Joost

2.684 Artikelen
2.826 Waanlinks
25.264 Reacties
Achtergrond: Kordite (cc)
Technisch opperhoofd en voorzitter van Sargasso, wat in de praktijk betekent dat hij nog geen zak te zeggen heeft :).

Developt (?) zich in het dagelijks leven het ongans en heeft veel te veel ideeën om uit te voeren. Daarom helpt Chad (zie boven) hem tegenwoordig vaak een handje zodat er toch nog af en toe een stukje verschijnt.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rookcafé’s, ja of nee?

Roken is Koeltoer! (Foto: Flickr/LHOON)

Van zes op de tien Nederlanders mogen er café’s komen waar wél mag worden gerookt. Een opiniepeiling van het AD maakt dat duidelijk. Uiteraard zitten in deze groep waarschijnlijk de rokers, zo’n 30% van de bevolking. Even kort door de bocht genomen is dus ruim 40% van de niet-rokers voor het toestaan van rokerskroegen. Een opvallend hoog percentage als je het mij vraagt.

Goed, moeten er dus rokerscafé’s komen? Op het eerste gezicht zou je zeggen van wel. Mensen kunnen zelf wel bepalen wat goed voor ze is en als de risico’s bekend zijn dan kan je niet anders dan concluderen dat het een puik staaltje betutteling is van de overheid om ze niet toe te staan.

Deze redenering laat echter een belangrijk aspect van het roken buiten beschouwing, namelijk de verslavende werking van nicotine. Het is algemeen bekend dat mensen die ergens verslaafd aan zijn moeite hebben met het plaatsen van andermans belang boven het eigen belang als het om de verslaving gaat, zeker als de ander geen direct zichtbare negatieve gevolgen ondervindt van de blootstelling aan jouw verslaving.

In deze situatie leidt dit gegeven tot de zekerheid dat er na verloop van tijd alleen nog maar rokerscafé’s zullen zijn. In bijna elke vriendengroep zijn er namelijk wel een aantal rokers te vinden. Gezien de mindere bereidheid van de verslaafden om zich op te offeren voor de niet-verslaafden zal er dus vaker naar rokerscafé’s worden gegaan.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De linkse last?

Lastdier (Foto: Flickr/Celeste33)

Wat is dat toch met de politieke correctheid die dom rechts links probeert op te dringen. Oh, zei ik politieke correctheid? Ik bedoel natuurlijk nazisympathieën en extremisme. Of bedoel ik nou allebei?

Want het ene moment ben je een theeleutende geitenwollensok die maar blijft praten en praten om de problemen poldermodellerig op te lossen met een veel te grote hoeveelheid regeltjes, het volgende moment ben je een bloeddorstige krakert die anarchie wil en aanslagen pleegt.

Waar je als rechts persoon, even kort door de bocht, staat voor ongebreideld consumeren, je niks aantrekken van het milieu en zoveel mogelijk geld verdienen, sta je als links persoon voor consuminderen, je druk maken om het milieu en voor het spreiden van inkomen. En iedereen die dom rechts is zal er zeker van zijn dat je dat ook uitdraagt, anders ben je hypocriet. En datzelfde rechts laat ook geen moment onbenut om dat te benadrukken.

Zo moet links treuren om de dood van Haider, want “linksmensen” vinden elk leven toch even belangrijk?

Als rechtgeaard linksmens mag je je ook niet afzetten tegen de trein (ook al is het duidelijk cynisch), want links vindt het milieu toch zo belangrijk?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Oneerlijke concurrentie of wisdom of crowds?

Een wijze menigte? (Foto: Flickr/davidChief)

Er wordt wel eens gezegd dat in de VS de verkiezingen gekocht worden. De kandidaat met het meeste geld kan immers de meeste zendtijd kopen en op die manier vaker doordringen in de huiskamers van de kiezers. En ook in de politiek geldt: bekend maakt bemind.

Voor zover ik kon nagaan klopte het in ieder geval de afgelopen drie verkiezingen. In 2004 wint Bush het qua campagnegeld van Kerry, in 2000 wint Bush dit van Gore en in 1996 haalt Clinton veel meer geld binnen dan Dole. De correlatie lijkt er dus weldegelijk te zijn.

Dat in het achterhoofd houdend, lijkt ook de race van 2008 een gelopen zaak. Obama loopt aan alle kanten McCain voorbij. In Amerika maken mensen zich hier zorgen over, en redeneren dat de verkiezingen “gekocht” worden door de partij met het meeste geld.

Een logische gedachte, maar deze gaat wel voorbij aan een mogelijke alternatieve verklaring: bedrijven en mensen zijn niet gek. Iemand is veel minder geneigd geld te geven aan een kandidaat die het toch niet gaat worden. Daarmee verspil je geld, aangezien de verliezer niks in de melk te brokkelen heeft na de verkiezingen. Een bedrijf zal dan ook eerder een donatie doen aan de partij die -volgens het bedrijf- de meeste kans maakt op het presidentsschap.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Merkwaardig

“Het is merkwaardig dat links als zondebok fungeert in een wereld die in sterke mate door rechts is gecreëerd.”

Peter Giesen in het Betoog van de Volkskrant van afgelopen zaterdag, 18 oktober 2008.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Republikeinse bastions gaan voor Obama

Esquire steunt obama (Foto: Flickr/bobster1985)

Het rommelt in Republikeinse kringen. Normaal sluiten de rangen zich nadat beide kampen hun kandidaat naar voren hebben geschoven, en “endorsen” de kopstukken binnen de partijen en grote media hun eigen kandidaat. Maar dit keer gaat het wat anders. Gisteren ging Colin Powell namelijk overstag. Vanaf nu steunt de ex-minister van buitenlandse zaken onder Bush de Democraat Barack Obama. Helemaal onverwacht komt dit natuurlijk niet, want Powell had al eerder aangegeven dat hij een overwinning van Obama “electrifying” zou vinden. Ook werd er een tijd lang flink gespeculeerd dat Powell wel eens de running mate zou kunnen worden van Obama.

Een opvallender steunbetuiging komt van de Chicago Tribune, een conservatieve krant die in haar 161-jarige bestaan nog nooit een Democratische kandidaat steunde. De oprichters van de krant hielpen zelfs de Republikeinse partij op te richten. Ook zij steunen Obama in zijn verkiezingsrace.

Het opvallendste dat de krant de Republikeinse kandidaat McCain verwijt is dat hij zijn verkiezingscampagne belangrijker vond dan zijn land door Palin als running mate te kiezen, een vrouw die volgens de krant niet klaar is om president te zijn. En dat is een kwaliteit die elke vice-president bij uitstek moet bezitten.

Nog een steunbetuiging kwam al eerder, toen het blad Esquire voor het eerst in haar 75-jarige bestaan een presidentiële kandidaat koos.

Vorige Volgende