Jona Lendering

628 Artikelen
15 Waanlinks
322 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Studeerde geschiedenis en vertelt er graag over. Scepticus, recensent, fietser, webmaster (LiviusOrg), Don Quichot, blogger (Mainzer Beobachter) en beheerder van GrondslagenNet. Reist regelmatig in het Midden-Oosten, schreef een paar boeken, gruwt van de zelfmoord van de geesteswetenschappen en droomt van een eigen huis in Downtown Beiroet.
Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Het ontstaan van de islam (2/2)

Zoals ik al aangaf, meende ik dat het onderzoek naar de historische Mohammed een doodlopende weg was. Aan de ene kant is veel van de kritiek op de gerationaliseerde legende die moest doorgaan voor een wetenschappelijk beeld, volledig terecht: de bronnen zijn inderdaad laat, de aanwezigheid van christelijke soldaten in de islamitische legers schreeuwt om een verklaring, en de overlevering van de Koran is – zonder wetenschappelijke uitgave – onduidelijk.

Tegelijk zijn de voorgestelde alternatieven nog erger dan de kwaal, en helpt het ook al niet dat sommige arabisten vooral politiek bedrijven. (In het tweede deel van De historische Mohammed schiet Hans Jansen bijvoorbeeld over zijn doel.) Ik meende daarom dat we niet langer konden achterhalen wat er echt is gebeurd in Mekka en Medina in de eerste helft van de zevende eeuw.

Ik was echter te somber, zo heb ik ontdekt. Ik las zojuist Fred Donners vrij recente boek Muhammad and the Believers, dat we mogen beschouwen als het equivalent van E.P. Sanders’ The Historical Figure of Jesus: een no-nonsense boek over een religieuze vernieuwer dat, zelfs als niet elke geleerde het met elk aspect eens zal zijn, een gerespecteerde basis wordt voor verdere discussie. Ik ben onder de indruk van Donners boek.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het ontstaan van de islam (1/2)

De Byzantijns-Sassanidische Oorlog: Heraclius verslaat Khusrau II (Louvre)

Wanneer kwam er een einde aan de Oudheid? Wat vormt het begin van de Middeleeuwen? Het is moeilijk alle aspecten te benoemen, maar je zou in elk geval het verdwijnen van het keizerlijk bestuur uit West-Europa kunnen noemen: geen Romeinse staat, geen Romeinse belastingen, geen Romeinse legers. In het oosten was de overgang echter minder abrupt. Het Byzantijnse Rijk ging door met het heffen van belastingen, kon zijn legers onderhouden en overleefde. De grote oorlog tegen de Sassanidische Perzen werd gewonnen, al leidde die tot zo’n enorme verzwakking dat meteen daarna Syrië, Palestina en Egypte moesten worden afgestaan aan de Arabieren.

Er was ook een mentale overgang. Voor de ouden waren “wij” en “zij” identiek geweest aan “de Grieks-Romeinse beschaving” en “de barbaren”. In de Middeleeuwen was de voornaamste tegenstelling die tussen christendom en islam, zoals mooi is beschreven door D.L. Lewis in God’s Crucible.

De opkomst van de islam was beslissend voor de overgang van Oudheid naar Middeleeuwen, en dat maakt Mohammed een van de invloedrijkste personen uit de geschiedenis. Zonder hem zou er immers geen islam zijn geweest en had het Byzantijnse Rijk zijn oostelijke gebieden niet verloren. De profeet, zijn boodschap en zijn volgelingen vormen daarom een extreem belangrijk onderwerp voor wie zich bezighoudt met de Oudheid.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het soort keurslijf

Mijn Nijmeegse collega Vincent Hunink spreekt op zijn Facebook-paginazijn zorg uit over enkele recente maatregelen. “Studenten komen in keurslijf,” schrijft hij, “nóg meer.”

Hij heeft natuurlijk volkomen gelijk en het is alleen omdat ik het haat eindconclusies te bereiken, dat ik wil wijzen op een complicatie. Op zich is er namelijk niets tegen een keurslijf. Het biedt noodzakelijke steun. Ik herinner me – opa spreekt – dat wij als oudheidkundestudenten rond 1990 aan de VU smeekten om meer regulering omdat de studieprogramma’s onwerkbaar chaotisch waren. Of kijk eens in Oxford en Cambridge. Studeren is daar vooral een kwestie van in razend tempo en op gezette momenten stukken schrijven. Daar pakt de structuur van een keurslijf dus goed uit.

Dat kan echter zo zijn omdat de universiteiten daar ook de middelen hebben om een keurslijf te bieden. Er is voldaan aan drie voorwaarden:

  • De docenten kunnen voldoende tijd nemen voor begeleiding;
  • De docenten hebben voldoende didactische vaardigheden;
  • De studenten kunnen ook werkelijk studeren, doordat ze zich geen zorgen hoeven maken over financiën en kamer.

Wat mij aan het hogeronderwijsbeleid zo vaak opvalt, is de ondoordachtheid. Er is niets op tegen de efficiëntie van het onderwijs te vergroten door de studenten in een keurslijf te dwingen, maar dan moet de overheid de maatregelen niet tegelijk zelf uithollen. Als je studenten harder wil laten studeren, moet je niet ook de beurzen verlagen, want dan dwing je ze een bijbaantje te nemen. En als je studenten vooral effectief wil laten studeren, moet je zorgen dat ze bij elkaar in dezelfde stad kunnen wonen, zodat ze samen op de leeszaal kunnen zitten en tijdens de koffiepauze over geconstateerde problemen kunnen spreken. Dát is de beste manier om goed te studeren, maar ze is kapot gemaakt toen Wim Deetman de studenten dwong OV-kaarten aan te schaffen, waarna studenten in toenemende mate bij hun ouders moesten gaan wonen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Inburgeren met Wim Sonneveld

Het (niet zo) geheime wapen voor iedereen die een vreemde taal wil leren, is het zingen van liedjes. Ik geloof dat de hersenwetenschappelijke verklaring is dat je informatie makkelijker terugvindt als ze kan worden opgeroepen op twee manieren, namelijk inhoudelijk en geassocieerd met een melodie.

Het zou dan natuurlijk aardig zijn als de liedjes in kwestie ook een beetje de moeite waard zijn. Die van Doe Maar komen een stuk in de richting, ook omdat ze ons dagelijks leven zo mooi illustreren. Waar ter wereld kan een jongen die net een blauwtje heeft gelopen zijn verslag afronden met de mededeling dat hij “haar naar haar fiets [heeft] gebracht, en alles was voorbij”? Helaas wordt de bruikbaarheid van Doe Maar-liedjes – althans voor inburgeringsdoeleinden – nogal verminderd door de creatieve wijze waarop de muzikanten omgingen met de spellingsregels.

Vandaag vond ik een perfect liedje: Het dorp van Wim Sonneveld. Ik wist dat het een mooie melodie had (overigens van Jean Ferrat, La montagne), maar toen ik het vandaag toevallig terug hoorde, viel me op dat het niet half zo sentimenteel was als ik het me herinnerde. Het heeft een mooie, gevoelige tekst die ergens over gáát, zonder dat Sonneveld moeilijke woorden nodig heeft. Een ander voordeel is dat de tweede helft van het tweede couplet een typisch staaltje Hollandse ironie bevat. Tot slot: Wim Sonneveld zingt zuiver en articuleert duidelijk. Dat maakt het ideaal voor elke inburgeraar. Hieronder een met liefde gemaakt videoclipje; de tekst meelezen kan daar.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

De catechismus van Sint-Nicolaas

Vraag: Bestaan er meerdere Sinterklazen?
Antwoord: Er bestaat slechts één Sinterklaas, doch in meerdere personen.

Vraag: Wat moeten wij denken van de mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan?
Antwoord: De mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan, is een afschuwelijke ketterij, die wij met kracht moeten bestrijden.

Noot van de redactie: de catechismus gaat uiteraard verder… Hij stond eerst integraal op Sargasso, maar er was een misverstand over copyright. Om claims te voorkomen van de erven Bomans, kunt u het verhaal hier verder lezen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De echte Nicolaas van Myra (2/2)

Nicolaas' pastorale zorg. Fresco uit het Soumela-klooster bij Trabzon (Turkije)

[Lees hier deel 1] Als Nikolaas inderdaad leefde ten tijde van Constantijn de Grote, dan is aannemelijk dat hij aanwezig is geweest op het concilie van Nikaia in 325. Het belangrijkste discussiepunt was de organisatie van de kerk, maar er werd ook gesproken over het vraagstuk of God de Zoon wezensgelijk was aan of wezensgelijkend met God de Vader. In gewone mensentaal: is Jezus van Nazareth zelf God, of lijkt hij erop? Het laatste standpunt is eenvoudiger te rijmen met het monotheïsme: Jezus is dan het voornaamste schepsel van God, en niet, zoals in het eerste standpunt, zélf God. Niettemin is dat wel wat het Evangelie van Johannes schrijft, en de bisschoppen kozen daarom uiteindelijk voor dit laatste, welbeschouwd niet begrijpelijke standpunt: er is één God, maar in drie personen.

In het heiligenleven van Michaël de Archimandriet wordt er voortdurend op gehamerd dat Nikolaas een “vereerder van de Drie-eenheid was en een dienaar van die ene Persoon van de Heilige Drie-eenheid, onze ware God Christus.” Het is ook geen toeval dat hij drie meisjes van een bruidsschat voorziet, drie generaals redt en erin slaagt drie ter dood veroordeelden te redden. Michaël is duidelijk beïnvloed door latere dogmatische discussies, maar het is niet uitgesloten dat Nikolaas inderdaad aandacht heeft besteed aan dit onderwerp – al moet hij in zijn havenkerk wel concretere zaken aan zijn hoofd hebben gehad.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De echte Nicolaas van Myra (1/2)

Het hoort bij het najaar zoals regen, vallende bladeren en vertraagde treinen: het bericht in de krant dat deze of gene gereformeerde burgemeester heeft geweigerd Sinterklaas te ontvangen. De seculiere pers maakt zich er vrolijk over, maar zo’n burgemeester heeft wel een béétje gelijk: de festiviteiten gaan gedeeltelijk terug op de heidense cultus voor Wodan. Gedeeltelijk, want het feest heeft eveneens oude christelijke wortels. Daarover nu meer.

Niet dat er heel veel bekend is over de echte Nicolaas – zijn betekenis ligt meer in wat er in de Middeleeuwen mee is gedaan. Over de historische persoon weten we alleen zeker dat hij in de vierde eeuw bisschop was in de havenstad Myra in het zuidwesten van het huidige Turkije, dat hij op een zesde december van een onbekend jaar een einde is overleden, en dat zijn stoffelijke resten in 1087 zijn overgebracht naar Bari, een stadje in de hak van Italië dat lange tijd door de koning van Spanje werd bestuurd – zodat de goedheiligman, al dan niet per stoomboot, elk jaar uit Spanje weer aankomt.

Veel meer zekerheid lijkt er op het eerste gezicht niet te zijn, en het is niet erg geruststellend dat een van de oudste vermeldingen van de heilige, een lofrede die patriarch Proklos van Constantinopel rond 440 uitsprak, al verwijst naar vooral legendarisch materiaal. Een contemporaine biografie, zoals we hebben van de formidabele Martinus van Tours (“Sint-Maarten”), ontbreekt, en evenmin bezitten we door de heilige geschreven teksten, die we wel hebben van de kerkvaders. Het oudste heiligenleven van Nicolaas van Myra, geschreven door een verder onbekende Michaël de Archimandriet, wordt rond 700 gedateerd, drie-en-een-halve eeuw nadat de dood van de bisschop.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pathos en de vrijheid van meningsuiting

Als een schrijver een zin begint met “de vrijheid van meningsuiting is onbegrensd”, kun je er donder op zeggen dat er een “maar” zal volgen en dat de schrijver in feite het tegengestelde gaat betogen van wat hij aankondigde. Ik heb nog nooit een reden vernomen waarom er een beperking aan de vrijheid van meningsuiting zou zijn. Natuurlijk, sommige meningen zijn hard en worden door mensen kwetsend gevonden, maar ik heb nog nooit iets gehoord wat niet gezegd zou mogen worden. Van mij mag je dus

  • … de holocaust ontkennen, want dat standpunt is zo absurd dat het zichzelf wel weerlegt; zelfs de Conferentie in Teheran eindigde niet met een ontkenning, en riep op tot meer studie.
  • … pedofilie bespreekbaar proberen te maken, al was het maar omdat de betrokkenen dan bekend zijn.
  • … oproepen tot het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Als we werkelijk in een crisis geraken door het onderwerp alleen maar te agenderen, is dat het beste bewijs dat het systeem zo rot is als een mispel.

Volgens mij is het niet zozeer dat de vrijheid van meningsuiting onbegrensd is, als wel dat ze er gewoon is. Een andere kwestie is dat er omstandigheden zijn waarin het wel mogelijk maar niet verstandig is het basisrecht uit te oefenen. Je verbetert de kansen om een probleem op te lossen niet als je een gesprekspartner toevoegt dat hij er alleen maar zit omdat hij zwart is. Je hebt het recht het te zeggen, maar het draagt niet bepaald bij aan een ambiance waarin je tot overeenstemming komt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De stiltecoupé

Een treinreis kan het heerlijkste zijn wat er is. Je zit lekker, je leest wat, je kunt er een kop koffie bij nemen, en aan het einde van de rit ben je in een andere stad. Treinreizen kunnen ook gruwelijk zijn. Bijvoorbeeld als naast je twee mensen een gesprek voeren, zodat jij niet kunt lezen. Trouwens, met mobiele telefoons is één spreker voldoende om het bloed onder je nagels vandaan te halen.

Kortom, ik ga als het even kan zitten in de stiltecoupé. Dat lost de problemen echter niet op. Te vaak moet je mensen erop aanspreken dat het in dit deel van de trein de bedoeling is dat het enigszins rustig blijft, maar ik merk dat mijn niet geringe frustratie over het gekwaak in de regel wordt overtroffen door woede dat mensen zo onbeschoft zijn. Dus ik houd mijn mond maar. Het komt regelmatig voor dat ik, als ik een drukke stiltecoupé voor me zie, ergens anders ga zitten om de stress te vermijden: dan maar geen rust, als ik, door me niet kwaad te maken, een hartaanval vermijd.

Er is bovendien iets geks aan de hand met de stiltecoupé. Zo snel je de Randstad uit bent, wordt het luidruchtiger. Ik reis wel eens vanuit Amsterdam naar mijn ouders in Apeldoorn, en Amersfoort is dan echt een keerpunt. Daarvóór is het rustig, daarna niet meer.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Beeldspraken en manipulatie

Het Sociaal en Cultureel Planbureau is niet optimistisch over de toekomst, zo lees ik. Er zouden “donkere wolken boven ons land” hangen. Er zijn beeldspraken die je nooit mag gebruiken, en dit is er daarvan een.

De kwestie is heel simpel. Wolken zijn een natuurmetafoor. Ze suggereren dat dingen even onvermijdelijk zijn als het weer. Maar de problemen waarin ons land zich bevindt, hebben noch iets natuurlijks, noch iets onvermijdelijks. Er zijn welbewuste keuzes gemaakt – we verlagen de belastingen, we liberaliseren de markten, we privatiseren de nutsbedrijven, we geven mensen die vóór 1960 zijn geboren een korting op de aflossing van hun studiefinanciering en vullen het gat op de onderwijsbegroting met een hogere rente voor mensen die zijn geboren na 1960.

Een variant op de “donkere wolken” zijn de “oorlogswolken” die zich samenpakken boven deze of gene natie. Het suggereert dat het besluit ten strijde te trekken, niet wordt genomen door politici met concrete belangen, maar dat geweldsuitbarstingen de natuurlijke gang van zaken zijn. Wie leest over samenpakkende oorlogswolken, weet dat iemand zijn verantwoordelijkheid ontwijkt.

Natuurmetaforen verdoezelen de werkelijkheid dat economische en politieke problemen door mensen worden gecreëerd. De lezer die er een ziet, weet dat hij óf om de tuin wordt geleid, óf te maken heeft met een totaal incompetente schrijver (“As the storm clouds of seeming Persian invincibility loomed ever darker over Ionia, so strange shadows from the past returned to haunt Athens, too” – Tom Holland denkt dat als je maar twee metaforen in één zin stopt, je literatuur schrijft). Welke optie van toepassing is op het SCP, laat ik ter beoordeling aan de lezer.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Arabische complottheorieën

Vroeger bestuurde God de wereld. Tegenwoordig wordt ze geregeerd door de vrijmetselaars, de joden, de illuminati, de priorij van Sion of de Bilderberggroep. Ik denk dat de populariteit van complottheorieën vooral wil zeggen dat mensen het leven onbegrijpelijk en chaotisch vinden, en tot elke prijs een verklaring willen hebben.

Er is geen regio waar samenzweringen zo geliefd zijn als in het Nabije Oosten.Wellicht is dat een ander bewijs voor de stelling dat de islam geen antwoord heeft op de moderne tijd, zoals enkele Vlaamse onderzoekers al in de jaren negentig beweerden; wellicht is een reden dat het Nabije Oosten een geschiedenis heeft van reële complotten. Denk aan het Sykes-Picot-verdrag en Operation Ajax.

Het idee van de Grote Joodse Samenzwering is razend populair in het Nabije Oosten. Je hoeft er niet lang te reizen voordat je van iemand verneemt dat de Joden de wereld regeren, of althans behoorlijke invloed hebben. De bloedlegende, het sprookje dat joden met Pesach babybloed zouden drinken, wordt vrij breed geloofd; de theoloog Hans Jansen heeft een collectie aangelegd van spotprenten uit het Nabije Oosten die ernaar verwijzen. Die collectie is beangstigend groot.

Iets lichtvoetiger is het bericht dat ik vandaag las: de grote piramide is op 11-11-’11 gesloten geweest om te verhinderen dat joden of vrijmetselaars er een geheimzinnig ritueel zouden uitvoeren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Wantrouw/vertrouw onderzoeksresultaten

Elke eerstejaarsstudent krijgt op een gegeven moment, meestal al in de eerste maand, uitgelegd waarom de overdracht van wetenschappelijke informatie zo moeilijk is. De onderzoeker doet het namelijk nooit goed.

1. Stemt zijn onderzoeksconclusie overeen met iets wat we al op onze klompen aanvoelden, dan zeggen we dat hij zich de moeite had kunnen besparen.
2. Ontkent de geleerde iets dat volgens ons wel het geval is, dan vinden we hem een dwarsligger.
3. Als hij iets beweert dat we onwaarschijnlijk achten, dan beschouwen we hem als een fantast.
4. Bevestigt een onderzoeker onze mening dat iets niet zo is, dan vragen we wat hem bewoog het te onderzoeken.

Er zijn dus vier manieren om onderzoeksresultaten weg te redeneren. Ondertussen is het onderzoek natuurlijk wel degelijk nuttig. In het eerste en vierde geval is een subjectief vermoeden bevestigd en onze kennis kwalitatief verbeterd. In het tweede en derde geval zijn veronderstelde zekerheden ter discussie gesteld.

Elke wetenschapper weet dit en kent ook de gevolgtrekking: zijn eigen ongeloof over andermans onderzoek zegt op voorhand niet heel veel. Je moet als wetenschapper natuurlijk een zeker wantrouwen behouden, maar als een andere geleerde zijn onderzoek goed uitvoert, moet je je persoonlijke ongeloof opofferen en aanvaarden dat het anders is dan je vermoedde.

Vorige Volgende