‘Hoe gaat het nu met je?’ vragen vrienden de laatste weken geregeld. Ze weten immers dat mijn beste vriendin net is overleden, dat ik met haar was getrouwd en zodoende haar weduwe ben geworden. Da’s allemaal niet heel goed voor een mens.

De vraag hoe het met me gaat is daarom terecht, prangend, en vooral: immens lief. Alleen: ik had er geen antwoord op. Ik wíst niet hoe ik me voelde – vooral niet omdat ik teveel dingen tegelijk voelde.

Er was opluchting, omdat Christianes aftakeling eindelijk was opgehouden. Er was voldaanheid, omdat haar einde precies zo verliep als ze had gehoopt – met de mensen die haar liefhadden om haar heen, en op het moment dat zíj koos. Er was uitputting, omdat ik inmiddels zelf op mijn laatste benen liep. Er was opluchting – alweer, maar dan van een andere orde – omdat ik nu eindelijk mijn eigen leven en werk weer kon opnemen. Er waren zorgen, omdat er nog zoveel moest worden geregeld: de erfenis, het uitruimen van haar huis. Er was verlatenheid, en afgesneden zijn: zij die nu al meer dan dertig jaar mijn hartsvriendin was, was er niet meer; voorgoed niet meer.

En dat alles dan dwars door elkaar heen, zo in de war dat je er geen chocola meer van kunt maken. Ik sliep nachten aaneen niet, ik schoot van hectisch naar lethargisch, trok alles dat goed was gegaan af van alles dat ik beter had kunnen doen, en bleef met lege handen achter. ‘Hoe gaat het nu met jou,’ vroeg iemand dan goedbedoelend, en ik zocht naarstig naar een antwoord, half beschaamd dat ik niet wist te zeggen hoe het nu eigenlijk met me was gesteld.

Foto: *jP (cc)

Gesloten technologie

COLUMN - Toen ik klein was, sloopte ik wekkers. Met een schroevendraaier (of een kwartje) maakte ik ze open: zo ontdekte ik de veer die zich ontwond, en die radertjes aandreef – een voor de seconden, die na zestig tikken rond was en zo een minutenradertje aandreef, die op zijn beurt de uren aanspoorde.

Daarna wilde ik weten hoe een wekker op een ingesteld tijdstip ging ratelen. Ik peuterde de ingewanden laagsgewijs los. Meestal ging het fout wanneer ik de veer bevrijdde: ik kreeg ’m zelden weer goed opgespoeld. Dan moest mijn moeder een nieuwe wekker kopen.

Later werd ik handiger. Ik leerde hoe stopcontacten, schakels en stekkers werkten door ze open te maken. Veel turen, beetje logisch nadenken, kijken wat dit doet en waartoe dat dient. Sindsdien repareer ik een boel defecte mechanica in huis zelf.

Fabrikanten houden niet van zulke zelfredzaamheid. Defect spul bij een winkel laten repareren of een nieuw exemplaar kopen, levert meer omzet op. Vandaar dat tegenwoordig zowat alle stekkers in massief plastic zijn gegoten: die kun je niet openschroeven. (Tip: knip die krengen van het snoer af en klus er een ouderwetse stekker aan.)

Gesloten technologie neemt hand over hand toe. Producenten maken het kopers moeilijk om in het binnenste van hun spullen te kijken, en daar zelf mee te rommelen. Na de gesloten omhulsels – gegoten stekkers, gepatenteerde schroefjes waarvoor geen publiek verkrijgbare schroevendraaiers mochten worden gemaakt – zijn ze overgestapt op gesloten modellen.

Foto: Neeta Lind (cc)

Korting

COLUMN - De kosten voor de zorg moeten worden beteugeld, en dus kwam de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg afgelopen week met een leuk idee. Geef een korting aan mensen met een gezonde leefstijl! Laat iedereen jaarlijks een conditietest doen, en wie daarvoor slaagt, hoeft minder premie te betalen.

Het plan is gebaseerd op de gedachte dat leefstijl zaligmakend is: wie voldoende beweegt en gevarieerd eet, zal niks (of: aanzienlijk minder) overkomen. Die gedachte is vals. De impact van leefstijl op iemands gezondheid is in werkelijkheid zeer beperkt. Genen, inkomen, leeftijd, toegang tot de zorg, en wreed toeval hebben aanzienlijk meer invloed dan individuele leefstijl. De grootste gezondheidswinst werd niet geboekt door diëten of meer bewegen, maar door de aanleg van riolering, door antibiotica en door volksvaccinaties.

De aanpak van de RVZ suggereert dat ziekte vooral een privékwestie is – het eenzijdige gevolg van individuele foute keuzes – en ontkent elke maatschappelijke dimensie van gezondheid. Extra akelig is dat dit advies mensen met een chronische ziekte per definitie benadeelt. Want allicht slaagt iemand met multiple sclerose, kanker, aids, geboortedefecten of een gebroken rug niet voor de voorgestelde conditietest. Zulke mensen bewegen immers weinig, of althans: minder dan de norm. Jammer dan: voortaan valt u buiten elke korting op uw ziektekosten (en verhogen we uw eigen bijdrage).

Foto: jasmined (cc)

Piramide

COLUMN - Het verhaal van Jenna Miscavige Hill laat zien hoe Scientology echt werkt.

Waar ex-leden van Scientology vroeger angstig hun mond dicht hielden, praten ze nu volop. Ze geven interviews op tv, ze worden geciteerd in lange artikelen, ze schrijven boeken over hun wedervaren bij de sekte. En het zijn niet de minsten die momenteel vertellen waarom ze de organisatie verlaten hebben: onder hen zitten opmerkelijk veel mensen die zich langdurig op hoge posities bevonden.

Opmerkelijk is dat vrijwel niemand de sekte verlaat omdat ze van hun geloof zijn gevallen; sommigen stellen expliciet dat ze de leer nog altijd aanhangen. Het is de organisatie zelf waarvan ze de buik vol hebben, en de manier waarop ze worden behandeld. Er heerst kadaverdiscipline en wantrouwen. Mede-geloofsgenoten brengen rapport over je uit aan hun meerderen, nadat je een kritische opmerking hebt gemaakt; straffen en lange verhoren zijn niet ongewoon. Stafleden zijn overwerkt en onderbetaald. En iedereen moet altijd maar doneren, doneren en nog eens doneren, en natuurlijk steeds weer nieuwe, nog duurdere cursussen volgen.

In de verhalen van de ex-leden valt één recente ontwikkeling op. Terwijl het ledenaantal terugloopt, kopen lokale afdelingen nieuwe gebouwen voor hun huisvesting: zulks om te bewijzen dat het ‘goed’ gaat met Scientology en de aanhang stijgende is. Het geld voor die panden wordt steevast opgehoest door de lokale leden. De gebouwen komen daarna echter in het bezit van de internationale vastgoedtak van de sekte, waarna de leeggezogen afdeling die eindeloos huur of hypotheek moet betalen. Ex-leden zeggen dat de sekte zodoende de structuur van een piramidespel lijkt te hebben aangenomen: de leden en de afdelingen worden armer, de top rijker.

Vorige Volgende