Jos van Dijk

1.182 Artikelen
604 Waanlinks
3.601 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Was tot 2012 docent in het HBO.
Schrijft over Europa en over het vrije verkeer van informatie.
Publiceerde in 2007 "Dit kan niet en dit mag niet; een kroniek van belemmering van de uitingsvrijheid in Nederland." Voortgezet op de website: http://freeflowofinformation.blogspot.com/
Publiceerde in 2016 "Ondanks hun dappere rol in het verzet. Het isolement van Nederlandse communisten in de Koude Oorlog" voortgezet op de website http://nederlandsecommunisten.nl/#site-header
Foto: European People's Party (cc)

Europees familiedrama

De kogel is door de kerk. Viktor Orbán, de Hongaarse premier en partijleider van Fidesz (links op de foto), heeft zijn Europarlementariërs teruggetrokken uit de fractie van de EVP. Een scheiding die nog vervelende gevolgen kan krijgen. De statutenwijziging die schorsing van parlementariërs uit de groep gemakkelijker moest maken en die met 148 stemmen tegen 28 afgelopen woensdag werd aangenomen was voor Orbán het teken om na twee jaar geharrewar de stekker er uit te trekken. De Europese christendemocraten zijn eindelijk verlost van dit ‘het blok aan het been’. Twee jaar terug was Fidesz al met een schorsing de wacht aan gezegd vanwege anti-Europese standpunten waar de partij steeds meer op werd aangevallen. De EVP-fractie was na de verkiezingen groot genoeg om dertien Hongaren te kunnen missen, maar de rechterflank, onder leiding van de Duitse CSU, bleek toch nog lang beducht voor de gevolgen van dit verlies. Om erger te voorkomen kun je de dissidenten er beter bij houden, was de gedachte. Partijgenoten uit de buurlanden Oostenrijk en Slovenië hebben zich tot het laatst toe verzet tegen de uitsluiting van de Hongaren.

Wat zijn de gevolgen van dit familiedrama voor de politieke verhoudingen in Europa? De commentator van VoteWatch Europe verwacht dat de samenwerking van de EVP met andere grote partijen in het Europarlement nu makkelijker wordt, maar hij ziet tegelijk ook de kloof tussen Noord-West Europa en de nieuwe lidstaten groeien. En dat betekent kansen voor spelers van buiten de EU (lees: Rusland, China) om meer invloed te krijgen. Orbán presenteert zich in de regio als belangenbehartiger van alle Hongaren, dus ook van Slovaakse Hongaren en van de Roemenen die met een eigen Hongaarse partij zijn aangesloten bij EVP. Het is niet duidelijk of deze partij zich ook gaat terugtrekken. Ook moet nog afgewacht worden wat de Sloveense rechts-nationalistische partij SDS van premier Janez Janša (rechts op de foto) gaat doen. Janša is Orbán’s grootste vriend in de EU en zijn partij heeft vier leden in het Europarlement die ook zijn aangesloten bij de fractie van de EVP.

Foto: Joel Kramer (cc)

Duizend bommen en castraten

RECENSIE - Alle populaire cultuur heeft in de loop der eeuwen te maken gehad met afkeuring, minachting, en openlijke censuur. Striptekenaars kunnen er over meepraten. Sinds het genre eind negentiende eeuw doorbrak zijn velen achtervolgd met verboden omdat hun creaties niet in de smaak vielen bij de gegoede burgerij of de geestelijkheid die meenden te moeten waken over de geestelijke ontwikkeling van kinderen en jonge volwassenen. Hun uitgevers hielden er met het oog op de afzet rekening mee, maanden tot voorzichtigheid en eisten zo nodig aanpassing van tekst of tekening. En wanneer ze er toch in slaagden deze barrières te doorbreken waren er nog altijd ouders en opvoeders die hun kroost stripboeken en -tijdschriften onthielden. Omdat er te veel bloot in voorkwam, of te veel geweld, of omdat hun stripfiguren dingen deden die kinderen op verkeerde gedachten zouden kunnen brengen, omdat de karikaturen beledigend waren voor bepaalde bevolkingsgroepen of omdat er sprake was van majesteitschennis.

Jan Smet, hoofdredacteur van de Vlaamse Stripgids, verzamelde jarenlang voorbeelden van censuur in stripverhalen. Hij geeft nu een overzicht van zijn collectie in Duizend Bommen en Castraten. Het boek is met meer dan 500 rijk geïllustreerde pagina’s op het formaat van een stripboek loodzwaar in gewicht, maar ongetwijfeld een groot genot voor de stripliefhebbers en -verzamelaars die geen genoeg kunnen krijgen van hun favoriete genre. Daarnaast is het een rijk gevulde etalage van omstreden beelden in de 20e eeuwse massacultuur: wat mocht niet gezien worden door kinderogen? Wat was strijdig met de heersende moraal? Welke tekenaars gingen te ver en waarom? Het zijn vragen die in deze eeuw een nieuwe actualiteit hebben gekregen door de groeiende invloed van politiek correct denken over ras en gender op taalgebruik en beeldvorming.

Foto: Fotomovimiento (cc)

Catalaanse ballingen in Brussel onder vuur

De Commissie voor Juridische Zaken in het Europarlement stelt voor de onschendbaarheid van drie Catalaanse leden op te heffen. Carlos Puigdemont, Toni Comin en Clara Ponsati, voormalige leden van de regionale regering in Barcelona, worden door de Spaanse Justitie vervolgd vanwege de organisatie van het referendum voor onafhankelijkheid van Catalonië in 2017. De politici leven in ballingschap in Brussel. In 2019 zijn zij door hun aanhangers gekozen als lid van het Europese Parlement. Spanje probeerde nog te voorkomen dat ze hun zetels konden innemen, maar daar was geen goede grond voor te vinden.

Het Spaanse Europarlementslid Esteban González Pons, lid van Juridische Commissie, meent nu alsnog dat er in het Europarlement geen plaats is voor ‘voor degenen die de rechtsstaat in een EU-lidstaat aanvallen, waardoor de stabiliteit van de Unie als geheel wordt geschaad.’ Als de meerderheid van het voltallige parlement hiermee akkoord gaat zal Spanje bij België waarschijnlijk het uitleveringsverzoek van de drie politici herhalen. Of België dat dan gaat inwilligen is de vraag, omdat er in dat land veel steun is voor regionale onafhankelijkheidsbewegingen. Puigdemont speelde daarop in bij zijn aankondiging de strijd voort te zetten na het besluit van de parlementscommissie: ‘Dit gaat niet over het steunen van de onafhankelijkheid van Catalonië, maar over het steunen van politieke minderheden en hun recht om zich te uiten en net als grote meerderheden vertegenwoordigd te worden.’

‘Als het misgaat gaat het ook écht mis, tragisch mis’

Ombudsman Reinier van Zuthen in een interview in het FD:

U zegt dat de overheid voor 80% van de burgers goed werk doet en voor 20% niet altijd, en soms dramatisch slecht. Moet je de hele overheid inrichten op die 20%?

‘Ja, want als het stelsel eenvoudiger wordt, heeft ook die 80% er profijt van. Dat scheelt ook in de controle. Met 20% heb je het wel gewoon over drie miljoen Nederlanders, jong en oud. Het zijn ook vaak de mensen die niet digitaal vaardig zijn, niet goed kunnen lezen en schrijven, die de laagste inkomens hebben en die de overheid juist heel hard nodig hebben.’

Foto: © Sargasso logo Quack?!

De betekenis en de grenzen van de academische vrijheid

‘Academische vrijheid is essentieel voor goede wetenschap, maar niet onbegrensd: wetenschappers moeten steeds een goed evenwicht zoeken tussen academische vrijheid en onafhankelijkheid aan de ene kant, en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aan de andere kant.’ Dat schrijft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) bij een vorige week verschenen rapport dat bedoeld is als voorzet voor nadere discussie over dit onderwerp.

‘Academische vrijheid definieert de KNAW als het beginsel dat medewerkers aan wetenschappelijke instellingen in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven. Dat gaat dan onder meer over:  de keuze van te onderzoeken thema’s, de keuze en toepassing van de eigen onderzoeksvragen en -methoden, de toegang tot informatiebronnen, het publiceren en delen van informatie via conferenties, lezingen en lidmaatschap van wetenschappelijke groepen, de keuze om samenwerking met wetenschappelijke partners aan te gaan, en de invulling van het wetenschappelijk onderwijs. De wetenschappers zelf en de instellingen waar zij werken zijn als eerste verantwoordelijk voor de academische vrijheid. Maar ook de overheid, als opdrachtgever en financierder, en de samenleving, inclusief het bedrijfsleven, dragen bij hun betrokkenheid met wetenschap verantwoordelijkheid. De grenzen van academische vrijheid worden in belangrijke mate bepaald door professionele normen van wetenschapsbeoefening. Deze zijn voor het wetenschappelijk onderzoek vastgelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Daar vinden we dan ook de criteria voor het onderscheid tussen integere wetenschapsbeoefening en pseudowetenschap.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Geknabbel aan een grondrecht

De vrijheid van vereniging (artikel 8 van de Grondwet) is een van de pijlers van een democratische rechtsstaat. Maar wat nu als een vereniging het criminele pad op gaat of de democratie ondermijnt? De Eerste Kamer, net bekomen van een principiële discussie over de avondklok, moet binnenkort oordelen over twee wetsontwerpen die een verbod mogelijk moeten maken van verenigingen die grenzen overschrijden. Het ene betreft een initatiefvoorstel van PvdA, CDA, CU, VVD en SGP voor een bestuurlijk verbod van ondermijnende organisaties. Het is met name gericht tegen zogenaamde Outlaw Motor Gangs. Het andere betreft een wijziging van het Burgerlijk Wetboek inzake rechtspersonen en is door de regering ingediend zoals overeengekomen in het coalitieakkoord van Rutte III.

De Tweede Kamer is vorig jaar al met beide voorstellen akkoord gegaan zonder dat er in de media veel aandacht is besteed aan de uitvoerige debatten die de Kamerleden hebben gevoerd over deze voorstellen die fundamentele rechten raken. Na het teruglezen van een aantal verslagen van deze debatten kan ik me voorstellen dat de Eerste Kamer, het ‘juridisch geweten’ van het parlement, er toch niet zomaar mee zal instemmen.

Een ‘cultuur van wetteloosheid’

De criminele activiteiten van motorclubs zoals de Hells Angels hebben al enkele malen tot een verbod  van zo’n organisatie geleid. Het succes van het Openbaar Ministerie bleek nogal betrekkelijk, zeker in verhouding tot de langdurige civielrechtelijke juridische procedures die er voor nodig waren. Voor de politie en de burgemeesters die met de zware criminaliteit van de bendes te maken hebben biedt een verbod tot nu toe nog te weinig aanknopingspunten om op te treden. Om sneller en effectiever op te kunnen treden stelden de Kamerleden Kuiken (PvdA), Van Toorenburg (CDA), van Wijngaarden (VVD), van der Graaf (CU) en Van der Staaij (SGP) in een initiatiefwetsontwerp voor een bestuurlijke route te kiezen voor een verbod op dergelijke ondermijnende organisaties. Een bestuurlijk verbod geeft de Minister de mogelijkheid om zo’n organisatie een verbod op te leggen zonder toetsing bij de rechter. En dat verbod gaat dan meteen in. Daarmee is een gang naar de rechter weliswaar niet geheel uitgesloten. De organisatie kan uiteindelijk ook nog een beroep doen op de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Maar deze weg is omstreden. De minister is een politiek figuur. Hij of zij kan zich in het besluit tot een verbod laten inspireren door politieke overwegingen, zeker gezien de nogal vage formulering van de gronden voor een verbod. De wetstekst noemt namelijk de motorbendes niet als zodanig, maar omschrijft de verbodsgronden in veel algemenere zin. Wat moeten we verstaan onder ‘een cultuur van wetteloosheid’? En onder  een ‘aantasting van als wezenlijk ervaren beginselen van de Nederlandse rechtsorde’? En wanneer kunnen we vaststellen dat een organisatie ‘de Nederlandse samenleving of delen daarvan ontwricht of kan ontwrichten.’? Hoe groot is het risico dat een minister met politiek uitgesproken extreme denkbeelden hier een kans ziet om hem of haar onwelgevallige organisaties uit de weg te ruimen? Of kan dat alleen in Turkije of Hongarije?

Foto: Jeanne Menjoulet (cc)

Waar wonen de meeste antifeministen?

‘Het is de schuld van het feminisme dat sommige mannen zich aan de rand van de samenleving voelen en gedemoniseerd zijn.’ Dit was een van de stellingen die twaalfduizend Europeanen uit acht landen kregen voorgelegd in een onderzoek naar extreemrechtse denkbeelden. Opmerkelijk resultaat: de hoogste aantallen mensen die het minstens een beetje eens waren met deze stelling zijn te vinden in Zweden (41%). 

Na Zweden had ongeveer 30 % van de respondenten in Polen antifeministische standpunten, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (28 %), Frankrijk (26 %), Hongarije (22 %), Duitsland (19 %) en Nederland (15 %). Tatev Hovhannisyan verbaast zich op Social Europe dat slechts 13 % van de Italiaanse respondenten uitdrukking gaf aan dergelijke opvattingen,  terwijl 65 % zei dat ze het hier sterk of enigszins oneens mee waren. 

Volgens Daniel Poohl van de Zweedse partner in dit onderzoek is het antifeminisme in zijn land deels te verklaren uit verzet tegen succesvolle feministische bewegingen. ‘Sommige overwinningen van het Zweedse feminisme in de afgelopen jaren hebben de opkomst van sterk tegengestelde attitudes geactiveerd’, zei hij. Is het feminisme in Italië, en ook in Nederland, minder succesvol misschien?

Weinig vertrouwen

Het onderzoek ‘State of Hate: far-right extremism in Europelaat verder zien dat een kwart van de respondenten negatieve gevoelens heeft tegenover moslims, een derde tegenover immigranten in het algemeen. Meer dan een derde oordeelt negatief over Roma. Het rapport constateert onder andere dat extreemrechts in toenemende mate transnationaal opereert, ook al ligt de focus nog steeds bij nationale issues. Traditionele organisatievormen verliezen invloed aan digitale netwerken. Veel respondenten in dit onderzoek tonen zich teleurgesteld in de politiek. Italië en Frankrijk scoren op dit punt het hoogst (79% resp. 67%). Slechts 6% van de Britten meent dat het politiek systeem in het Verenigd Koninkrijk goed werkt. Duitsers daarentegen zijn met een meerderheid van 60% een stuk tevredener. Op de vraag of het land ‘de goede of de verkeerde kant uitgaat’ zien we vrijwel overal meerderheden voor de ‘verkeerde kant’. Uitzonderingen zijn Nederland en Duitsland. Maar ook daar gelooft meer dan 40% dat het de verkeerde kant op gaat (p. 16 van het rapport).

Foto: Enric Borràs (cc)

De ruimte voor kritiek op Israël wordt steeds kleiner

OPINIE - GroenLinks heeft het verzet tegen het gebruik van de IHRA-definitie van antisemitisme gestaakt. Op 1 december 2020 stemde de GroenLinks fractie voor een motie van de SGP-lid Bisschop waarin de Kamer de regering verzoekt te “bevorderen dat deze definitie voortvarend en herkenbaar in uitvoering komt in de opsporing en vervolging van antisemitisme.” Het congres van GroenLinks in januari bevestigde het standpunt van de fractie door met tweederde meerderheid een motie te verwerpen die de IHRA-definitie als instrument bij de  bestrijding van antisemitisme afwees.

In 2018 stemde GroenLinks nog tegen een overeenkomstige motie van de SGP. De PvdA was al eerder overstag gegaan. Alleen de SP, de PvdD en Denk hebben nog steeds bezwaren tegen het hanteren van de IHRA-definitie vanwege de risico’s op vermenging van discriminerende uitingen tegen Joden met kritiek op Israël. In antwoord op de vraag van Bisschop, liet minister Grapperhaus weten dat de IHRA-definitie “met bijbehorende indicatoren gedeeld” is met politie en OM. Deze kunnen meegewogen worden bij het opnemen van een aangifte in het oordeel of sprake is van groepsbelediging, haatzaaien of een discriminatoir aspect, aldus de minister.

Omstreden

De IHRA-definitie is van begin af aan omstreden geweest. Zelfs de oorspronkelijke opsteller, de Amerikaan Kenneth Stern, waarschuwt voor de risico’s van aantasting van de vrijheid van meningsuiting. “De internationale Israël-lobby probeert de definitie overal door overheden en instellingen te laten verankeren, maar daarvoor is die nooit bedoeld geweest,” volgens Stern. Het heeft vele landen, partijen en politici er niet van weerhouden deze ‘niet-bindende’ tekst te aanvaarden in de strijd tegen antisemitisme. De definitie zelf is nogal vaag, maar de belangrijkste bezwaren richten zich tegen de ‘voorbeelden’, die minister Grapperhaus nu kennelijk heeft aanvaard als ‘indicatoren’ van antisemitisme voor politie en OM. In deze voorbeelden wordt de staat Israël diverse keren gebruikt. Bijvoorbeeld: als je Israël iets verwijt dat je andere landen niet verwijt wijst dat op een dubbele standaard die voortkomt uit antisemitisme.

Foto: Can Ayaz (cc)

Poolse media op zwart

Uit protest tegen een nieuwe belasting voor mediabedrijven gingen alle onafhankelijke nieuwsmedia in Polen woensdag een dag plat. ‘Zo ziet de wereld er uit zonder vrije pers’ lazen de Polen op het zwarte scherm van een van de onafhankelijke nieuwssites.

In een protestbrief gericht aan de Poolse premier noemen 43 mediaorganisaties, waaronder ook Franse en Duitse bedrijven, de nieuwe belasting op advertenties ‘afpersing’. De maatregel wordt door de PiS-regering verdedigd met het oog op de kwijnende openbare financiën. Het ministerie van Financiën belooft de opbrengsten te besteden aan gezondheidszorg en cultuur. Een van de klachten van de mediabedrijven is dat de onafhankelijke Poolse pers in verhouding tot internationale bedrijven als Google en Facebook onevenredig zwaar wordt belast. Tegenover de 100 miljoen zloty die van de internetgiganten verwacht wordt staat 800 miljoen voor de Poolse media. Adam Bodnar, de Poolse mensenrechtenombudsman: “Ik twijfel er niet aan dat het doel is om de onafhankelijke media te raken.” De gesubsidiëerde staatsmedia zullen er weinig last van hebben. De verwachting is dat andere bedrijven het niet zullen redden, terwijl sommige zich gedwongen zullen zien hun onderneming aan de staat te verkopen. Het zal uiteindelijk resulteren in de volledige controle van de media door dePiS-regering.

Foto: Geert Wirken (cc)

De Nederlandse rechtsstaat in wankel evenwicht

RECENSIE - Juridisch commentator van de NRC Folkert Jensma verbaasde zich afgelopen weekend in zijn column ‘De rechtsstaat’ over het gemak waarmee een eensgezinde Tweede Kamer na het debat over de Toeslagenaffaire de rechter meer vrijheid wil geven in bestuursrechtelijke aangelegenheden. De Kamer wenst ook dat in elke wet een ‘hardheidsclausule’ wordt opgenomen zodat rechters elke beslissing van de overheid op ‘billijkheid’ kunnen toetsen. Jensma verwacht dat dit gaat leiden tot een verviervoudiging van de omvang van de rechtspraak. Maar belangrijker is de principiële kant van deze wensen. Zal de rechter op deze manier niet gedwongen worden meer politiek getinte uitspraken te doen? Betekent meer ruimte voor de rechter niet dat de wetgever tekort is geschoten?

De verhouding tussen politiek en recht is altijd spannend in een democratische rechtsstaat. Enerzijds is er de strikte opvatting dat de rechter uitsluitend ‘door de mond van de wet’ spreekt. Anderzijds mogen we van rechters verwachten dat ze bij de interpretatie en toepassing van de wet specifieke omstandigheden van een zaak mee wegen. Maar als een rechter op basis van internationaal recht (het EVRM) de regering veroordeelt vanwege nalatigheid in het milieubeleid zien we hier en daar wel wat gefronste wenkbrauwen. Zo ook bij Ruud Koole, historicus en politicoloog, emeritus hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit Leiden en Eerste Kamerlid voor de PvdA.

Foto: Giorgos Vrachliotis (cc)

Kosovo verwijdert zich van EU

Israël erkent Kosovo want Kosovo erkent Israël en gaat een ambassade in Jeruzalem openen. Trump heeft het Witte Huis inmiddels verlaten, zijn erfenis werkt nog door op de Balkan. De nieuwe relaties tussen Israël en Kosovo vloeien voort uit overeenkomsten tussen de Verenigde Staten enerzijds en Servië en Kosovo anderzijds. In september vorig jaar werd deze deal, na voorbereidingen door speciale gezant Richard Grenell, in Washington gesloten. Het ging vooral om economische steun in ruil voor matigende stappen in het conflict over Kosovo. Daarnaast waren er, volgens Balkan Insight niet bindende, afspraken over herstel van joodse eigendommen die verwoest waren tijdens de Tweede Wereldoorlog, de erkenning van Israël, met Jeruzalem als hoofdstad, en de aanwijzing van Hezbollah als terroristische organisatie. Kosovo zou zich ook hebben aangesloten bij de omstreden IHRA-definitie van antisemitisme. De Palestijnse autoriteiten hadden vooraf gewaarschuwd de banden te verbreken met landen die Jeruzalem als hoofdstad erkennen.

Als ‘ambassadeur’ van Israël heeft Trump zich bepaald verdienstelijk gemaakt. De nieuwe Amerikaanse regering heeft de erkenning van Israël toegejuicht als deel van het beleid van het land om relaties te leggen met omringende moslimlanden. Of Kosovo er mee geholpen is moet nog blijken.

‘Amerika gaat ons helpen’

Urgenda-vonnis vindt navolging in Frankrijk

Franse rechtbank veroordeelt regering wegens gebrek aan actie tegen klimaatopwarming. 

De Franse regering heeft niet genoeg gedaan om de uitstoot van broeikasgassen te beteugelen en de klimaatverandering te bestrijden, zoals ze had beloofd onder het klimaatakkoord van Parijs, oordeelde een administratieve rechtbank in Parijs woensdag. De rechtbank zei ook dat Frankrijk gedeeltelijk verantwoordelijk was voor een verandering in de samenstelling van de atmosfeer die verband houdt met de uitstoot van broeikasgassen – die het oordeel ecologische schade noemde – omdat het zijn doelstellingen voor emissiereductie niet respecteerde.

Vorige Volgende