De anti-oorlogspamfletten van James Nachtwey
Ik wil dat mijn werk deel gaat uitmaken van onze visuele geschiedenis, binnentreedt in ons collectieve geweten. – James Nachtwey
Iedereen heeft ooit wel eens een foto van James Nachtwey gezien; of het nu in de krant, op internet of op het journaal is, bewust of onbewust, er is geen ontkomen mogelijk aan de beelden van ’s werelds bekendste oorlogsfotograaf. Nachtwey (New York, 1948) wordt geroemd om zijn vakmanschap, zijn scherpe oog en zijn doorzettingsvermogen en heeft daardoor al heel wat prestigieuze prijzen in de wacht gesleept waaronder de World Press Photo in 1992 en 1994.
Ik kwam voor het eerst in aanraking met werk van Nachtwey tijdens de World Press Photo tentoonstelling in 1996 of 1997. De foto, Afghanistan, 1996 toont duidelijk Nachtwey’s gevoel voor kadrering; bovenin in het midden komt de loop van een tank het beeld in waarop twee jongens zitten waarvan alleen de vier bungelende benen zichtbaar zijn, op de grond terugkerend als schaduw. Op de achtergrond is een aan puin geschoten Kabul zichtbaar waarlangs een man schijnbaar achteloos voorbij loopt. Het is de kracht van Nachtwey om zijn beelden te kunnen verankeren in het geheugen van de toeschouwer.
Onder de titel Testimony (1990 -2006) is in Foam een overzichtstentoonstelling te zien uit het oeuvre van Nachtwey. Nachtwey studeerde kunstgeschiedenis en politicologie, maar raakte na zijn afstuderen steeds meer geïnteresseerd in de fotografie door de beelden uit Vietnam en de burgerrechtenbeweging. In de fotografie is hij volledig autodidact, hij experimenteerde met verschillende technieken en vond op die manier zijn weg naar het gebruik van de 35 mm lens waardoor hij genoodzaakt wordt dicht op zijn onderwerp te zitten, hetgeen hem al vaak gevaar voor eigen leven opleverde. Vanaf 1980 begon hij als freelance fotograaf en sindsdien reisde hij de hele wereld over om verslag te doen van de verschillende brandhaarden in de wereld.