COLUMN - Of het nu om de zorgtoeslagenaffaire of de keihard falende participatiewet gaat, de klucht die ‘overheid helpt mensen de vernieling in’ heet keeps on giving.
Ook de afgelopen weken stapelden de verhalen zich op. Mensen die naar de klote worden geholpen omdat ze voor een paar tientjes per week boodschappen krijgen van een familielid, terwijl hetzelfde krijgen via de voedselbank wél mag. Mensen waarvan de ex de gezamenlijke kinderen wat zakgeld geeft, dat teruggevorderd wordt omdat het extra inkomen zou zijn. En wat we horen is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Het is makkelijk om dit af te doen als excessen, maar dat zijn het niet. Het is geen overijverige ambtenaar die de regeltjes wat te streng interpreteerde. Nee, het is het beleid. Het zijn de regels. Er zijn zelfs systemen ontwikkeld die dit soort ‘fraude’ moeten ontdekken en afstraffen. Het ís onze overheid.
Een overheid die er het afgelopen decennium onder het mom van ‘werken moet lonen’ voor koos om niet het werken lonend te maken, maar ons sociale stelsel af te breken zodat de bedragen waar je van moet rondkomen ‘niet meer van deze tijd zijn’. Een overheid die een wirwar van regeltjes optuigde die alleen nog maar met een universitaire graad zijn te ontwarren zodat velen niet eens krijgen waar ze recht op hebben. Een overheid die als je een misstap maakt dat per definitie fraude noemt en zo veel geld terugvordert dat je direct de schuldsanering in moet, ware het niet dat je daar als fraudeur niet voor in aanmerking komt en het dus letterlijk game over is.