RECENSIE - Een longread van journaliste Monique Doppert beschrijft de activiteiten van Bassel, een Syrische internetactivist, ruwweg tussen de aanvang van de Syrische opstand en zijn arrestatie door Assads veiligheidstroepen in maart 2012.
Bassel (die het in dit verhaal zonder achternaam moet doen) was voorafgaand aan de Syrische opstand een internationaal georiënteerde, relatief welgestelde programmeur en inwoner van Damascus die zichzelf graag als ‘hacker’ betitelde. Dankzij een goede internetverbinding (een zeldzaamheid in Syrië) en zijn vele internationale contacten wordt hij al snel de spil in een netwerk van fotografen en correspondenten dat in opdracht van westerse nieuwsorganisaties – en ter promotie van de goede zaak – foto- en videomateriaal het land uit smokkelt.
Ondanks het geweld heerst in de eerste maanden van de opstand op veel plaatsen een opgetogen, vrijgevochten sfeer. Serieuze bijeenkomsten monden vaak uit in vrolijke feesten met dans en muziek. Ook de traditionele moraal wordt gemakkelijker dan anders opzij gezet: ‘[i]n het kielzog van de volksopstand volgt in Syrië een bescheiden seksuele revolutie,’ schrijft Doppert. Bassels collega-activist Sadik verwoordt het als volgt: ‘We doen veel en gaan voor het maximum. Ik zie mannen en vrouwen verliefd raken, uit elkaar gaan en opnieuw verliefd worden. Het is nu of nooit. We leven alsof iedere dag onze laatste kan zijn.’
Na die eerste, opgetogen zomermaanden volgt echter al snel de desillusie. Het geweld neemt alleen maar toe en steeds meer activisten uit Bassels netwerk worden gearresteerd, gedood of ontvluchten het land. Bassel verliest zijn oorspronkelijke optimisme en zijn houding wordt grimmiger. Collega-activisten die naar het buitenland vluchten, zet hij weg als ‘deserteurs en lafaards’.