1 Mei op de UvA
OPINIE - Ik kwam er donderdag toevallig langs fietsen maar was te laat om nog iets te zien van de bezetting van het Service- en Informatiecentrum van de UvA. Het was al voorbij. Er hing een bordje dat studenten op een ander adres welkom waren, het communiqué van het “Students’ 1st of May Committee” hing nog achter een raam, een zwart spandoek wapperde vergeten in een hoek. “Schorem is het,” gaf een passerende wandelaar als ongevraagd commentaar. “De lafaards zijn zojuist gevlucht,” meldde een medewerkster.
Begrijpelijke meningen. Dit was de meest bizarre protestactie in tijden. De bezetters keerden zich tegen “the university’s blatant marketisation under the managers’ neoliberalism”, wilden die terugdraaien en eisten daarom – om te beginnen – dat de eerste mei opnieuw een vrije dag zou worden. Alsof er geen urgentere kwesties zijn. Alsof het van deze tijd is werknemers voor te schrijven wanneer ze hun vrije dagen dienen op te nemen.
Maar het is nog bizarder. Om vier redenen.
Reden één. Iedereen erkent dat het rendementsdenken is doorgeschoten, zelfs minister Bussemaker. Het is sympathiek dat ze toegeeft dat ze het beleid dat ze in haar vorige functies uitvoerde, als lid van het CvB van de UvA en als rector van de HvA, niet had behoren uit te voeren. Omdat iedereen het nu eens is over de onwenselijkheid van het rendementsdenken en er volop wordt overlegd over alternatieven, was de bezetting overbodig.